archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Het leven zelf | ||||
Total enlightenment (4) | Bram Schilperoord | |||
De vrouw tegenover mij kneep me hard in de handen en begon: ‘Wie ben ik ...?’ ‘Ik ben Lies, ik woon in Den Haag, ik ben zesenvijftig jaar, ik ben weduwe ...’ ‘Ho, ho’, interrumpeerde Jacco, die niet ver van ons vandaan op de vloer had plaatsgenomen. ‘Fout, mevrouw. U moet zeggen wat u bézig houdt. Waar u aan denkt, waar u bang van bent’. ‘Oh, maar dat vind ik zó moeilijk ...’ ‘Juist, dat is ook moeilijk’, beaamde hij, ‘maar u bent hier ook om te léren en de totále verlichting te ondergaan, weet u nog wel?’ ‘Ja meneer’, zei de vrouw onderdanig. En tegen mij: ‘Dan gaan we maar weer opnieuw’. ‘Wie ben ik’, begon ze weer, terwijl ze me angstig aankeek. ‘Ik ben bang en ik ben klein. Ik ben klein en niet groot, ik ben niet dapper’. Nu volgde een lange stilte. Ze keek me nu wanhopig aan. ‘Ik ben grijs...’, probeerde ik zachtjes. ‘Ja, ja!’ zei ze, ‘ik ben grijs en ik ben oud’. Weer was het stil. ‘Stop maar hoor’, zei ik, ‘Jacco kan je toch niet meer horen, hij zit nu een eind verder’. Ze keek me dankbaar aan. Na een tijdje wachten klonk het belletje. Hier en daar klonken zuchten van opluchting. Sommigen probeerden op te staan om de stijf geworden ledematen te strekken, maar dat was niet naar de zin van Jacco. ‘Rusten doen we straks mensen, we gaan nu weer door’. Nu was het dus mijn beurt. Ik had vijf minuten kunnen nadenken over wat ik zou zeggen en begon met mijn handen in die van de vrouw tegenover me: ‘Ik ben lang dat is niet klein, soms eet ik soep, dat vind ik fijn. Als het kan twee borden graag, dat vult lekker in de maag ... ’ Bijzonder flauw allemaal, ik geef het toe. De vrouw keek mij dan ook verbijsterd aan. ‘Dat is geloof ik niet de bedoeling ...’ ‘Jawel, onzin is onzin’, zei ik en vervolgde balorig mijn Sinterklaasrijmelarij: ‘Als je klein bent en dus niet groot. En je haar niet grijs maar rood. Je liever bier lust dan hard brood, dan beland je heus niet altijd in de goot ... Ik ben nu veertig en hopelijk word ik tachtig, 't liefst niet zwak maar uiterst krachtig …’ Daar ging het belletje alweer. Nu was het weer haar beurt en ze begon opnieuw: ‘Ik ben leuk en ik ben dapper ...’ Die moeizame opsomming van karaktereigenschappen hield ze de volle vijf minuten vol, maar veel wijzer werd ik er niet van. Toen het mijn beurt weer was deed ik weinig moeite mijn monoloog wat op te sieren. Jacco was trouwens verdwenen. Na een half uur kwam hij terug om extra hard op de gong te slaan. Ik koos een nieuwe partner die een stuk inventiever was. Zodoende kwam ik veel te weten over het leven van een gescheiden vrouw van een hoogleraar in Nijmegen. Het derde half uur hoorde ik een verwarde monoloog aan van een man die last had van vele fobieën en daarvoor de vreemdste therapieën had doorstaan. Van déze methode klaarde hij al helemaal niet op. Alleen betwijfelde hij of hij aan het einde van dit weekend 'verlicht' zou zijn. Na de verlossende gongslag mochten we eindelijk even ontspannen. En de schoenen aan, want het 'Zenwandelen' zou búiten plaatsvinden. Om de boerderij heen. (Wordt vervolgd) ------- Het plaatje is van Henk Klaren |
||||
© 2021 Bram Schilperoord | ||||
powered by CJ2 |