archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Het leven zelf | ||||
Een zucht geeft lucht ... | Julius Pasgeld | |||
... aan een hart vol smart Uitdrukkingen van vroeger. Vaak op rijm. Niet zelden obsceen. De meeste verdwenen in het licht der eeuwigheid. Omdat ze te vaak werden gebezigd en daarom niet meer getuigden van de oorspronkelijk beoogde humor. Weg ermee dus. Maar als je ze nu weer hoort, gaat die hele wereld van vroeger weer voor je open. O ja! Dat is waar ook! Weet je nog! Dus het hierna volgende is alleen weggelegd voor senioren met een weemoedige hang naar het verleden. Zo waren er bijvoorbeeld antwoorden op rijm die je op bepaalde vragen kon loslaten: Wat zeg je?. Als je valt dan leg je. Heb je dorst? Ga naar Hans Worst. Die heeft een hondje. En die piest in je mondje. Waarom?. Daarom!. Daarom is geen reden. Als je van de trap afvalt ben je gauw beneden! Wat eten we vandaag?. Husse, met je neus er tusse! Hoe laat is het?’ Kwart over de rand van de pispot. Of: Dat weet ik niet hoor. Dat is elke keer weer anders. Merkartikelen waren ook vaak de klos: Chief Whip op ieders lip. Old Mac in ieders bek. Popla-toiletpapier: Plakt ontzettend. Probeer liever andere. Adidas: Alle domme idioten doen aan sport. DKW: Dat kreng weigert. Dat roken vroeger goed voor je was, bewezen de volgende teksten: Een tevreden roker is geen onruststoker. Blijf kalm! Neem een Dr. Dushkind. En dan had je natuurlijk flauwe letteromdraaisels zoals: Een scheetje beef. Dat veelde niet scheel! En een vreemdje beet. Korte versjes waren er bij de vleet: Zo reden de tramlijnen 10 en 11 in Den Haag. Hetgeen resulteerde in: Wat je zegt dat ben je zelf. Met je kop onder lijn elf. Met je benen onder lijn tien. Dat heb ik zelf gezien. Dik van bil, zo hiet ze. Zeven scheten liet ze. Elke scheet woog honderd pond. Van die juffrouw met ‘r dikke kont. Het staat geschreven en gedrukt. Dat je mag krabbelen waar het jukt. Al is het op een rare plaats. Dan krabbel je er maar naast. De koning van Siam die had het zo koud. Toen heeft-ie z’n kop in de kachel gedouwd. En nog een koning: Heden is overleden De koning van Zweden. Het laatste wat-ie deed was een knetterende scheet Die tegen de deur op bonsde en in de pispot plonsde. Tenslotte nog een paar mooie, gewone zinnen op rijm uit vroeger tijden: Wat kan door de roeper kan ook door de poeper. Een zucht geeft lucht aan een hart vol smart. Klopt het als ik beweer, dat het vandaag de dag nogal eens ontbreekt aan smeuïge rijmpjes? Of was vroeger inderdaad alles beter? ------- Het plaatje is van Linda Hulshof Meer informatie: lindahulshof71@gmail.com |
||||
© 2021 Julius Pasgeld | ||||
powered by CJ2 |