archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Het leven zelf | ||||
Kunt u zich legitimeren? | Julius Pasgeld | |||
Laatst droomde ik, dat ik op de Laan van Meerdervoort in Den Haag werd aangehouden door drie hele grote politieagenten. Een van hen sprak mij aan met de woorden: ‘Goedenmiddag meneer Pasgeld. Wilt u zich alstublief even legitimeren?’. ‘Natuurlijk’, zei ik. ‘Na u. Legitimeert u zich eerst zelf maar eens’.‘Waarom?’, vroeg hij. ‘Nou’, zei ik. ‘Iedereen in zo’n apenpakkie kan wel zeggen, dat-ie bij de politie is’. ‘Zegt u dat nog eens’, zeiden alle drie de agenten nu tegelijkertijd. Ze leken wat dat betreft net de neefjes Kwik, Kwek en Kwak. ‘Ik zei’, herhaalde ik, ‘dat iedereen in zo’n apenpakkie wel kan zeggen dat-ie bij de politie is’. ‘Dat is belediging van ambtenaren in functie, meneer Pasgeld’. ‘Nee’, zei ik. ‘Dat is het pas, als gebleken is dat u ambtenaren in functie bent. En dat is pas het geval als u zich hebt geïdentificeerd’. Daar was geen speld tussen te krijgen. Ze keken elkaar aan en wisten even niet meer waar ze het zoeken moesten. En dat was precies waar ik ze wilde hebben. Ik zei: ‘Bovendien bent u daar toch in getraind?’. ‘Waarin?’ vroegen ze. Nu weer alle drie tegelijk. ‘Nou’, zei ik. ‘Om beledigingen te incasseren. Dat weet ik toevallig. In uw politieopleiding bent u getraind door specialisten in beledigingen. Zelf heb ik me ooit ook nog eens opgegeven als specialist. Maar toen was ik nog niet goed genoeg. Nu wel, denk ik. Ze hebben u getraind om u zelf een beetje als kerel te gedragen. Om niet bij ieder wissewasje onmiddellijk van uw stuk te worden gebracht of huilerig te gaan zitten doen als iemand u zegt, dat u een apenpakkie draagt’. We keken elkaar eens doordringend aan. Het zag er naar uit, dat ze bij de politieopleiding toe waren aan een nieuwe lichting specialisten. Ik zei: ‘Nou? Komt er nog wat van?’. ‘Waarvan?’, vroegen ze weer in koor. ‘Nou, van dat legitimeren. Kom op. Allé. Hup. Snel een beetje. Ik heb nog andere dingen te doen’. Dat was de druppel die de emmer deed overlopen. Ze sloten me in de boeien en voerden me af naar het bureau aan de Archimedesstraat. Daar herhaalde de hele scene zich. Maar dan met de dienstdoende officier van de wacht. Het eindigde ermee, dat ik per post een dagvaarding kreeg om voor de kantonrechter op het Paleis van Justitie aan de Juliana van Stolberglaan te verschijnen, wegens weerspannigheid en het beledigen van vier ambtenaren in functie. Datzelfde legde de rechter me enige weken later ten laste en hij vroeg daarna of ik nog wat te vragen of op te merken had. ‘Jawel edelachtbare’, zei ik. ‘Ga uw gang’, zei de rechter. ‘Kunt u zich legitimeren?’, vroeg ik aan de rechter. ‘Waarom?’, vroeg de rechter. ‘Nou’, zei ik. ‘Iedereen in zo’n apenpakkie kan wel zeggen, dat hij rechter is. ‘Order! Order!’, riep de rechter en timmerde met z’n hamertje op tafel. Niet lang daarna ontving ik een dagvaarding van het Openbaar Ministerie waarin me minachting van het hof ten laste werd gelegd. En toen werd ik wakker. Jammer. Want ik had nog wel even door willen procederen. -------- Het plaatje is van Han Busstra |
||||
© 2020 Julius Pasgeld | ||||
powered by CJ2 |