archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Gasten en vis Marianne Bernard

0301 BS Bernard GASten ..
Onze kennissen en vrienden wonen tegenwoordig overal op de wereld, al dan niet in tweede huizen, en ze vragen altijd of we ‘langskomen als we in de buurt zijn’. Zo zijn we tijdens vakanties op allerlei logeeradressen geweest in Frankrijk en in de Verenigde Staten, meestal tot ons grote genoegen en ook tot genoegen van de gastheer en -vrouw. Wij proberen ons altijd aan een maximum van drie dagen te houden. Daarna kunnen irritaties beginnen. Een oud gezegde luidt immers: Gasten en vis blijven drie dagen fris.

Er bestaat een handboek vol ongeschreven regels waaraan de wellevende logé zich precies dient te houden.
Regel 1: Je brengt een cadeautje mee. Dat kunnen bloemen zijn (erg lastig in een onbekend ver buitenland), of bonbons (onhandig als het erg heet is) of een taart of een paar flessen wijn of likeur, of een aardig boekje of tijdschrift uit Nederland en uiteraard (al dan niet door onszelf gekopieerde) cd-tjes; meestal geven we een combinatie.
Regel 2: Minstens één avond neem je de gastheer en gastvrouw (plus hun eventuele kinderen of andere gasten) mee naar een restaurant – uiteraard op jouw kosten. Ga je vaker dan één keer gezamenlijk naar een restaurant, dan deel je de rekening, of je biedt aan de wijn te betalen.
Regel 3: Gedraag je bescheiden in het huis van de gastheer. Je doet zachtjes, je maakt geen rommel, je wordt niet dronken en je helpt met kleine werkjes zoals tafeldekken en zeker met opruimen en afwassen.
Regel 4: Na afloop, eenmaal thuis, stuur je een bedankbriefje waarbij je ook de gemaakte foto’s meestuurt. Dat kan tegenwoordig ook allemaal heel handig per e-mail.

Vorige maand hadden we ‘kennissen’ uit New York te logeren, die alles fout deden. Ze zouden met de trein uit Zweden komen en er om ongeveer zes uur zijn maar ze kwamen veel later dan was afgesproken. Ik was vroeg uit kantoor om een leuke maaltijd voor te bereiden, maar het werd alsmaar later en later en we hoorden niets. Om half negen zijn we zelf maar gaan eten. We waren bezorgd dat ze misschien uit verkeerde bescheidenheid al ergens in de stad hadden gegeten, maar om negen uur kwamen ze toch en ze hadden een enorme honger (ik had dus niet voor niets gekookt). Ze bleken geen GSM te hebben, dus ze konden niet bellen dat de trein vertraging had. Het was weliswaar niet hun schuld, maar toch een valse start.

De volgende dag wilde de man van het stel in een verre buitenwijk een koffer ophalen die daar gestald was na een vorige verblijf. Onderweg in de auto vertelde hij dat deze man juist op die dag jarig was. ‘Zou het dan niet aardig zijn om een cadeautje mee te brengen?’ vroeg mijn man. Zonder aarzelen zei onze logé: ‘that would be nice, but I am not that nice a person’.
We begrepen nu al dat wij ook nergens op hoefden te rekenen. En inderdaad: ze betaalden nooit mee, ook niet toen we ze mee uit eten namen in een Indonesisch restaurant. Ze boden later in het café zelfs geen drankje aan. Wij gaven ze thuis twee copieuze maaltijden, we namen ze mee naar het nieuwe Bimhuis en naar een jazzfestival in Rotterdam. Ze lieten zich door ons rijden en fêteren.

Maar de man had wel meteen een biljet van twintig euro in zijn hand toen hij een souvenir-T-shirt in het Bimhuis wilde kopen. En ze lieten ons vol trots zien wat ze in de supermarkt allemaal aan schilderachtige producten met komische namen hadden gekocht, voor hun curiosaverzameling thuis. En dan te bedenken dat deze mensen al drie weken door Europa reisden, van het ene logeeradres naar het andere. Het enige dat ze ons aanboden, is logies in hun huis in New York. Maar ze wonen in Brooklyn, meer dan een uur met de subway van downtown Manhattan –waarschijnlijk weten ze uit ervaring dat toch niemand op die uitnodiging ingaat. Mijn zoon, die een buitenlandse vriendin heeft, is een geroutineerde gastheer. Volgens hem heten zulke ‘slechte’ gasten: freeloaders.

Toch kijken we heel positief uit naar de logeerpartij van komende week. Dan verwachten we familie die in de buurt van Seattle woont. Daar zijn we ooit zeer warm ontvangen en ze hebben zelfs al verklapt waarmee ze ons nu hopen te verwennen.
 
**********************************************************
Wilt u meer weten over hyperventilatie? Ga naar www.hyperventilatie.org .


© 2005 Marianne Bernard meer Marianne Bernard - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Gasten en vis Marianne Bernard
0301 BS Bernard GASten ..
Onze kennissen en vrienden wonen tegenwoordig overal op de wereld, al dan niet in tweede huizen, en ze vragen altijd of we ‘langskomen als we in de buurt zijn’. Zo zijn we tijdens vakanties op allerlei logeeradressen geweest in Frankrijk en in de Verenigde Staten, meestal tot ons grote genoegen en ook tot genoegen van de gastheer en -vrouw. Wij proberen ons altijd aan een maximum van drie dagen te houden. Daarna kunnen irritaties beginnen. Een oud gezegde luidt immers: Gasten en vis blijven drie dagen fris.

Er bestaat een handboek vol ongeschreven regels waaraan de wellevende logé zich precies dient te houden.
Regel 1: Je brengt een cadeautje mee. Dat kunnen bloemen zijn (erg lastig in een onbekend ver buitenland), of bonbons (onhandig als het erg heet is) of een taart of een paar flessen wijn of likeur, of een aardig boekje of tijdschrift uit Nederland en uiteraard (al dan niet door onszelf gekopieerde) cd-tjes; meestal geven we een combinatie.
Regel 2: Minstens één avond neem je de gastheer en gastvrouw (plus hun eventuele kinderen of andere gasten) mee naar een restaurant – uiteraard op jouw kosten. Ga je vaker dan één keer gezamenlijk naar een restaurant, dan deel je de rekening, of je biedt aan de wijn te betalen.
Regel 3: Gedraag je bescheiden in het huis van de gastheer. Je doet zachtjes, je maakt geen rommel, je wordt niet dronken en je helpt met kleine werkjes zoals tafeldekken en zeker met opruimen en afwassen.
Regel 4: Na afloop, eenmaal thuis, stuur je een bedankbriefje waarbij je ook de gemaakte foto’s meestuurt. Dat kan tegenwoordig ook allemaal heel handig per e-mail.

Vorige maand hadden we ‘kennissen’ uit New York te logeren, die alles fout deden. Ze zouden met de trein uit Zweden komen en er om ongeveer zes uur zijn maar ze kwamen veel later dan was afgesproken. Ik was vroeg uit kantoor om een leuke maaltijd voor te bereiden, maar het werd alsmaar later en later en we hoorden niets. Om half negen zijn we zelf maar gaan eten. We waren bezorgd dat ze misschien uit verkeerde bescheidenheid al ergens in de stad hadden gegeten, maar om negen uur kwamen ze toch en ze hadden een enorme honger (ik had dus niet voor niets gekookt). Ze bleken geen GSM te hebben, dus ze konden niet bellen dat de trein vertraging had. Het was weliswaar niet hun schuld, maar toch een valse start.

De volgende dag wilde de man van het stel in een verre buitenwijk een koffer ophalen die daar gestald was na een vorige verblijf. Onderweg in de auto vertelde hij dat deze man juist op die dag jarig was. ‘Zou het dan niet aardig zijn om een cadeautje mee te brengen?’ vroeg mijn man. Zonder aarzelen zei onze logé: ‘that would be nice, but I am not that nice a person’.
We begrepen nu al dat wij ook nergens op hoefden te rekenen. En inderdaad: ze betaalden nooit mee, ook niet toen we ze mee uit eten namen in een Indonesisch restaurant. Ze boden later in het café zelfs geen drankje aan. Wij gaven ze thuis twee copieuze maaltijden, we namen ze mee naar het nieuwe Bimhuis en naar een jazzfestival in Rotterdam. Ze lieten zich door ons rijden en fêteren.

Maar de man had wel meteen een biljet van twintig euro in zijn hand toen hij een souvenir-T-shirt in het Bimhuis wilde kopen. En ze lieten ons vol trots zien wat ze in de supermarkt allemaal aan schilderachtige producten met komische namen hadden gekocht, voor hun curiosaverzameling thuis. En dan te bedenken dat deze mensen al drie weken door Europa reisden, van het ene logeeradres naar het andere. Het enige dat ze ons aanboden, is logies in hun huis in New York. Maar ze wonen in Brooklyn, meer dan een uur met de subway van downtown Manhattan –waarschijnlijk weten ze uit ervaring dat toch niemand op die uitnodiging ingaat. Mijn zoon, die een buitenlandse vriendin heeft, is een geroutineerde gastheer. Volgens hem heten zulke ‘slechte’ gasten: freeloaders.

Toch kijken we heel positief uit naar de logeerpartij van komende week. Dan verwachten we familie die in de buurt van Seattle woont. Daar zijn we ooit zeer warm ontvangen en ze hebben zelfs al verklapt waarmee ze ons nu hopen te verwennen.
 
**********************************************************
Wilt u meer weten over hyperventilatie? Ga naar www.hyperventilatie.org .
© 2005 Marianne Bernard
powered by CJ2