archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Verloedering valt mee Katharina Kouwenhoven

De berichtgeving over onze samenleving is over het algemeen somber van toon, net als die van de gesprekken in het café. De verloedering neemt hand over hand toe, als er al geen sprake is van rechtstreekse bedreigingen, mensen hebben niets meer voor elkaar over en meer en meer worden we het slachtoffer van aanranding en beroving. Meestal wordt dit toegeschreven aan de toenemende individualisering; sociale verbanden zijn uit elkaar gevallen en bindende instituten als de Kerk, de Vereniging en de Partij hebben hun aantrekkingskracht verloren. Belangeloze hulpverlening kun je zodoende wel op je buik schrijven en onder psychologen vindt een discussie plaats of altruïsme eigenlijk wel bestaat.

Eerlijk gezegd heb ik zelf van deze vreeswekkende toestand nooit veel gemerkt. Wonende in de grootste stad van Nederland, die door velen ook de gevaarlijkste wordt geacht, ben ik welgeteld éénmaal in de tram beroofd en dat was vooral te danken aan eigen onoplettendheid. Bij nacht en ontij begeef ik mij op straat en ik mijd alleen het donkere Vondelpark en wijken buiten de Ring, waar nooit iemand op straat loopt, maar waar ik ook nooit hoef te zijn. Toen ik een keer mijn portemonnee verloren had vond ik hem de volgende dag in mijn eigen brievenbus terug. In geval van nood kan ik altijd een beroep doen op mijn vrienden- en kennissenkring en in gevallen van langdurige afwezigheid wissel ik allerlei diensten uit met mijn buren.
Typerend was wat mij afgelopen zondag overkwam.

Ik besloot weer eens een fietstochtje te maken nu de zomer op zijn eind liep. Met wandelen, hardlopen en zwemmen was het fietsen een beetje in het gedrang gekomen, want voor een fietstochtje moet je toch een paar uur uittrekken en twee zware fysieke inspanningen op een dag is te veel. Maar die prachtige racefiets staat steeds te lonken in de gang en sinds ik in het bezit ben van een fietsbroek is het fietsen aanzienlijk genoeglijker geworden. Bovendien wilde ik nagaan of het inmiddels mogelijk was om van Amsterdam over de Diemerzeedijk naar Muiden te fietsen.

Het was zondagochtend, heerlijk heiig weer en de Diemerzeedijk bleek inderdaad ontsloten, maar het fietspad reikt helaas nog niet tot Muiden. Het laatste deel is slechts een voetpad en de fietser moet nog steeds een stuk langs de snelweg rijden – een naar stuk. Muiden was nog niet wakker en ik fietste, langs de Vecht, door naar Weesp. Ik vond een mooi fietspad langs een dromerig watertje, maar dat fietspad eindigde in een constructie van bielzen en houten platen en die platen verschoven toen ik er overheen reed, zodat ik onverwacht in een gat stortte. Door de plotselinge stilstand van mijn vehikel werd ik terstond ter aarde geworpen, maar de gevolgen vielen mee. Weliswaar, veel blauwe en beurse plekken, maar verder geen schrammetje, laat staan breuken of kneuzingen. Het eerste wat er trouwens door mij heen ging (‘wat ging er op het moment supreme door je heen?’) was ‘oh jee, mijn fiets’. Want zelfs de geringste botsing van een racefiets met een niet meegevend object heeft gevolgen.0220 Verloedering valt mee Meestal een paar gebroken spaken en een knik in een wiel. En die knik zat er inderdaad, in het voorwiel. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn, maar een racefiets heeft handremmen en dus remblokjes op dat wiel. En een wiel met een knik loopt daarom op een bepaalde plaats aan tegen die remblokjes. Verder fietsen was niet mogelijk.

Hoewel Weesp me ook was voorgekomen als nog geheel onder de warme dekens, stond er, nog voor ik had kunnen bedenken wat me nu te doen stond, een man naast me die een invalidenwagen duwde. Hij monsterde de toestand van mijn fiets, constateerde dat de remblokjes de boosdoeners waren en vroeg of ik niet iets bij me had waarmee ze uit elkaar geduwd konden worden. Jawel, ik had de huissleutels bij mij. Maar die blokjes lieten zich niet vermurwen. Toen naderde een mannetje dat een vuilnisbak op wielen achter zich aan sleepte. Ook hij boog zich over het probleem, stelde de juiste diagnose en bood verschillende oplossingen. Er was een fietsenmaker om de hoek, waar ik mijn fiets kon achterlaten en dan zou hij mij op de motor naar huis brengen. Dat leek me een weinig aantrekkelijk voorstel. Maar hij had thuis ook verschillende setjes dop- en steeksleutels, waarmee hij de voorrem los kon draaien, alleen dan kon ik die rem niet meer gebruiken. Dat leek me een betere optie, want ik gebruik normaal toch alleen de achterrem. Ik liep met hem mee langs allerlei achterommetjes van treurige oude nieuwbouwstraatjes en betrad zijn achtertuin. Een ware junk yard vol afval, hout, metaal en onderdelen van onduidelijke herkomst. Maar die sleutels waren er. Hij bood me een kopje koffie aan, wat ik, ondanks het feit dat hij alleen Nescafé had, accepteerde, maar waar ik onmiddellijk spijt van had toen ik een blik in zijn keuken geworpen had. De koffie was warm en zat in een schoon kopje en hij schroefde mijn rem los. Ik was uit de brand. Ik hield nog een praatje met hem en twijfelde of ik hem een financiële tegemoetkoming moest aanbieden, maar besloot dat hij dat als een belediging op zou kunnen vatten. Voor hij zijn levensgeschiedenis uit de doeken kon doen nam ik met veel dankbetuigingen afscheid.

Zondagochtend in Weesp, een damsel in distress en van diverse kanten spontane hulp en de bevestiging dat onze samenleving niet louter bestaat uit egoïstische eenlingen die uit zijn op geldelijk gewin of het op mij gemunt hebben. Was het belangeloze hulp? Dat is maar wat je eronder verstaat. Helpen geeft een goed gevoel en mijn rommelmeneertje kreeg voor een eenzame zondagochtend onverwacht veel aandacht en natuurlijk een verhaal. Ik vertrouw er in ieder geval op dat dat voor de meeste mensen genoeg is om aardig te zijn en de helpende hand te bieden als dat nodig is. Daarom voel ik mij waarschijnlijk ook nooit bedreigd.
 
*************************************************************
Uitgave van De Leunstoel wordt mede mogelijk gemaakt door Hoorweg&Quint
organisatieadviseurs. Ga voor nadere informatie naar: www.hoorweg-quint.nl .


© 2005 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Verloedering valt mee Katharina Kouwenhoven
De berichtgeving over onze samenleving is over het algemeen somber van toon, net als die van de gesprekken in het café. De verloedering neemt hand over hand toe, als er al geen sprake is van rechtstreekse bedreigingen, mensen hebben niets meer voor elkaar over en meer en meer worden we het slachtoffer van aanranding en beroving. Meestal wordt dit toegeschreven aan de toenemende individualisering; sociale verbanden zijn uit elkaar gevallen en bindende instituten als de Kerk, de Vereniging en de Partij hebben hun aantrekkingskracht verloren. Belangeloze hulpverlening kun je zodoende wel op je buik schrijven en onder psychologen vindt een discussie plaats of altruïsme eigenlijk wel bestaat.

Eerlijk gezegd heb ik zelf van deze vreeswekkende toestand nooit veel gemerkt. Wonende in de grootste stad van Nederland, die door velen ook de gevaarlijkste wordt geacht, ben ik welgeteld éénmaal in de tram beroofd en dat was vooral te danken aan eigen onoplettendheid. Bij nacht en ontij begeef ik mij op straat en ik mijd alleen het donkere Vondelpark en wijken buiten de Ring, waar nooit iemand op straat loopt, maar waar ik ook nooit hoef te zijn. Toen ik een keer mijn portemonnee verloren had vond ik hem de volgende dag in mijn eigen brievenbus terug. In geval van nood kan ik altijd een beroep doen op mijn vrienden- en kennissenkring en in gevallen van langdurige afwezigheid wissel ik allerlei diensten uit met mijn buren.
Typerend was wat mij afgelopen zondag overkwam.

Ik besloot weer eens een fietstochtje te maken nu de zomer op zijn eind liep. Met wandelen, hardlopen en zwemmen was het fietsen een beetje in het gedrang gekomen, want voor een fietstochtje moet je toch een paar uur uittrekken en twee zware fysieke inspanningen op een dag is te veel. Maar die prachtige racefiets staat steeds te lonken in de gang en sinds ik in het bezit ben van een fietsbroek is het fietsen aanzienlijk genoeglijker geworden. Bovendien wilde ik nagaan of het inmiddels mogelijk was om van Amsterdam over de Diemerzeedijk naar Muiden te fietsen.

Het was zondagochtend, heerlijk heiig weer en de Diemerzeedijk bleek inderdaad ontsloten, maar het fietspad reikt helaas nog niet tot Muiden. Het laatste deel is slechts een voetpad en de fietser moet nog steeds een stuk langs de snelweg rijden – een naar stuk. Muiden was nog niet wakker en ik fietste, langs de Vecht, door naar Weesp. Ik vond een mooi fietspad langs een dromerig watertje, maar dat fietspad eindigde in een constructie van bielzen en houten platen en die platen verschoven toen ik er overheen reed, zodat ik onverwacht in een gat stortte. Door de plotselinge stilstand van mijn vehikel werd ik terstond ter aarde geworpen, maar de gevolgen vielen mee. Weliswaar, veel blauwe en beurse plekken, maar verder geen schrammetje, laat staan breuken of kneuzingen. Het eerste wat er trouwens door mij heen ging (‘wat ging er op het moment supreme door je heen?’) was ‘oh jee, mijn fiets’. Want zelfs de geringste botsing van een racefiets met een niet meegevend object heeft gevolgen.0220 Verloedering valt mee Meestal een paar gebroken spaken en een knik in een wiel. En die knik zat er inderdaad, in het voorwiel. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn, maar een racefiets heeft handremmen en dus remblokjes op dat wiel. En een wiel met een knik loopt daarom op een bepaalde plaats aan tegen die remblokjes. Verder fietsen was niet mogelijk.

Hoewel Weesp me ook was voorgekomen als nog geheel onder de warme dekens, stond er, nog voor ik had kunnen bedenken wat me nu te doen stond, een man naast me die een invalidenwagen duwde. Hij monsterde de toestand van mijn fiets, constateerde dat de remblokjes de boosdoeners waren en vroeg of ik niet iets bij me had waarmee ze uit elkaar geduwd konden worden. Jawel, ik had de huissleutels bij mij. Maar die blokjes lieten zich niet vermurwen. Toen naderde een mannetje dat een vuilnisbak op wielen achter zich aan sleepte. Ook hij boog zich over het probleem, stelde de juiste diagnose en bood verschillende oplossingen. Er was een fietsenmaker om de hoek, waar ik mijn fiets kon achterlaten en dan zou hij mij op de motor naar huis brengen. Dat leek me een weinig aantrekkelijk voorstel. Maar hij had thuis ook verschillende setjes dop- en steeksleutels, waarmee hij de voorrem los kon draaien, alleen dan kon ik die rem niet meer gebruiken. Dat leek me een betere optie, want ik gebruik normaal toch alleen de achterrem. Ik liep met hem mee langs allerlei achterommetjes van treurige oude nieuwbouwstraatjes en betrad zijn achtertuin. Een ware junk yard vol afval, hout, metaal en onderdelen van onduidelijke herkomst. Maar die sleutels waren er. Hij bood me een kopje koffie aan, wat ik, ondanks het feit dat hij alleen Nescafé had, accepteerde, maar waar ik onmiddellijk spijt van had toen ik een blik in zijn keuken geworpen had. De koffie was warm en zat in een schoon kopje en hij schroefde mijn rem los. Ik was uit de brand. Ik hield nog een praatje met hem en twijfelde of ik hem een financiële tegemoetkoming moest aanbieden, maar besloot dat hij dat als een belediging op zou kunnen vatten. Voor hij zijn levensgeschiedenis uit de doeken kon doen nam ik met veel dankbetuigingen afscheid.

Zondagochtend in Weesp, een damsel in distress en van diverse kanten spontane hulp en de bevestiging dat onze samenleving niet louter bestaat uit egoïstische eenlingen die uit zijn op geldelijk gewin of het op mij gemunt hebben. Was het belangeloze hulp? Dat is maar wat je eronder verstaat. Helpen geeft een goed gevoel en mijn rommelmeneertje kreeg voor een eenzame zondagochtend onverwacht veel aandacht en natuurlijk een verhaal. Ik vertrouw er in ieder geval op dat dat voor de meeste mensen genoeg is om aardig te zijn en de helpende hand te bieden als dat nodig is. Daarom voel ik mij waarschijnlijk ook nooit bedreigd.
 
*************************************************************
Uitgave van De Leunstoel wordt mede mogelijk gemaakt door Hoorweg&Quint
organisatieadviseurs. Ga voor nadere informatie naar: www.hoorweg-quint.nl .
© 2005 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2