archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Het leven zelf | ||||
Nou daar zaten we dan, aan boord | Sjanie Hoornweg | |||
Nou, daar zaten we dan aan boord. Iets vreemds voor ons kinderen en het zal wel heel, heel moeilijk voor Ma & Pa geweest zijn. Een paar dekken naar beneden, het moet onder de waterlijn geweest zijn, want ik herinner mij geen raampje, sliepen Piet en Miep (mijn ouders), jonge Piet, Sjaan, Sijr en Henry in een kleine hut. Wij, de twee oudsten, kregen natuurlijk de bovenste bunk, Sijr & Henry beneden ons. Ik vond het redelijk benauwd en had altijd de kleine ventilator open en een klein bedlampje maakte dat Peter (Piet) en ik op bed konden lezen ‘s avonds. Veel is er niet te vertellen want wij aten apart van onze ouders (kinderen onder de 12 jaar) en we werden de hele dag beziggehouden op de kinderzalen. Zodra je opstond was het naar de badkamer gaan met een hoop andere mensen en dan naar de kindermaaltijd en vervolgens direct naar de kinderzalen. Peter (Piet) op de jongenszaal, ik op de meisjeszaal en de andere twee op de kleuterzaal. Je ouders kwamen je halen voor de middagmaaltijd en dan weer terug naar de kinderzalen, want kinderen mochten niet op dek. Zover als ik het me nog herinner deden de jongens houtwerk, maar het werk dat Peter maakte kwam niet met hem van de boot. Ik leerde hoe ik een leuk ezeltje kon maken van raffia en ook hoe ik een serveerschotel kon maken van triplex en pitriet (rattaan). Ik was erg trots op m’n werk en hoopte dat ook na m’n aankomst in Australia vol te houden. Ene keer kwam een juf mij halen omdat Henry maar bleef brullen en ze konden mijn ouders niet vinden. Dus heb ik hem uit de zaal meegenomen om naar Ma & Pa te brengen. Nou ik sjouwde hem de dekken op en neer en was doodmoe voordat ik eindelijk het oudere echtpaar Wagemaker vond, dat de hut naast ons had en die wij tegen die tijd meestal aanspraken als Oma & Opa. Eén bleef bij mij en de andere ging m’n ouders halen. Ik was m’n broertje wel flink zat tegen die tijd! Omdat wij altijd direct na onze avondmaaltijd naar de hut werden gebracht en de ouders nog gingen eten enz. enz. hadden de scheepslui het karweitje van oppas. Toen Ma & Pa van boord gingen om Aden en Port Said te bezoeken waren Opa & Oma oppassers voor ons. Peter heeft z’n Fez nog die in (ik denk) Aden voor hem is gekocht. Toen we in Fremantle aankwamen gingen we allemaal van boord. Het was een stralende zonnige dag en wij vonden Fremantle een prachtstadje. En dan Melbourne, we kwamen ‘s middags aan maar mochten niet van boord. Schijnbaar wilden ze ons meenemen naar Sydney, waar werk was voor een boekhouder. Pa had de grootste ruzie, want er stond een baan en werk te wachten in Rochester. De volgende dag gingen Ma en kinderen met Oma & Opa van boord. En het was Melbourne, dus het regende! Veel hebben we niet gezien want van Station Pier af is het een flink eind lopen om wat te zien. Pa bleef achter. Ik heb zo’n vaag idee dat hij die dag nodig had om alles te sorteren, zodat ze ons niet konden dwingen naar Sydney te gaan. Wij konden maar beter niet weer terug aan boord komen. Wat dan ook, de volgende dag vertrokken we op de trein naar Rochester. ------- Het plaatje is van Han Busstra |
||||
© 2019 Sjanie Hoornweg | ||||
powered by CJ2 |