archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Het leven zelf | ||||
Now is the hour | Sjanie Hoornweg | |||
Wij gingen emigreren. Wat betekende dat voor mij, een meisje van negen jaar? Zoals ik het nu na al die jaren herinner. We moesten naar dokters in Amsterdam gaan voor gezondheidskeuringen. Wat ik toentertijd eng vond, want ouders werden de ene kant uit gestuurd en ik moest mezelf uitkleden tot mijn onderbroekje toe in een klein hokje en dan een nauw gangetje door en dan wachten in een ander klein hokje tot de dokter je kwam halen. En daarna ging je weer terug en moest je op de familie wachten in een wachtzaal. Op school merkte ik alleen dat, als we wilden, Peter en ik met Engelse les konden beginnen, maar het werd schijnbaar niet nodig gedacht, want het gebeurde niet. Ik weet wel dat ik kwaad werd op mijn handwerkjuf, want we waren sokken aan het breien, en omdat ik zo strak breidde kon je amper de steken van de naald krijgen. Die juf wachtte totdat ik de hiel had gedraaid en trok het toen uit en ik moest opnieuw beginnen! Terwijl ik daar nog mee zat te hannesen ging de rest van klas aan een tafellaken borduren; dat was mooi en precies iets wat ik liefhad. Maar ik mocht het niet want ik ging toch emigreren! Wat? Ik weet nog dat ik vroeg: nou dat geef toch niks, ik kan het toch meenemen? Maar dat mocht niet, ik kon beter mijn tijd benutten om goed te leren breien! En dan was er het weggeven van geliefde spullen, mijn vriendinnetjes kregen de poppenstoel, strijkplank, het winkeltje, poppenwieg enz. Mijn celluloid babypop ging terug naar mijn Tante Bep, van wie ik ‘m had gekregen, met de woorden: ‘bewaar het voor me, als ik ouder ben kom ik het afhalen’. Pa en Ma mochten maar zoveel spul hebben, al het kinderspeelgoed bleef achter. Peter mocht z’n Sjors & Sjimmie boekjes houden en ik kreeg een nieuw klein popje wat ik kon dragen en mijn kleine opklap tafeltje mocht mee. Maar toch. Opwindend was het wel dat je voor de eerste keer van je leven een hele mooie en dikke winterjas met capuchon kreeg, want volgens m’n Oom en Tante in Australia (voor één jaar) waren de winters ook koud daar. Eén van mijn groottantes maakte een nieuw rokje, een andere breidde een trui en vestje, weer een andere haakte prachtviooltjes om op de trui te zetten. Zodoende had ik een mooi gewaad om in te vertrekken. Opa Pors kocht kleine petjes voor Peter Simon en mij om op te zetten, zodat ze ons makkelijk konden zien wanneer ze ons uitzwaaiden (we hebben ze nog). En mijn moeders’ zus, die kinderloos was bedelde Peter en mij dat wij bij haar zouden blijven, want ze zou ons zo missen en zij had geen kinderen en mijn moeder had er dan nog drie over. Dat vond ik zo gek toen, want m’n moeder zou me toch nog meer missen dan m’n tante, volgens mijn idee! De dag van vertrek heeft de familie een bus gehuurd die Pa z’n vriend Jo Schravensande bestuurde en ons en familieleden naar de boot bracht. Ze zwaaiden ons uit en we voeren weg, en moesten toen weer terug naar de kaai want er was iets mis. Er was natuurlijk niemand meer op de kaai toen we voor de tweede keer uitvoeren. Wel speelden ze het lied ‘Now is the hour’. ------- Het plaatje is van Petra Busstra |
||||
© 2019 Sjanie Hoornweg | ||||
powered by CJ2 |