archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Het leven zelf | ||||
In gesprek met haar smartphone | Julius Pasgeld | |||
Laatst kon ik mijn weeggooischeermesje niet meer vinden. Overal gezocht. Nergens! Zeker weggegooid, dacht ik. Maar dat kon niet want ik scheer me om de dag en doe een maand met één scheermesje. En het was midden in de maand. Dus dat kon niet. Weet je wat, dacht ik. Ik vraag het even aan de smartphone van mevrouw Pasgeld. Want mevrouw Pasgeld praat steeds meer met haar smartphone in plaats van met mij. Eerst dacht ik dat ze aan het telefoneren was. Maar toen ik beter luisterde vroeg ze van alles aan haar smartphone en ze kreeg nog antwoord ook. Na enig zoeken vond ik haar smartphone op haar bureau. Het was nog een hele toer om hem aan te krijgen. Maar na enig schuiven, schudden en drukken floepte hij aan. ‘Waar is mijn scheermesje gebleven?’, vroeg ik. ‘Ik hoor aan je stem dat je iemand anders bent’, zei de smartphone. ‘Pas als ik je profiel heb, kan ik je het juiste antwoord verstrekken. Zou je zo vriendelijk willen zijn je profiel in te spreken. Je hebt daar precies drie minuten voor’. ‘Nou’, zei ik. ‘Om te beginnen ben ik iemand die niet graag met ‘je’ word aangesproken door vreemden. Pas als we elkaar wat beter kennen kunt u mij tutoyeren. Ik geef wel een seintje als het zover is. Verder kunt u mij omschrijven als buitengewoon rustig. Buitengewoon vriendelijk. Hulpvaardig. Geduldig. Bereid en in staat me in te leven in anderen. Ik word bijna nooit boos. En ben na ruime levenservaring in staat om te relativeren als dat nodig is’. Ik had daar aan toe willen voegen, dat ik niet van smartphones hield. Maar om de een of andere reden leek me dat niet verstandig. Dus hield ik me in. ‘Goed’, zei de smartphone. ‘Dat heb ik allemaal opgeslagen. U kunt nu vragen wat u wil’. ‘Waar is mijn scheermesje gebleven?’, vroeg ik. ‘In de bovenste la van het nieuwe badmeubel. Aan de linkerkant in een plastic doosje samen met het scheerschuim, de aftershave en de nog ongebruikte scheermesjes’, klonk het. ‘Dank u wel’, zei ik en schudde, wreef en drukte om hem verder tot zwijgen te brengen. Inderdaad vond ik het gezochte scheermesje op de plek die de smartphone had aangegeven. Dat vond ik toch wel sterk. Hoe wist hij dat? Het was eigenlijk een beetje griezelig. Misschien wist hij ook allerlei dingen van mij, waarvan ik liever niet had, dat hij ze wist. Weet je wat, dacht ik. Ik vraag het hem gewoon. Na wat schudden, wrijven en drukken had ik hem weer aan. ‘Hoe wist u eigenlijk waar dat scheermesje lag’, vroeg ik. ‘Daar vraag je me wat’, antwoordde hij. ‘U’, zei ik. ‘Daar vraagt ù me wat. Ik zei, dat ik wel een seintje zou geven’. ‘Sorry’, zei hij. ‘Nou, hoe zit het?’, vroeg ik nogmaals. ‘Hoe wist u waar mijn scheermesje lag?’ ‘Dat had mevrouw Pasgeld gedaan’, zei hij. ‘Mevrouw Pasgeld heeft alle dingen die u regelmatig gebruikt in mij opgeslagen, samen met de plek waar ze liggen. Dan hoeft ze voortaan alleen maar even aan mij te schudden, te schuiven of te drukken, in plaats van u iedere keer weer antwoord te geven op uw veelvuldig gevraag waar dit ligt of waar dat ligt. Ze bekende mij, dat ze zich, gezien uw leeftijd, aan het voorbereiden is op een eventuele achteruitgang in uw geheugen. Zodat ze haar tijd aan betere dingen kan besteden’. Ach. Eigenlijk is dat nog niet eens zo’n gek idee. ------ Het plaatje is van Petra Busstra |
||||
© 2018 Julius Pasgeld | ||||
powered by CJ2 |