archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Het leven zelf | ||||
Op zoek naar de kerstster (2) | Jan Willem Minderhout | |||
Het is opvallend dat voorafgaande aan de overgang van het jaar min één naar het jaar plus één er relatief veel ‘verschijnselen’ plaatsvonden; in de vorm van samenstanden van planeten (waardoor ze soms één zeer sterk lichtpunt leken), maar ook van de planeten met Regulus, de hoofdster van het sterrenbeeld De Leeuw. Dat de grootste lichtbronnen, Jupiter, Venus en Regulus, hierin een belangrijk aandeel leverden spreekt voor zichzelf. Jupiter werd beschouwd als de koning van de planeten die nauwkeurig in de gaten gehouden werd. Elke verandering die men kon koppelen aan deze planeet en verpakken in een verhaal deed het verhaal magische betekenis krijgen. Vooral aan samenstanden met Jupiter werd dus veel betekenis toegekend. Terugrekenend naar de tijdrekening zoals wij die nu gebruiken, begon een periode van meerdere samenstanden in het jaar 7 voor Christus. (Let op: dat is dan volgens de Christelijke jaartelling. Daarin is het jaar dat Christus geboren is het jaar één na Christus. Aangezien het jaar nul niet bestaat is het jaar daar voor het jaar één voor Christus.) Overigens waren die samenstanden niet zo spectaculair, Jupiter en Saturnus bedekten elkaar namelijk niet, ze vormden niet één lichtpunt. Het bijzondere was wel dat de planeten elkaar tot drie maal toe dicht naderden. In de lente van het jaar 2 voor Christus verliet Jupiter de zonnegloed en werd zichtbaar vanaf de aarde om uiteindelijk een derde samenstand te vormen met Regulus, Cor Leonis: het hart van de Leeuw, de hoofdster van het sterrenbeeld de Leeuw. Dit gebeurde voor de opkomst van de zon. De samenstanden vonden plaats op 14 september van het jaar 3 voor Chr., 17 februari en 8 mei van het volgende jaar (2 voor Chr.) Bronnen: internet. Jupiter, de koningsplaneet en Venus, de godin van de vruchtbaarheid, bewogen zich ook naar elkaar. Een teken van de aanstaande geboorte van een koningszoon? Het teken voor de wijzen om op stap te gaan en het spoor van een ster te volgen in de richting van Judea? Niet verder weg, naar het centrum van de macht, naar Rome waar de geboorte van deze koningszoon niet zou opvallen. De geboorte zou overschaduwd worden door de pracht en praal die keizer Augustus ten deel viel. De nieuw geborene zou daar niet kunnen schitteren zoals de ster Sirius schittert aan de hemelkoepel. De samenstand, die de wijzen misschien deed besluiten om op reis te gaan, was nog niet alles. Deze vond plaats in het sterrenbeeld de Leeuw, de koning der dieren, met Regulus als flonkerende hoofdster en de maan plus de planeet Mercurius als secondanten. Al deze verschijnselen werden voorafgegaan door de opkomst van Sirius en Orion. Of de wijzen ongeveer twee jaar later in Bethlehem aankwamen is niet zo belangrijk. Ze bereikten de plaats van de geboorte wel op het jaarlijks weerkerende moment dat Sirius in het zuiden staat, indien met de kerstster Sirius bedoeld wordt. Het leuke is dat we dit verhaal, op de samenstanden na, tijdens de kerstweek zelf kunnen beleven. Ga naar buiten op een heldere nacht en zoek een stille plek. Kijk in zuidelijke richting, daar ziet u de Orion, Sirius en Regulus in alle pracht. Kijk nog eens tijdens een volgende nacht en u ziet dat de hemelkoepel, dus ook Sirius, zich verplaatst heeft naar het westen. Op deze momenten voelt u zich een wijze uit het oosten die Sirius volgt in westelijke richting. U voelt zich dan klein onder de hemelkoepel en misschien voelt u aan waarom de wijzen op stap gingen met de kennis van toen. Ze bereikten hun doel in een onbekend jaar maar wel op het moment dat Sirius hoog in het Zuiden stond en Christus geboren werd. In het vorige nummer is deel 1 te vinden. --------- Het plaatje is door Henk Klaren bijeengebracht onder gebruikmaking van 'publieke bronnen. |
||||
© 2017 Jan Willem Minderhout | ||||
powered by CJ2 |