archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Het leven zelf | ||||
De vrachtwagenchauffeur | Marietta van der Duyn Schouten | |||
Eind van de winter reed ik op een avond pas rond middennacht terug van een vergadering die toch gezelliger bleek dan ik op het eerste blik verwacht had.
Ik had de auto gepakt hetgeen getuigde van luiigheid want de plaats van de meeting was maar 5 kilometer van mijn huis verwijderd, voor mij meestal een reden om mijn fietsje van stal te halen. Toegegeven; het was ook wel rotweer.
Halverwege kwam ik bij een bocht en zag ik mijzelf gedwongen vaart te minderen. Rechts van mij, bij een bushalte staat een man in de donkere nacht met een brief te zwaaien om mij te laten stoppen. Ik schat de situatie razend snel in, zie een grote Poolse vrachtwagen, een hulpeloze man en stuur mijn auto de bushalte op. Voordat ik er erg in heb rukt de man het portier open. Ik bedenk op dat moment dat ik wellicht niet slim bezig ben en haal mijn tas van de bijrijders stoel.
De man drukt een verkreukeld stukje papier in mijn handen en wacht geduldig af wat ik ervan ga zeggen. Het duurt even voordat ik uit het lettercombinaties een straatnaam kan opmaken die eventueel het adres zou kunnen zijn. De straat waarvan ik denk dat het is, is op het bedrijventerrein een kilometer of drie verderop. De brave man spreekt gebrekkig Engels en ik zie in dat een poging om de route uit te leggen niet gaat werken en hij wederom zal stranden.
Grootmoedig besluit ik hem er naar toe te brengen en gebaar de kerel mij te volgen met zijn enorme vrachtwagen en aanhanger. Drie rotondes verder gaan we het spoor over. Vertwijfeld begin ik mij, nu pas, af te vragen of het wel een goed idee is geweest. Ik grabbel onder het rijden mijn GSM uit mijn tas en stel deze zo in dat ik zo 112 kan bellen, ik hoef maar 1 keer te bellen en duw de centrale vergrendeling met m’n elleboog naar beneden en beloof mezelf alleen een stukje van het raam te openen. Ondertussen voel ik mij wel een beetje schuldig over deze maatregelen, echter, de jongeman had me daarnet al van alles en nog wat aan kunnen doen.
Als ik het bedrijventerrein opdraai doe ik een schietgebedje en hoop dat ik in één keer de goede straat tref en het bedrijf dat wel goed op het briefje te lezen stond. Gelukkig, ik zat goed en vond het direct. De man komt met een brede glimlach uit de vrachtauto en door het raampje schudt hij m’n arm lam. Hij is mij eeuwig dankbaar, althans, dat maak ik er maar van.
Ik zeg gedag en met een goed gevoel rij ik naar huis en bedenkt mij voor de zoveelste keer: Wie goed doet, ontmoet goed! Of is het in mijn geval meer: Wie naïef is, kan alleen maar hopen dat het goed gaat! |
||||
© 2005 Marietta van der Duyn Schouten | ||||
powered by CJ2 |