archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Een begrafenis op Texel Joop Quint

1219BS Begrafenis TexelKlaas is overleden. Hij had veel vrienden; ik was daar een van. De basis van onze vriendschap was drank. (Mensen die mij kennen weten dat ik wel meer van dat soort vriendschappen heb.) Maar de band met Klaas was functioneel. Hij heeft een drankzaak, of eigenlijk twee. Een nette winkel in het centrum van Den Burg, vlakbij Albert Heijn. Daar staat Mary, zijn lieve vrouw. Iets aan de buitenkant van Den Burg is een loods/schuur vol met drank, daar was Klaas altijd.

Klaas is 74 geworden, maar een jaar ouder dan ik nu ben. Onze vriendschap begon ongeveer 25 jaar geleden. Zoals ik wel eens verteld heb woonde ik van mijn twaalfde tot mijn zeventiende op Texel. Toen ik een jaar of 20 was ben ik er nog een paar onvergetelijke seizoenen geweest, als badmeester aan het strand. Daarna was ik er niet meer of nauwelijks. Tot we, ongeveer dertig jaar later, onze eigen caravan op Texel kregen.

Ik had natuurlijk whisky nodig en ging naar de loods. Daar was Klaas. Het viel me op dat hij erg leek op Manuel uit Fawlty Towers: klein, donker en heel beweeglijk. Hij vroeg of ik even stil wilde blijven staan. Hij hield zijn hoofd schuin, was een korte tijd stil en zei : ‘Quint’. Alleen de voornaam die hij liet volgen klopte niet. Die was van een broer met wie hij in de klas had gezeten, ongeveer veertig jaar geleden. Klaas had een fantastisch geheugen.

Klaas was een bijzondere man. Dat merkte ik doordat ik voor hem en de whisky regelmatig in de loods kwam. Hij was heel hartelijk, lulde als een gieter (er is geen ander woord voor), schreef messcherpe ingezonden brieven in de Texelse Courant, had over bijna alles een gefundeerde mening, sprak vijf talen, en -naar ik later hoorde- speelde uitstekend piano, bij voorkeur Chopin, want zijn moeder was Pools.

Vaak werd ik uitgenodigd voor een kopje koffie in zijn kantoortje. Een soort grote kast achter in de loods. Daar hing het helemaal vol met krantenknipsels, fotootjes, ansichtkaarten. Sommigen van 20 jaar geleden, allemaal met een verhaal erbij. In dat kantoortje ontving hij op dinsdagochtend zijn oudste vrienden, Texelaars waarmee hij nog op school had gezeten. Daar werd de wereld en vooral Texel doorgenomen.

Dan ging het vooral over het oliedomme gemeentebestuur en de door hen aangestuurde ambtenaren, zoals de fascistische parkeerwachters. Het dieptepunt werd, wat Klaas betreft, bereikt toen de gemeente aan het Esperantomonument wilde komen. U leest het goed. Texel heeft een Esperantomonument. Het is ca. 10 meter hoog in roodbruin, lelijk baksteen. Het staat in een heel klein parkje, toevallig, schuin tegenover het huis van Mary en Klaas, aan de overkant van de straat. De gemeente wilde er een fietsenstalling omheen maken. De Texelse Courant was te klein voor de ingezonden brieven van Klaas. De toon was zodanig dat hij volgens mij een kans liep om aangeklaagd te worden wegens smaad. Zoals het vaak gaat: de fietsenstalling is er toch gekomen. Hij staat nog steeds om het monument heen, alleen wat kleiner dan eerst.

En nu is hij dus overleden. Donderdag was ik bij Mary in de zaak. Ze vertelde dat Klaas in het ziekenhuis was opgenomen met poliepen aan zijn dikke darm. Het klonk niet bijzonder ernstig. Toch had ik geen goed gevoel. Toen ik maandag in de winkel langs ging om te informeren stond er hun schoonzoon, helemaal van de kaart, die vertelde dat Klaas de dag tevoren was overleden.

Voor het afscheid had ik geen andere kleren dan mijn spijkerbroek en een donkerblauwe polo met korte mouwen. (Je neemt je goede pak niet mee naar de caravan.) Foute boel, dacht ik, toen ik tot mijn stomme verbazing bij de ingang van het kerkje een Texelaar zag die ik heel goed kende, in een net, strak, grijs pak. Die had ik nog nooit zo gezien. Hij was de eigenaar geweest van een paviljoen aan het strand en tapte de biertjes in de kantine van ZDH (Zwaluwen Den Hoorn, vijfde klasse KNVB). Ik dacht dat hij misschien ouderling was of zo, dat had ik nooit achter hem gezocht.

Binnen bleek dat ik me geen zorgen had hoeven maken. De kerk was helemaal vol. Voor het overgrote deel met mannen vrouwen in dagelijkse kleren. Ik denk dat sommige mannen een iets netter geruit overhemd hadden aangetrokken. Later legde iemand me uit dat de echte Texelaars naar een begrafenis gaan ‘gewoon zoals ze zijn’.

De ‘dienst’ – er was geen dominee of zoiets – was heel passend. De toespraken waren goed en niet altijd zwaar op de hand. Een zwager vertelde dat Klaas bij de eerste kennismaking met de familie indruk had gemaakt door te vertellen dat hij een fiets had die op yoghurt liep. Er was een vriend die citeerde uit een ingezonden brief over het Esperantomonument, waarin Klaas een gemeenteambtenaar uitmaakte voor ‘klootzak’ (een woord dat je niet vaak hoort bij een begrafenis). De Texelse Courant had de brief geweigerd. Censuur. Klaas was woedend.

De muziek was heel mooi. Een Portugees lied en prachtige stukken van Chopin, op de piano gespeeld door een vriendin. Het enige storende vond ik de man van het uitvaartcentrum, die met onbenullige woorden de boel aan elkaar praatte. Die komt er bij mij niet in.

Na de dienst liepen we in een lange stoet, achter de kist, een paar honderd meter over de straat naar de begraafplaats. Bij het huis van Klaas en Mary stopten we even. Er waren heel veel zonnebloemen. Die legden we op het graf van Klaas, vlakbij zijn ouders en naast zijn zusje.

---------------------------------------
De tekening is van Elène Klaren
--------------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!


© 2015 Joop Quint meer Joop Quint - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Een begrafenis op Texel Joop Quint
1219BS Begrafenis TexelKlaas is overleden. Hij had veel vrienden; ik was daar een van. De basis van onze vriendschap was drank. (Mensen die mij kennen weten dat ik wel meer van dat soort vriendschappen heb.) Maar de band met Klaas was functioneel. Hij heeft een drankzaak, of eigenlijk twee. Een nette winkel in het centrum van Den Burg, vlakbij Albert Heijn. Daar staat Mary, zijn lieve vrouw. Iets aan de buitenkant van Den Burg is een loods/schuur vol met drank, daar was Klaas altijd.

Klaas is 74 geworden, maar een jaar ouder dan ik nu ben. Onze vriendschap begon ongeveer 25 jaar geleden. Zoals ik wel eens verteld heb woonde ik van mijn twaalfde tot mijn zeventiende op Texel. Toen ik een jaar of 20 was ben ik er nog een paar onvergetelijke seizoenen geweest, als badmeester aan het strand. Daarna was ik er niet meer of nauwelijks. Tot we, ongeveer dertig jaar later, onze eigen caravan op Texel kregen.

Ik had natuurlijk whisky nodig en ging naar de loods. Daar was Klaas. Het viel me op dat hij erg leek op Manuel uit Fawlty Towers: klein, donker en heel beweeglijk. Hij vroeg of ik even stil wilde blijven staan. Hij hield zijn hoofd schuin, was een korte tijd stil en zei : ‘Quint’. Alleen de voornaam die hij liet volgen klopte niet. Die was van een broer met wie hij in de klas had gezeten, ongeveer veertig jaar geleden. Klaas had een fantastisch geheugen.

Klaas was een bijzondere man. Dat merkte ik doordat ik voor hem en de whisky regelmatig in de loods kwam. Hij was heel hartelijk, lulde als een gieter (er is geen ander woord voor), schreef messcherpe ingezonden brieven in de Texelse Courant, had over bijna alles een gefundeerde mening, sprak vijf talen, en -naar ik later hoorde- speelde uitstekend piano, bij voorkeur Chopin, want zijn moeder was Pools.

Vaak werd ik uitgenodigd voor een kopje koffie in zijn kantoortje. Een soort grote kast achter in de loods. Daar hing het helemaal vol met krantenknipsels, fotootjes, ansichtkaarten. Sommigen van 20 jaar geleden, allemaal met een verhaal erbij. In dat kantoortje ontving hij op dinsdagochtend zijn oudste vrienden, Texelaars waarmee hij nog op school had gezeten. Daar werd de wereld en vooral Texel doorgenomen.

Dan ging het vooral over het oliedomme gemeentebestuur en de door hen aangestuurde ambtenaren, zoals de fascistische parkeerwachters. Het dieptepunt werd, wat Klaas betreft, bereikt toen de gemeente aan het Esperantomonument wilde komen. U leest het goed. Texel heeft een Esperantomonument. Het is ca. 10 meter hoog in roodbruin, lelijk baksteen. Het staat in een heel klein parkje, toevallig, schuin tegenover het huis van Mary en Klaas, aan de overkant van de straat. De gemeente wilde er een fietsenstalling omheen maken. De Texelse Courant was te klein voor de ingezonden brieven van Klaas. De toon was zodanig dat hij volgens mij een kans liep om aangeklaagd te worden wegens smaad. Zoals het vaak gaat: de fietsenstalling is er toch gekomen. Hij staat nog steeds om het monument heen, alleen wat kleiner dan eerst.

En nu is hij dus overleden. Donderdag was ik bij Mary in de zaak. Ze vertelde dat Klaas in het ziekenhuis was opgenomen met poliepen aan zijn dikke darm. Het klonk niet bijzonder ernstig. Toch had ik geen goed gevoel. Toen ik maandag in de winkel langs ging om te informeren stond er hun schoonzoon, helemaal van de kaart, die vertelde dat Klaas de dag tevoren was overleden.

Voor het afscheid had ik geen andere kleren dan mijn spijkerbroek en een donkerblauwe polo met korte mouwen. (Je neemt je goede pak niet mee naar de caravan.) Foute boel, dacht ik, toen ik tot mijn stomme verbazing bij de ingang van het kerkje een Texelaar zag die ik heel goed kende, in een net, strak, grijs pak. Die had ik nog nooit zo gezien. Hij was de eigenaar geweest van een paviljoen aan het strand en tapte de biertjes in de kantine van ZDH (Zwaluwen Den Hoorn, vijfde klasse KNVB). Ik dacht dat hij misschien ouderling was of zo, dat had ik nooit achter hem gezocht.

Binnen bleek dat ik me geen zorgen had hoeven maken. De kerk was helemaal vol. Voor het overgrote deel met mannen vrouwen in dagelijkse kleren. Ik denk dat sommige mannen een iets netter geruit overhemd hadden aangetrokken. Later legde iemand me uit dat de echte Texelaars naar een begrafenis gaan ‘gewoon zoals ze zijn’.

De ‘dienst’ – er was geen dominee of zoiets – was heel passend. De toespraken waren goed en niet altijd zwaar op de hand. Een zwager vertelde dat Klaas bij de eerste kennismaking met de familie indruk had gemaakt door te vertellen dat hij een fiets had die op yoghurt liep. Er was een vriend die citeerde uit een ingezonden brief over het Esperantomonument, waarin Klaas een gemeenteambtenaar uitmaakte voor ‘klootzak’ (een woord dat je niet vaak hoort bij een begrafenis). De Texelse Courant had de brief geweigerd. Censuur. Klaas was woedend.

De muziek was heel mooi. Een Portugees lied en prachtige stukken van Chopin, op de piano gespeeld door een vriendin. Het enige storende vond ik de man van het uitvaartcentrum, die met onbenullige woorden de boel aan elkaar praatte. Die komt er bij mij niet in.

Na de dienst liepen we in een lange stoet, achter de kist, een paar honderd meter over de straat naar de begraafplaats. Bij het huis van Klaas en Mary stopten we even. Er waren heel veel zonnebloemen. Die legden we op het graf van Klaas, vlakbij zijn ouders en naast zijn zusje.

---------------------------------------
De tekening is van Elène Klaren
--------------------------------------------------
Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!
© 2015 Joop Quint
powered by CJ2