archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Het leven zelf | ||||
Het was 1965, alles ging veranderen | Peter Schröder | |||
Het was 1965, de Nederlandse wereld ging veranderen. Op 12 juni verscheen in een omslag van steentjespapier het eerste, gestencilde, nummer van Provo met tips voor de vervaardiging van explosieven, met als praktische bijlage een ingeplakt heus klappertje. Het is nu 2015, juist, 50 jaar later: Een jubileum. In de media buitelen de voorlieden van toen over elkaar heen. Een Oldies Circuit is op volle toeren. Roel van Duijn is nog niet van de buis of daar komt Willem de Ridder tevoorschijn: taaie rakkers hoor. Ook De Leunstoel slaat geen gek figuur in dit circus. Ooit waren de artikelen ‘Hoe de Sixties ontstonden’ in De Leunstoel 1 ,2 ,3 veel gelezen, ‘Toppers’(?). We kunnen nu weer een nieuw oud stukje van mij over Hitweek recyclen, ditmaal uit De God van Nederland, jaargang 2 no. 6, daar gaat ie: Het weekblad Hitweek verscheen voor het eerst op 17 september 1965. In Nederland verschijnen elk jaar tientallen nieuwe blaadjes en meestal zijn ze weer verdwenen voordat iemand het gemerkt heeft. Hitweek begon ook als hobbyistisch amateurkrantje, maar door de stormachtige maatschappelijke veranderingen in de jaren zestig en de communicatieve talenten van de makers groeide het krantje uit tot het lijfblad van een generatie. Wereldverbetering Op 17 september verscheen het eerste, in offset gedrukte, nummer van Hitweek met een beginselverklaring: ‘Want we zijn van mening, dat de ouderen bang voor ons, tieners, zijn. […] Er schijnt weinig plaats voor initiatieven in deze volwassenen-maatschappij te zijn. […] Met “Hitweek” willen we daar iets aan doèn. Hitweek heeft geen redaktie. […] Dit is jouw en ons blad. […] Schrijf, fotografeer, maak plannen en weet, dat voortaan - iedere week - Hitweek er is. […] Mensen, dit is een unieke krant. Er gaat iets gebeuren. Let op!!!!’ Willem en Marjolein Ik schreef in 1965 een blauwe maandag voor het gestencilde Olofspoort-studentenkrantje Bikkelacht en ging bij de uitgever/drukker van Hitweek langs om te kijken wat het zou kosten om Bikkelacht voortaan in het veel mooiere offset te laten drukken. Ik woonde in Amsterdam dicht bij de Hitburelen in de Alexander Boersstraat in Zuid en trof daar samenstellers Willem de Ridder, Peter J. Muller en Marjolein Kuijsten, die laten we zeggen de directrice was. Er werd daar aanstekelijk gewerkt, in een dynamische, maar vooral huiskamerachtige ambiance: ik wist meteen dat ik daar ook wat wilde gaan doen. Willem zat al vroeg in het vak: als hij met een zeer slecht rapport thuiskwam van school maakte hij voor zijn vader een speciaal krantje, Uw zoon Willem de Ridder, waarin de positieve kanten van zoonlief werden geroemd. Peter had als krullenjongen gewerkt bij het hoofdstedelijke advertentieblad De Echo (met het juiste gevoel voor verhoudingen presenteerde hij zich als adjunct-hoofdredacteur) en was het muziekkrantje Beatbox begonnen. Gesteund door de verlichte drukker Ruud Schoonman waren Willem en Peter in de showroom van diens bedrijf, zonder al te veel kennis van zaken, maar wel vol zelfvertrouwen begonnen aan Hitweek. Vrijheid van drukpers Hitweek was een Doe Het Zelf-krant en dat bleek een klinkende nieuwe formule met een nieuwe strategie. Het nieuwe offset procedé gaf de amateurs nieuwe kansen: ze konden hun teksten zelf zetten op de IBM Executive schrijfmachine om deze daarna met zelfgemaakte koppen en de illustraties op vellen millimeterpapier te plakken. De (ook al) amateurverspreiding liep via fanclubs, bevriende boekhandels en lezers. Betaalde advertenties waren taboe. Het krantje bestormde in snel tempo een nieuwe landelijke lezersmarkt met nieuwe muziek, mode, strips en een nieuwe agenda; de oplage kwam in de buurt van 35.000 exemplaren, het lezersbereik was vele malen groter. Op een enkele mopperaar na schreven de volwassen media positief over het onvolwassen weekblad. Wél waren er daarnaast ouders en scholen die het krantje ‘verboden’. Hitweek bestormde tegelijk een onontgonnen landelijke journalistenmarkt van nieuwe muziekmakers, schrijvers, fotografen en tekenaars: de stoet mensen die in Hitweek hadden hebben/zijn gedebuteerd en het later tot Namen zouden brengen is indrukwekkend. Alles mag Het geheim van het succes lag in het ontbreken van de toen in medialand heersende ballotage. Bij Hitweek waren beschaafde taalbeheersing, vaardige illustratietechniek, politiek conformisme, minimumleeftijd en goede relaties met sleutelpersonen niet vereist. Hitweek werd een ongesorteerd forum voor een nieuwe generatie. Iedereen was welkom, iedereen hoorde erbij en kreeg desgewenst ook een prachtige Perskaart. Voor je bijdragen hoefde je geen honorarium te verwachten, je deed mee omdat je het mooi, leuk, interessant en belangrijk vond. Waarover gingen de teksten en plaatjes in Hitweek? Waarover niet eigenlijk, voor de buitenwereld vooral over Rock ’n Roll, Lang haar, lifestyle, politiek, Sex & Drugs. Na al die jaren blijkt vooral de vorm indrukkend: een steeds weer veranderende en vernieuwende opmaak, met koppen en kaders die het nieuws van het papier af konden schreeuwen, maar ook fluisteren. Medewerkers Hitweek begon zonder redaktie, maar samensteller Willem ontwikkelde zich uit het niets tot de virtuoze vormgever en hoofdredacteur en Marjolein hield de soms chaotische krantenmachine draaiende: elke week weer. Hitweek begon zonder redactie, maar kreeg vanaf 1966 al gauw continuïteit dankzij een gezelschap vaste medewerkers. Te midden van de binnenstromende bijdragen redigeerde André van der Louw de inkomende post tot een leesbare brievenpagina, Wim Bloemendaal schreef een politieke column, Pim Oets en Evert Wilbrink waren popmuziekdeskundigen en Laurie Langenbach zorgde voor human interest, Koos Zwart legde elektrische leidingen aan en ik schreef over muziek (nieuwtjes, concert- en platenrecensies), de jeugdrevolutie en ook wel over kunst. Vanwege de gepropageerde onprofessionaliteit waren mijn bijdragen meestal niet ondertekend. Redactie! Vanaf 1967 werd een redactie in ons blad vermeld en ik zat er in, maar ik kan me geen serieuze redactievergaderingen herinneren. Voor zover er redactieoverleg was, gebeurde dat tijdens het tot in de zeer late uurtjes maken, tikken, knippen en plakken van het volgende nummer. En nog later met spontane ingevingen tijdens een tussenstop in café Welling. De distributie van het weekblad kwam gaandeweg in meer professionele handen en er verschenen ook betaalde advertenties: vaak opgemaakt door de redactie. Bij de vaste journalistieke kern, meest afkomstig uit het (alternatieve) muziek- en omroepcircuit, voegden zich medewerkers als de studenten Frits Boer (nieuws uit de USA en later de voorlichtingsrubriek ‘Dag Dokter!’), Jan Donkers (Californische popmuziek, Amerika), Arend Jan Heerma van Voss (blues en satire) en Wim Noordhoek (muziek en avontuurlijke maatschappijanalyse). Iets van een goedmoedige tegenstelling tussen de spirituele rokers en de meer rationele drinkers werd in de kolommen merkbaar. Het einde Elke week op tijd een krantje maken kost veel energie en tijd. Voor Willem en Marjolein werd het teveel en na nummer 32 van 25 april 1969 verdween Hitweek waarna het werd omgezet in het veertiendaagse Aloha. De eerste jaren was het nieuwe blad nog een verklede Hitweek, maar langzaam veranderde dat. De fut raakte er een beetje uit en een deels vernieuwde redactie ging uitvoerig vergaderen over nut en toekomst van het krantje. Moest Aloha meegroeien met de ouder wordende lezer of gaan verjongen om het contact met de nieuwe jeugd te behouden? Een antwoord is er nooit gekomen. De teksten werden op den duur onleesbaar. Een creatieve nabloei kwam voor rekening van nieuwe tekenaars/opmakers: talenten als Piet Schreuders en Aart Clerkx. Provo was al op 30 maart 1969 ten grave gedragen, De Beatles hadden in september 1969 hun laatste elpee opgenomen. Op 26 april 1974 verscheen het laatste nummer van Aloha, een mooie reünie van medewerkers. Al met al een passend besluit van een natuurlijk proces. Verder In de Hitweek-periode schreef ik ook voor Vrij Nederland, de Volkskrant en HP Magazine. Daarna werden het ambtelijke nota’s en speeches voor een minister. De laatste jaren schrijf ik af en toe voor het internetmagazine De Leunstoel, een cultkrantje. En natuurlijk ben ik ook als auteur De Poezenkrant trouw gebleven. -------------------------------------------------------------- Het plaatje komt uit de collectie van Peter Schröder -------------------------------------------------- Bestel uw boeken, CD's en nog veel meer bij bolcom, via de banner rechts. Dan steunt u De Leunstoel! --------------------------------------- Abonneert u op de Nieuwsbrief. Ga naar: www.deleunstoel.nl/nieuwsbrief.php |
||||
© 2015 Peter Schröder | ||||
powered by CJ2 |