archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Kip en ei Katharina Kouwenhoven

0514BS Leven
Ik miste hem al een hele tijd en vroeg me af waar hij toch gebleven was, de Kipcaravan.
Wie vroeger een caravan aanschafte om achter zijn auto te hangen, begon met een Kip. Zo'n Kip had de vorm van een ei en was qua omvang ook niet veel groter en zelfs een zeer bescheiden autootje als een Volkwagen Kever kon een Kip trekken. Met een Opel Kadet of een Ford Taunus was je helemaal uit de brand. Voor een Kip had je geen Rolls Royce nodig, zoals zigeunerkoning Petalo voor het trekwerk van zijn caravan.

Het achter je aan slepen van een bescheiden huisje heb ik altijd een vreemde aangelegenheid gevonden. Op de snelweg vormden ze een gevaar voor de medeweggebruikers - op de route naar Bordeaux trof ik ooit in een weekend van 1 augustus een stuk of dertig caravans aan die dwars op de weg stonden, in een greppel waren gegleden, ondersteboven tot staan waren gebracht of al bijna geheel tot schroot waren gereduceerd - en op de camping eisten ze onbehoorlijk veel ruimte. En bovendien: kamperen doe je in een tent.
Maar misschien was ik wel jaloers, want wij reden in een Eend-bestel, een Deux Chevaux, of te wel 'twee paardenkrachten' en hoewel dat er in die tijd al wat meer waren, kon je er nog geen kippenveer mee trekken, laat staan een ei.
Op onze camping in Normandië, vlak bij Honfleur, troffen wij een echtpaar met een Kip. Ze voelden zich een beetje gegeneerd, maar ze hadden een huilbaby en een huilbaby in een tent houdt de hele camping wakker. In de Kip was dat echter niet veel beter want aan isolatie deed de caravanbouwer Jan Kip toen nog niet. Bovendien bood hij alleen plaats aan twee volwassenen, een kleuter en een huilbaby als iedereen rechtopstaand de nacht doorbracht. Toch was dat ei een wonder van vernuft als het om het gebruik van de ruimte ging. Alles was op- en inklapbaar en vooral multifunctioneel. Op de tafel kon je zitten, maar als je ervan wilde eten moest je hem opklappen. Maar toch, het bleef een caravan.

Een van de genoegens van een camping is om nieuwe bezoekers bezig te zien met het opzetten van hun tent. Hoe maak je van al die stokken en die meters onhandig in elkaar gestoken zeil een onderkomentje met drie kamertjes, een kookgelegenheid en een terras? Zelf heb je dat probleem net opgelost, bij het gegniffel van je buren, en zit je relaxt onder je luifel met een wit wijntje, terwijl de nieuwelingen vloeken, zwoegen, ploeteren, ruzie krijgen, dreigen met geweld, kwaad weglopen of terneer geslagen het bijltje erbij neergooien. Ik heb mensen een hele krat bier zien verstouwen voor een half ingestorte tent waarvan de stokken op de verkeerde plaats zaten, voordat ze voldoende moed hadden verzameld om het nog eens te proberen.
Behalve bij een uitzending over IKEA waarin een echtpaar een kast probeerde in elkaar te zetten, waar tenslotte een bijl aan te pas kwam, heb ik nooit meer gelachen dan op die camping. En dat heb je niet met caravans. Daarvan is het leukste moment het parkeren op een plek die eigenlijk te weinig ruimte biedt, maar dat is zelden zo hilarisch als het opzetten van een tent, zelfs niet als de ontkoppelde Kip zoetjes de helling afkachelt terwijl het hele gezin nog in de auto zit.

Een andere bron van vermaak boden de Britten, die in de meest fantastische rijdende bouwsels het Kanaal overstaken om zich een derde graads verbranding op de hals te halen. 'Caravaning' is een typisch Brits tijdverdrijf en ze weten er wat van te maken! Meestal trokken ze niks maar hadden ze een standaard automobiel aan alle kanten uitgerust met aanbouwsels, zoals een Morris Minor met een grote kist op het dak waarvan 's ochtends de klep open ging van waaruit een rood hoofd naar buiten gestoken werd: 'good morning'.
Sommige mensen raakten verslaafd aan het meesleuren van een caravan en die onhandige huisjes werden steeds groter, net als de vehikels waardoor ze getrokken werden. Je zag wel eens combinaties op de weg die net zoveel ruimte in beslag namen als een luxe touringcar, met een paar boten er bovenop en een stuk of wat fietsen achterop gebonden.

Vooral niets thuis laten op vakantie, want anders heb je geen vakantie.
Hoe groter de caravan, hoe meer aardappelen je van huis mee kunt nemen en hoe goedkoper je uit bent, want zo hoef je in je vakantieland geen cent te besteden. Je maakt je daar dan ook immens populair.
Als ik later zo nu en dan toch nog wel eens een Kip zag, gaf me dat een vrolijk en een beetje nostalgisch gevoel. De herinnering aan de eerste Puriteinen, die de trek naar het Westen waagden of zoiets. Normale mensen trokken allang geen Kip meer, dus waarschijnlijk waren dit de eerste Vutters, die met een bescheiden pensioentje naar het Zuiden afreisden om te overwinteren. In een Kip. En aardappelen mee natuurlijk.
Inmiddels is de Kip uitgestorven. Maar nu las ik dat Kip in Hoogeveen een doorstart heeft gemaakt. Hij bouwt weer caravans, nadat de vorige eigenaar failliet was gegaan. De vorige eigenaar? Jan Kip bouwde zijn eerste caravan voor eigen gebruik in 1947 (!). Toen hij er vervolgens zijn beroep van maakte, bouwde hij het 'Kuiken' en de 'Krielkip', die wel de vorm van een ei hadden, maar zeker niet zo heetten. Maar Jan Kip verkocht zijn aandelen al in 1966. Zo is de firma Kip min of meer blijven bestaan als onderdeel van andere ondernemingen, maar de Kipcaravan niet. De best verkochte caravan in Nederland is nu de Hobby, van Duitse makelij, maar dat zegt me verder niets.

Er is dus weer een firma Kip die caravans bouwt en ons zo gek probeert te krijgen ons tweede huisje op te geven voor een sleephut, maar de Kipcaravan behoort voorgoed tot het verleden, al zal er vast wel hier of daar nog een staan te verrotten in een oude schuur of op een rustieke 'camping à la ferme' in de Franse Ardennen.
 
*******************************
Lucia Jonkhoff is ontwerper en tekenaar.
Informatie op www.latsiko.nl .


© 2008 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Kip en ei Katharina Kouwenhoven
0514BS Leven
Ik miste hem al een hele tijd en vroeg me af waar hij toch gebleven was, de Kipcaravan.
Wie vroeger een caravan aanschafte om achter zijn auto te hangen, begon met een Kip. Zo'n Kip had de vorm van een ei en was qua omvang ook niet veel groter en zelfs een zeer bescheiden autootje als een Volkwagen Kever kon een Kip trekken. Met een Opel Kadet of een Ford Taunus was je helemaal uit de brand. Voor een Kip had je geen Rolls Royce nodig, zoals zigeunerkoning Petalo voor het trekwerk van zijn caravan.

Het achter je aan slepen van een bescheiden huisje heb ik altijd een vreemde aangelegenheid gevonden. Op de snelweg vormden ze een gevaar voor de medeweggebruikers - op de route naar Bordeaux trof ik ooit in een weekend van 1 augustus een stuk of dertig caravans aan die dwars op de weg stonden, in een greppel waren gegleden, ondersteboven tot staan waren gebracht of al bijna geheel tot schroot waren gereduceerd - en op de camping eisten ze onbehoorlijk veel ruimte. En bovendien: kamperen doe je in een tent.
Maar misschien was ik wel jaloers, want wij reden in een Eend-bestel, een Deux Chevaux, of te wel 'twee paardenkrachten' en hoewel dat er in die tijd al wat meer waren, kon je er nog geen kippenveer mee trekken, laat staan een ei.
Op onze camping in Normandië, vlak bij Honfleur, troffen wij een echtpaar met een Kip. Ze voelden zich een beetje gegeneerd, maar ze hadden een huilbaby en een huilbaby in een tent houdt de hele camping wakker. In de Kip was dat echter niet veel beter want aan isolatie deed de caravanbouwer Jan Kip toen nog niet. Bovendien bood hij alleen plaats aan twee volwassenen, een kleuter en een huilbaby als iedereen rechtopstaand de nacht doorbracht. Toch was dat ei een wonder van vernuft als het om het gebruik van de ruimte ging. Alles was op- en inklapbaar en vooral multifunctioneel. Op de tafel kon je zitten, maar als je ervan wilde eten moest je hem opklappen. Maar toch, het bleef een caravan.

Een van de genoegens van een camping is om nieuwe bezoekers bezig te zien met het opzetten van hun tent. Hoe maak je van al die stokken en die meters onhandig in elkaar gestoken zeil een onderkomentje met drie kamertjes, een kookgelegenheid en een terras? Zelf heb je dat probleem net opgelost, bij het gegniffel van je buren, en zit je relaxt onder je luifel met een wit wijntje, terwijl de nieuwelingen vloeken, zwoegen, ploeteren, ruzie krijgen, dreigen met geweld, kwaad weglopen of terneer geslagen het bijltje erbij neergooien. Ik heb mensen een hele krat bier zien verstouwen voor een half ingestorte tent waarvan de stokken op de verkeerde plaats zaten, voordat ze voldoende moed hadden verzameld om het nog eens te proberen.
Behalve bij een uitzending over IKEA waarin een echtpaar een kast probeerde in elkaar te zetten, waar tenslotte een bijl aan te pas kwam, heb ik nooit meer gelachen dan op die camping. En dat heb je niet met caravans. Daarvan is het leukste moment het parkeren op een plek die eigenlijk te weinig ruimte biedt, maar dat is zelden zo hilarisch als het opzetten van een tent, zelfs niet als de ontkoppelde Kip zoetjes de helling afkachelt terwijl het hele gezin nog in de auto zit.

Een andere bron van vermaak boden de Britten, die in de meest fantastische rijdende bouwsels het Kanaal overstaken om zich een derde graads verbranding op de hals te halen. 'Caravaning' is een typisch Brits tijdverdrijf en ze weten er wat van te maken! Meestal trokken ze niks maar hadden ze een standaard automobiel aan alle kanten uitgerust met aanbouwsels, zoals een Morris Minor met een grote kist op het dak waarvan 's ochtends de klep open ging van waaruit een rood hoofd naar buiten gestoken werd: 'good morning'.
Sommige mensen raakten verslaafd aan het meesleuren van een caravan en die onhandige huisjes werden steeds groter, net als de vehikels waardoor ze getrokken werden. Je zag wel eens combinaties op de weg die net zoveel ruimte in beslag namen als een luxe touringcar, met een paar boten er bovenop en een stuk of wat fietsen achterop gebonden.

Vooral niets thuis laten op vakantie, want anders heb je geen vakantie.
Hoe groter de caravan, hoe meer aardappelen je van huis mee kunt nemen en hoe goedkoper je uit bent, want zo hoef je in je vakantieland geen cent te besteden. Je maakt je daar dan ook immens populair.
Als ik later zo nu en dan toch nog wel eens een Kip zag, gaf me dat een vrolijk en een beetje nostalgisch gevoel. De herinnering aan de eerste Puriteinen, die de trek naar het Westen waagden of zoiets. Normale mensen trokken allang geen Kip meer, dus waarschijnlijk waren dit de eerste Vutters, die met een bescheiden pensioentje naar het Zuiden afreisden om te overwinteren. In een Kip. En aardappelen mee natuurlijk.
Inmiddels is de Kip uitgestorven. Maar nu las ik dat Kip in Hoogeveen een doorstart heeft gemaakt. Hij bouwt weer caravans, nadat de vorige eigenaar failliet was gegaan. De vorige eigenaar? Jan Kip bouwde zijn eerste caravan voor eigen gebruik in 1947 (!). Toen hij er vervolgens zijn beroep van maakte, bouwde hij het 'Kuiken' en de 'Krielkip', die wel de vorm van een ei hadden, maar zeker niet zo heetten. Maar Jan Kip verkocht zijn aandelen al in 1966. Zo is de firma Kip min of meer blijven bestaan als onderdeel van andere ondernemingen, maar de Kipcaravan niet. De best verkochte caravan in Nederland is nu de Hobby, van Duitse makelij, maar dat zegt me verder niets.

Er is dus weer een firma Kip die caravans bouwt en ons zo gek probeert te krijgen ons tweede huisje op te geven voor een sleephut, maar de Kipcaravan behoort voorgoed tot het verleden, al zal er vast wel hier of daar nog een staan te verrotten in een oude schuur of op een rustieke 'camping à la ferme' in de Franse Ardennen.
 
*******************************
Lucia Jonkhoff is ontwerper en tekenaar.
Informatie op www.latsiko.nl .
© 2008 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2