archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Het leven zelf | ||||
Zulke socialisten had je vroeger ook | Willem Minderhout | |||
Als je in februari naar Friesland gaat hoef je tegenwoordig geen schaatsen meer mee te nemen. Behalve vriesweer kun je overigens alles verwachten. Gisteren was het een zonnige lentedag, maar vandaag is het hondenweer. We verblijven in een gerieflijk verbouwd kippenhok naast een fruitboerderij midden in de Friese wouden. Het is hier prachtig met al die hagen en heggen, maar we zijn vanochtend volledig doorweekt geraakt toen we van het Witveen langs De Leijen naar Quakkenburg wilden wandelen. Dat werd dus een korte wandeling.
We besloten de auto te pakken en een paar echte Friese steden aan te doen. Zo kwamen we ook in het fraaie stadje Franeker terecht. Ik was hier twee keer eerder geweest en beide keren was het planetarium van Eise Eisinga gesloten. Deze keer hadden we geluk. Wonderbaarlijk dat die wolkammer er in zijn woonkamer in geslaagd is om het zonnestelsel tot en met saturnus na te bouwen. Alles werkte nog perfect.
Uiteraard zijn we ook nog even in de stinsetuin achter het stadskasteel geweest. Toen we de tuin verlieten zag ik op het bord dat dit kasteel, nu Museum Martena, siert dat de bouwer Hessel Martena, in 1517 op Rhodos gestorven is. Een opmerkelijk staaltje antiek toerisme.
Nog opmerkelijker vond ik echter dat het bord vermeldt dat Anna Maria van Schurman hier gewoond heeft. Ik wist dat zij in Friesland gewoond had, maar dat was ergens anders. Zij woonde bij de Labadisten op Walthastate in Wieuwerd. Ze was toen een internationale beroemdheid, een van de geleerdste vrouwen van Europa. In Franeker, zo begreep ik, had ze als kind gewoond toen haar vader hier aan de universiteit studeerde.
Aan Anna Maria was enige tijd geleden een uitzending van het prachtige radioprogramma OVT gewijd. Een opmerkelijk verhaal over een zeer begaafde jonge vrouw die zelfs, zij het achter een gordijn, in Leiden mocht studeren. Bij Voetius nog wel. Eén van de ergste Contra-Remonstrantse scherpslijpers die ons land heeft voortgebracht.
De Schurmannen waren zelf ook uiterst religieus. Zij waren aanhangers van de ‘nadere reformatie’, een stroming die vond dat nadat Luther en Calvijn de Christelijke leer hadden aangepast, nu ook het leven zelf in strikt Christelijke zin zou moeten worden ingericht. De zeer geleerde Anna Maria trok hieruit de uiterste consequentie door zich bij de groep rond Jean de Labadie aan te sluiten. Quack beschrijft deze beweging in zijn standaardwerk over ‘De Socialisten’ in hetzelfde hoofdstuk waarin hij de avonturen van Plokhoy, de Familisten en de Collegianten beschrijft: ‘Sporen van socialisme in de XVIIde eeuwse Republiek der Vereenigde Nederlanden’.
Jean de Labadie was een hervormde mysticus die vanuit Frankrijk naar de Nederlanden was getrokken. Hij had zich eerst op Walcheren gevestigd, maar was daar verdreven en was in 1669 in Amsterdam terecht gekomen. Daar stichtte hij een soort commune die nogal wat aantrekkingskracht had op mensen uit de betere kringen, zoals de freules van Sommelsdijk en Anna Maria Schurman. Zelfs in Amsterdam bleek zijn secte niet met rust te worden gelaten. Na veel omzwervingen kwam het gezelschap in Friesland terecht. Hier hadden de freules van Sommelsdijk Walthastate in Wieuwerd geërfd. De Labadie was zelf ondertussen overleden, maar onder leiding van zijn opvolger Pierre Yvon stichtten zij in Wieuwerd een soort Walden avant la lettre. Dit Waltha-Walden wordt door Quack in lyrische bewoordingen beschreven. Vooral de wolkammerij, ze moeten geduchte concurrenten zijn geweest van Eise Eisinga’s vader, was wijd en zijd beroemd.
‘Het doel van al dat streven en zich inspannen was,’ zo schrijft Quack ‘geheele overgave aan en rust in God. Gevoelde de gemeente op Waltha-huis dien vrede, dan weêrklonken de liederen, ruischte het koorgezang door de gewelven van het slot, gaven allen in heilige blijdschap toe aan mystieke verheffingen, en werd als bij uitzondering het avondmaal genoten.’
Deze commune trok nogal wat belangstelling. John Locke is er op bezoek geweest, evenals de Quaker William Penn, de stichter van Pennsylvania.
Ook de Labadisten zelf wilden in de Nieuwe Wereld nieuwe gemeenschappen stichten. Suriname leek een uitgelezen plek, want de broer van de freules van Sommelsdijk was daar gouverneur-generaal. De plantage van de Labadisten werd echter geen succes. Tot overmaat van ramp werd Van Sommelsdijk in 1688 door muitende soldaten vermoord.
Vervolgens probeerden zij ook in de pas gestichte Quakerstaat Pennsylvania voet aan de grond te krijgen. Ook dat was tevergeefs. Tegelijkertijd begon de secte tekenen van ontbinding te vertonen. De gemeenschap van goederen waarin men leefde bleek toch een wat al te hoge prijs voor de welgestelde broeders en zusters. Afgesproken werd dat na hun dood het ingebrachte kapitaal niet aan de gemeenschap maar aan hun erfgenamen zou toekomen. Na de dood van Yvon in 1707 en de laatste freule van Sommelsdijk in 1732 was het zo goed als afgelopen met de Labadisten. In 1732 vestigde de laatste voorganger van de kwijnende secte zich te Leeuwarden.
Het Waltha-slot is ergens in de achttiende eeuw gesloopt. Niets herinnert in Wieuwerd nog aan de Labadisten. ‘Doch,’ schrijft Quack ‘de gedachte aan gemeenschap, binnen die muren en onder die boomen gekweekt, was onverdelgbaar.’
Waren de Labadisten, zoals Quack meent, proto-socialisten? In Jonathan Israel’s ‘Radical Enlightenment’ komen De Labadie en zijn maat Yvon ook voor als tegenstanders van de theoloog Wolzogen, die in hun ogen niet recht genoeg in de leer is. Ze laten zich kennen als benepen orthodoxe fanatiekelingen. En natuurlijk, zulke socialisten heb je ook altijd gehad.
Het is avond en we zitten weer in ons kippenhok. Buiten is de lucht opgetrokken en staat de sterrenhemel te flonkeren. Ik zie minstens drie planeten, maar ik herken alleen Mars met zekerheid. Het doet me denken aan het verhaal van de vrouw die ons rondleidde door Eisinga’s planetarium. Zij vertelde dat Eise op het idee was gekomen om een planetarium te bouwen omdat een of andere dominee had voorspeld dat Mars, Venus en Jupiter met elkaar in botsing zouden komen en dat dat het einde van de wereld zou betekenen. Hij wilde met zijn planetarium laten zien dat zoiets onmogelijk is. Toen ik haar vroeg of de dominee zijn voorspelling op basis van een duistere bijbelexegese had gedaan, ontkende onze gids dat. Hij was gewoon een niet al te goede amateurastronoom, die meer succes had bij het bestrijden van veeziekten.
Wat ik ook niet wist is dat Eisinga een patriots stadsbestuurder van Franeker was. Toen de Oranjeklanten de macht weer grepen werd hij een aantal jaren verbannen. Bij zijn terugkeer was zijn planetarium gelukkig nog volledig in tact. Hij hoefde alleen de gewichten weer op te trekken en het liep weer. Het meesterwerk dat binnen die muren en onder dat dak gekweekt was, was onverdelgbaar.
Eise Eisinga’s Planetarium: http://www.planetarium-friesland.nl/
Museum Martena: http://www.museummartena.nl/
OVT over Anna Maria van Schurman: http://geschiedenis.vpro.nl/programmas/3299530/afleveringen/36344633/items/37533950/
***************************************
Literatuur en beeldende kunst onder één dak
bij Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den Haag.
Kijk op www.buddenbrooks.nl
Zondag 16 maart: Willem Otterspeer en Nop Maas
over de correspondentie van Reve en Hermans. |
||||
© 2008 Willem Minderhout | ||||
powered by CJ2 |