archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Galerie delen printen terug
Een veeleisende stoel Frits Hoorweg

0703BZ Stoel
In 1968 schaften wij de hiernaast afgebeelde stoel aan, een product van de firma Artifort. Veel meer dan een stalen frame waarin drie lappen aaneengeregen leer zijn opgehangen, is het niet. Het ontwerp staat bekend als de F 444 en is van de hand van Pierre Paulin. Ik vermoed dat we er toen 600 gulden voor hebben betaald, dat is niet precies meer na te gaan. Een spectaculaire aankoop voor twee 21-jarigen, terwijl we toch niet echt kunstzinnige types waren. Ik zeker niet; tot voor kort dacht ik dat de stoel door ene Poulenc ontworpen was! Waarom kochten we hem dan? Dat is moeilijk uit te leggen. Hij zat (en zit) heel comfortabel, maar dat heb je wel meer met stoelen, dat was niet het voornaamste. Toen we op het bestaan ervan attent waren gemaakt vonden we beiden dat we hem beslist moesten hebben, zo simpel was het.
Misschien is het verhelderend als ik uitleg hoe we ertoe kwamen. Vaak is het zo dat beslissingen een schijn van rationaliteit krijgen door ze te presenteren als onderdeel van een keten van gebeurtenissen.

Wij hadden in het voorjaar van ’68 besloten op den duur een gezamenlijke huishouding te gaan voeren. In die tijd lag het dan voor de hand te trouwen, althans in de kringen waarin wij verkeerden. Ver weg in Amsterdam schenen de zeden wat losser te worden, maar in Wageningen -waar onze gemeenschappelijke huishouding gevestigd zou worden- was dat buiten de orde. De eerste stap was echter: pogen een gunstige plaats te verwerven op de wachtlijst voor woningen. Ik vervoegde me daartoe bij de studentendecaan en legde haar onze plannen voor.
‘Ja, ja,’ was haar reactie ‘daar zal wel wat tijd overheen gaan hoor, voor jullie een huis krijgen, bedoel ik.’ Ik had niet anders verwacht.
‘Ach, wij hebben geen haast, als we maar vast op die lijst komen.’
‘Oh, er is dus geen sprake van een bepaalde urgentie?’ vroeg ze, terwijl ze me diep in de ogen probeerde te kijken. Ik antwoordde bevestigend.
‘Nou dan zet ik u wel op de lijst,’ zei ze enigszins verward, blijkbaar niet gewend aan deze vorm van langetermijnplanning. Ik maakte aanstalten te vertrekken, maar toen ik bij de deur was, bedacht ze ineens iets.
‘Oh, help, ik moet natuurlijk wel wat gegevens van u noteren.’ Ze rommelde wat in een lade en haalde er een formulier uit. Bij het invullen ervan kwam ze er achter dat mijn ouders niet meer leefden en dat ik bijgevolg geen ‘thuis’ had.
‘Oh,’ riep ze, ineens met de vrolijke noot in haar stem van de beambte die voor de verandering goed nieuws mag overbrengen, ‘maar dan staan jullie meteen bovenaan de lijst!’ De importantie van deze mededeling drong niet direct tot mij door en daarom ging zij nog even door: ‘Toevallig komen er binnenkort flats gereed, waar jullie zo in kunnen’.

Daar hadden wij in het geheel niet op gerekend, maar ja, over meevallers hoor je niet te klagen. Zo kwam het dus dat wij, nauwelijks 21, ineens een voor onze begrippen grote flat hadden in te richten. Ik had daar niet zoveel ideeën over, maar mijn toekomstige echtgenote wel. Die had op de Huishoudbeurs een uitstalling gezien van grenen meubelen, toen het nieuwste van het nieuwste, en dat leek haar wel wat. Ze had uitgevonden dat die meubelen in Den Haag verkocht werden door Alveka, een trendy meubelzaak die aan de Denneweg 56 zat. Ik kon wel raden dat daar prijzen in rekening werden gebracht die normaal gesproken buiten onze financiële mogelijkheden lagen, maar het arme weesje kon op zijn 21e verjaardag een kleine erfenis tegemoet zien, die ons tijdelijk enige armslag zou geven. Dus gingen we toch maar eens kijken en toen waren we verkocht. Uiteindelijk schaften we er aan: een grenen bank met hoofdzakelijk bruine, geblokte bekleding en een lattenbank, alsmede een Pastoe eettafel met vier zwarte vlinderstoelen (van Arne Jacobson) en ……. stoel0703BZ Gevel F 444.

Alveka bestaat niet meer, maar het pand waar de winkel in zat is er nog steeds en wel zeer herkenbaar, met een spectaculaire Art Nouveau-gevel die geheel uit glas en ijzer bestaat. In 1898 werd het gebouw door J.W. Bosboom ontworpen als toonzaal voor de ijzergieterij E. Beekman.
Wij werden er onthaald door Bram van Pijpen, die er duidelijk plezier in had om twee groentjes in te wijden in de wereld van mooie gebruiksartikelen. Voor we onze reusachtige order plaatsten zijn we ik weet niet hoeveel keer bij hem langs geweest. Ik denk er nog altijd met plezier aan terug. Het was natuurlijk zijn werk, maar hij maakte er wel wat van! Van Pijpen, bleek ons later, genoot enige faam in Den Haag. Hij speelde een belangrijke rol in de herontwikkeling van de Denneweg en omgeving. Het pleintje bij de twee pakhuizen die achter de toonzaal staan (nu Theater Pepijn, genoemd naar de cabaretgroep van Paul van Vliet; niet bedoeld als anagram van 'Pijpen') werd na zijn dood in 1994 naar hem vernoemd. Nadat hij z'n zaak van de hand had gedaan heeft het gebouw waar Alveka in zat een tijdlang dienst gedaan als filmhuis, maar nu zit er weer een woninginrichter in.

De stoel van Pierre Paulin bleek esthetisch een welkom contrapunt te vormen bij die zware grenen banken. Het viel mij echter al snel op dat de meeste gasten er hun bewondering over uitspraken, om vervolgens ergens anders te gaan zitten. De grenen banken zagen er blijkbaar aanlokkelijker uit. Misschien had het ook iets te maken met de zithouding waarin je automatisch terechtkomt als je in de stoel gaat zitten. De knieën worden iets omhoog geduwd, waardoor het lichaam bijna gedwongen wordt zich te ontspannen, wat enerzijds heel prettig is maar wat anderzijds zorgt voor een aanblik die als minder flatteus kan worden ervaren. Vooral vrouwen, in die tijd had je minirokken, schrokken ervoor terug zich aan deze vorm van ontspannen over te geven. Ook als we geen bezoek hadden werd er slechts spaarzaam gebruik van gemaakt. We hadden eigenlijk meestal niet de tijd om ons over te geven aan het absolute nietsdoen waar de stoel je eigenlijk toe dwingt. Zo stond de stoel van Pierre Paulin er vaak meer als ornament dan als gebruiksvoorwerp.

De grenen zitbank is inmiddels verdwenen. Ook de Pastoe eettafel hebben we afgedankt. Van de Arne Jacobson-stoeltjes, die na 41 jaar enigszins beduimeld ogen, kunnen we nog steeds geen afscheid nemen. De lattenbak staat, roodgeverfd, op de loggia en dient als onderzetter voor planten. Maar ….. F 444 heeft een glorieuze comeback gemaakt!
Een tijdlang heeft hij op de kamer van mijn jongste zoon gestaan. Die had blijkbaar minder moeite met het regime van totale ontspanning dat de stoel je oplegt. Gedurende het verblijf op zijn kamer begon de stoel zelfs slijtageverschijnselen te vertonen. Het stiksel dat de leren lappen bijeen houdt liet los, een mankement dat hij provisorisch wist te herstellen met een touwtje.
Zo inspirerend is zijn voorbeeld geweest dat we, na zijn vertrek uit huis, besloten hebben de stoel in ere te herstellen. Een meubelmaker ergens aan de rand van Den Haag heeft een nieuwe zitting gemaakt en nu staat hij weer in onze huiskamer te pronken. Nog steeds moet ik me ertoe zetten erin te gaan zitten, omdat ik heel vaak het idee heb dat ik nog ‘iets moet doen’. De verwachting is gerechtvaardigd dat daar nu snel verandering in komt.
 
*****************************
Hebt u ook een stoel met een verhaal?
Schrijf het op en stuur in!
 
*****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php


© 2009 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Galerie" -
Bezigheden > Galerie
Een veeleisende stoel Frits Hoorweg
0703BZ Stoel
In 1968 schaften wij de hiernaast afgebeelde stoel aan, een product van de firma Artifort. Veel meer dan een stalen frame waarin drie lappen aaneengeregen leer zijn opgehangen, is het niet. Het ontwerp staat bekend als de F 444 en is van de hand van Pierre Paulin. Ik vermoed dat we er toen 600 gulden voor hebben betaald, dat is niet precies meer na te gaan. Een spectaculaire aankoop voor twee 21-jarigen, terwijl we toch niet echt kunstzinnige types waren. Ik zeker niet; tot voor kort dacht ik dat de stoel door ene Poulenc ontworpen was! Waarom kochten we hem dan? Dat is moeilijk uit te leggen. Hij zat (en zit) heel comfortabel, maar dat heb je wel meer met stoelen, dat was niet het voornaamste. Toen we op het bestaan ervan attent waren gemaakt vonden we beiden dat we hem beslist moesten hebben, zo simpel was het.
Misschien is het verhelderend als ik uitleg hoe we ertoe kwamen. Vaak is het zo dat beslissingen een schijn van rationaliteit krijgen door ze te presenteren als onderdeel van een keten van gebeurtenissen.

Wij hadden in het voorjaar van ’68 besloten op den duur een gezamenlijke huishouding te gaan voeren. In die tijd lag het dan voor de hand te trouwen, althans in de kringen waarin wij verkeerden. Ver weg in Amsterdam schenen de zeden wat losser te worden, maar in Wageningen -waar onze gemeenschappelijke huishouding gevestigd zou worden- was dat buiten de orde. De eerste stap was echter: pogen een gunstige plaats te verwerven op de wachtlijst voor woningen. Ik vervoegde me daartoe bij de studentendecaan en legde haar onze plannen voor.
‘Ja, ja,’ was haar reactie ‘daar zal wel wat tijd overheen gaan hoor, voor jullie een huis krijgen, bedoel ik.’ Ik had niet anders verwacht.
‘Ach, wij hebben geen haast, als we maar vast op die lijst komen.’
‘Oh, er is dus geen sprake van een bepaalde urgentie?’ vroeg ze, terwijl ze me diep in de ogen probeerde te kijken. Ik antwoordde bevestigend.
‘Nou dan zet ik u wel op de lijst,’ zei ze enigszins verward, blijkbaar niet gewend aan deze vorm van langetermijnplanning. Ik maakte aanstalten te vertrekken, maar toen ik bij de deur was, bedacht ze ineens iets.
‘Oh, help, ik moet natuurlijk wel wat gegevens van u noteren.’ Ze rommelde wat in een lade en haalde er een formulier uit. Bij het invullen ervan kwam ze er achter dat mijn ouders niet meer leefden en dat ik bijgevolg geen ‘thuis’ had.
‘Oh,’ riep ze, ineens met de vrolijke noot in haar stem van de beambte die voor de verandering goed nieuws mag overbrengen, ‘maar dan staan jullie meteen bovenaan de lijst!’ De importantie van deze mededeling drong niet direct tot mij door en daarom ging zij nog even door: ‘Toevallig komen er binnenkort flats gereed, waar jullie zo in kunnen’.

Daar hadden wij in het geheel niet op gerekend, maar ja, over meevallers hoor je niet te klagen. Zo kwam het dus dat wij, nauwelijks 21, ineens een voor onze begrippen grote flat hadden in te richten. Ik had daar niet zoveel ideeën over, maar mijn toekomstige echtgenote wel. Die had op de Huishoudbeurs een uitstalling gezien van grenen meubelen, toen het nieuwste van het nieuwste, en dat leek haar wel wat. Ze had uitgevonden dat die meubelen in Den Haag verkocht werden door Alveka, een trendy meubelzaak die aan de Denneweg 56 zat. Ik kon wel raden dat daar prijzen in rekening werden gebracht die normaal gesproken buiten onze financiële mogelijkheden lagen, maar het arme weesje kon op zijn 21e verjaardag een kleine erfenis tegemoet zien, die ons tijdelijk enige armslag zou geven. Dus gingen we toch maar eens kijken en toen waren we verkocht. Uiteindelijk schaften we er aan: een grenen bank met hoofdzakelijk bruine, geblokte bekleding en een lattenbank, alsmede een Pastoe eettafel met vier zwarte vlinderstoelen (van Arne Jacobson) en ……. stoel0703BZ Gevel F 444.

Alveka bestaat niet meer, maar het pand waar de winkel in zat is er nog steeds en wel zeer herkenbaar, met een spectaculaire Art Nouveau-gevel die geheel uit glas en ijzer bestaat. In 1898 werd het gebouw door J.W. Bosboom ontworpen als toonzaal voor de ijzergieterij E. Beekman.
Wij werden er onthaald door Bram van Pijpen, die er duidelijk plezier in had om twee groentjes in te wijden in de wereld van mooie gebruiksartikelen. Voor we onze reusachtige order plaatsten zijn we ik weet niet hoeveel keer bij hem langs geweest. Ik denk er nog altijd met plezier aan terug. Het was natuurlijk zijn werk, maar hij maakte er wel wat van! Van Pijpen, bleek ons later, genoot enige faam in Den Haag. Hij speelde een belangrijke rol in de herontwikkeling van de Denneweg en omgeving. Het pleintje bij de twee pakhuizen die achter de toonzaal staan (nu Theater Pepijn, genoemd naar de cabaretgroep van Paul van Vliet; niet bedoeld als anagram van 'Pijpen') werd na zijn dood in 1994 naar hem vernoemd. Nadat hij z'n zaak van de hand had gedaan heeft het gebouw waar Alveka in zat een tijdlang dienst gedaan als filmhuis, maar nu zit er weer een woninginrichter in.

De stoel van Pierre Paulin bleek esthetisch een welkom contrapunt te vormen bij die zware grenen banken. Het viel mij echter al snel op dat de meeste gasten er hun bewondering over uitspraken, om vervolgens ergens anders te gaan zitten. De grenen banken zagen er blijkbaar aanlokkelijker uit. Misschien had het ook iets te maken met de zithouding waarin je automatisch terechtkomt als je in de stoel gaat zitten. De knieën worden iets omhoog geduwd, waardoor het lichaam bijna gedwongen wordt zich te ontspannen, wat enerzijds heel prettig is maar wat anderzijds zorgt voor een aanblik die als minder flatteus kan worden ervaren. Vooral vrouwen, in die tijd had je minirokken, schrokken ervoor terug zich aan deze vorm van ontspannen over te geven. Ook als we geen bezoek hadden werd er slechts spaarzaam gebruik van gemaakt. We hadden eigenlijk meestal niet de tijd om ons over te geven aan het absolute nietsdoen waar de stoel je eigenlijk toe dwingt. Zo stond de stoel van Pierre Paulin er vaak meer als ornament dan als gebruiksvoorwerp.

De grenen zitbank is inmiddels verdwenen. Ook de Pastoe eettafel hebben we afgedankt. Van de Arne Jacobson-stoeltjes, die na 41 jaar enigszins beduimeld ogen, kunnen we nog steeds geen afscheid nemen. De lattenbak staat, roodgeverfd, op de loggia en dient als onderzetter voor planten. Maar ….. F 444 heeft een glorieuze comeback gemaakt!
Een tijdlang heeft hij op de kamer van mijn jongste zoon gestaan. Die had blijkbaar minder moeite met het regime van totale ontspanning dat de stoel je oplegt. Gedurende het verblijf op zijn kamer begon de stoel zelfs slijtageverschijnselen te vertonen. Het stiksel dat de leren lappen bijeen houdt liet los, een mankement dat hij provisorisch wist te herstellen met een touwtje.
Zo inspirerend is zijn voorbeeld geweest dat we, na zijn vertrek uit huis, besloten hebben de stoel in ere te herstellen. Een meubelmaker ergens aan de rand van Den Haag heeft een nieuwe zitting gemaakt en nu staat hij weer in onze huiskamer te pronken. Nog steeds moet ik me ertoe zetten erin te gaan zitten, omdat ik heel vaak het idee heb dat ik nog ‘iets moet doen’. De verwachting is gerechtvaardigd dat daar nu snel verandering in komt.
 
*****************************
Hebt u ook een stoel met een verhaal?
Schrijf het op en stuur in!
 
*****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php
© 2009 Frits Hoorweg
powered by CJ2