archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Brief uit ... | ||||
Cubaanse wijsheden | Herman Frederiks | |||
Als je wilt leren om beter met frustraties en tegenslagen om te gaan dan moet je langere tijd in Cuba doorbrengen. Een voorbeeld. Ik hou van Cubaanse muziek. Het is voor mij een van de belangrijkste redenen om naar Cuba te gaan (zie eerdere brief*). Afgelopen Vrijdag verheugde ik me dan ook op het optreden van een plaatselijke topband die ook internationaal bekend is: Septeto Santiaguero. Ze treden wekelijks op in het openluchttheater El Quitrin. Ik was tijdig aanwezig bij de deur en kreeg daar te horen dat het optreden niet door zou gaan. De dame aan de deur mompelde iets als: ‘Nieuwe maatregelen uit Havana.’ Ik begreep uit haar woorden dat de alcoholvergunning was ingetrokken. Voor de dame was het allemaal logisch. Ze haalde haar schouders op en voegde er aan toe: ‘Zo gaat dat nou eenmaal.’ De volgende dag zou Eliades Ochoa, een van de sterren van de Buena Vista Social Club, optreden op een andere locatie. Ook hier weer een tegenslag. Een onooglijk briefje op de deur leerde mij dat het optreden geen doorgang kon vinden. De reden bleek het overlijden van de provinciale commissaris van Cultuur. De persoon die mij dit uitlegde vond dat deze maatregel meeviel. Vorig jaar bij het overlijden van de paus waren alle muzikale activiteiten een week lang stilgelegd.
Deze laconieke reacties zijn typisch Cubaans. Iedere keer weer kost het mij enkele weken om te wennen aan de onvoorspelbaarheid van het dagelijkse leven. Sommige buitenlanders wennen er nooit aan. Bij busstations en bij hotelrecepties tref ik regelmatig toeristen aan die, met een rood aangelopen gezicht, lucht geven aan hun frustraties. De gereserveerde kamer blijkt er niet te zijn of de bus komt vandaag niet. Geduldig horen de Cubanen de slachtoffers aan, halen hun schouders op en maken andere gebaren waaruit blijkt dat je de pijnlijke werkelijkheid maar beter kan accepteren. Sommigen voegen er lachend aan toe: ‘No problem, alles is oplosbaar.’ Ik hoorde ook iemand de opmerking maken: ‘Relax man, je hebt toch vakantie.’
Ik begin er langzaam in te komen. Vanochtend heb ik een lange wandeling gemaakt langs twee internetgelegenheden die in een ander stadsdeel gelegen zijn. Op de ene plaats hadden ze sinds twee dagen geen kaarten meer met codes om in te loggen. Het personeel zat onderwijl vrolijk te internetten op hun personeelscode. Op de andere plek hadden ze weer eens geen verbinding. Zonder mopperen liep ik de stad in en was blij dat het mij onderweg lukte om een tube tandpasta te kopen waar ik al dagen naar zocht. Tevreden met dit succes ging ik naar huis en nam me voor om de volgende dag de wandeling te herhalen. Zoveel haast had het emailtje toch ook weer niet. Ach ja, zo gaan die dingen nou eenmaal. In een land waar de kans klein is dat je vindt wat je zoekt kan de vondst van zoiets als een tube tandpasta of een pakje zakdoekjes een feestelijk gevoel geven. Mits je de juiste mentale instelling hebt.
Een Cubaan zegt nooit ‘ik ga iets kopen’. De uitdrukking is ‘Ik ga iets zoeken, yo voy a buscar algo.’ Als je de stad ingaat neem je voor alle zekerheid een plastic zakje mee want wie weet kom je onderweg ergens wasknijpers, kaas of limoenen tegen waar je allang naar op zoek bent. Ze staan met hun plastic zakjes in de hand in lange rijen voor winkels en kraampjes want wie weet gaat het deze keer lukken. De mensen met de lege plastic zakjes zijn op zoek naar iets. Degene met een vol plastic zakje zoekt een klant voor zijn illegale garnalen of probeert zijn plastic kinderschoentjes te ruilen tegen een onderbroek. In de winkelstraten zijn opstoppingen van groepen mensen die deze ruilhandel bedrijven. Sommigen hebben zich gespecialiseerd in bijvoorbeeld garnalen, tomaten of koffie. Bijna dagelijks staat mijn huisbaas te praten met zo’n plastic tassenman die grote flessen frisdranken aanbiedt tegen de helft van de winkelprijs. Hoe hij er aan komt mag Joost weten. Waarschijnlijk heeft hij een familielid dat frisdranken vervoert en dagelijks een percentage van zijn vracht bij hem thuis aflevert. Dat is een van de grote problemen van de Cubaanse economie. Iedereen steelt. Meer dan eens hoorde ik iemand vertellen dat je niet gaat werken voor het salaris maar voor de oportunidades, ofwel de kans om iets te jatten. Stelen op het werk heet hier ‘dingen regelen’ in het Spaans arreglar cosas. De achterliggende filosofie is duidelijk. Iemand vatte het eens knipogend samen: ‘Fidel vertelt ons altijd dat alles van het volk is. Ik behoor tot het volk, logisch dus dat ik dingen mee naar huis neem.’ Je zou kunnen zeggen dat stelen op het werk een nieuwe invulling is van ons klassieke begrip proletarisch winkelen.
Soms fantaseer ik over de mogelijkheid om hier trainingen te gaan organiseren voor Nederlanders om hun frustratietolerantie te verhogen en meer ontspannen met tegenslagen om te gaan. Een van de opdrachten zou kunnen zijn om met alleen een paar tientjes Cubaans geld van het ene uiteinde van het eiland naar het andere te reizen. Er mag alleen gebruik gemaakt worden van het Cubaanse openbaar vervoer. Toeristenbussen mogen niet gebruikt worden. Tijdens zo’n reis zullen gegarandeerd alle tegenslagen die denkbaar zijn voorkomen. Uren lang wachten, te horen krijgen dat de bus vandaag niet gaat. Ook zit je uren opeengepakt in de hitte achter op een vrachtwagen. Al heb je nog zolang gewacht, vriendjes en familie van de vrachtwagen- of buschauffeur gaan altijd voor. Als je stopt bij een wegrestaurant of zoiets dan blijkt er vaak geen eten te zijn. Ik kan erover meepraten want ik heb zo’n reis jaren geleden gemaakt en er is niet veel veranderd. U kunt het zelf ook zien in een prachtige film die in 2000 over het onderwerp is gemaakt onder de titel Lista de Espera ofwel Wachtlijst.
Andere opdrachten in de training zullen zijn: ga naar de winkel en koop een kurkentrekker, blikopener, wasknijpers of een paar passende schoenen. ‘Ga dan vervolgens naar een internetgelegenheid en laat je familie in Nederland weten dat je aankoop geslaagd is.’ Tien tegen een dat de trainee zich pas dagen later meldt.
Het beoogde effect van de training zal moeten zijn minder ergernis in Nederland als bijvoorbeeld de NS vijf minuten vertraging heeft. Minder frustratie als de computer het niet doet. En in het algemeen: meer vreugde als dingen slagen, zoals een blij gevoel krijgen als je bij Albert Heijn zomaar een fles slaolie kunt kopen en je aan het einde van de maand gewoon je salaris ontvangt zonder dat je een halve dag in de rij hoeft te staan. Kortom verhoog uw stressbestendigheid en leer genieten van de kleine successen in het leven. Het probleem is dat de positieve effecten, zoals bij de meeste dure trainingen die gericht zijn op mentale veranderingen, slechts van korte duur zijn. Na enkele weken, hooguit een maand, sta je in Nederland weer op de NS te kankeren als de trein te laat is. Je haalt ook weer gedachteloos de fles slaolie bij Albert Heijn uit het schap en ook neemt je hartslag weer toe als je tien minuten in de rij voor de kassa moet staan.
Ik blijf voorlopig nog even doordenken over zo’n ‘real life training’ om een maximaal leerrendement te halen. Misschien moet er een vervolg in Nederland komen met individuele coaching door een recent geëmigreerde Cubaan. Wat ik wel zeker weet is dat de training effectiever zal blijken dan de trainingen in een Indiase ashram of een Tibetaans klooster. De oosterse wijsheid ‘accepteer de wereld zoals die is’ is gemakkelijk toepasbaar gezeten in een lotushouding met een mooi uitzicht over de Himalaya’s.
De Cubaanse wijsheden zijn decennialang getoetst aan het harde dagelijkse leven.
* Herman Frederiks. Opnieuw bericht uit Santiago de Cuba. De Leunstoel, 1, 9 (26.02.2004).
|
||||
© 2006 Herman Frederiks | ||||
powered by CJ2 |