archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
Curaçao moet blijven! Joop Quint

1320BS CuraxelWe moesten negen uur vliegen. Bij aankomst huurden we een auto en reden 20 kilometer en toen waren we bij Albert Heijn. Even verderop was een mooi strand en een terras, met bitterballen nog wel. We waren op familiebezoek in Curaçao, een merkwaardig onderdeel van ons koninkrijk.

De officiële taal is Nederlands, maar er wordt meer Papiaments gesproken en ook Engels en Spaans, liefst door elkaar. Iemand spreekt een ander aan in het Nederlands, die antwoordt in het Papiaments en dat gaat zo een tijdje door. Verkeersborden zijn in het Nederlands, maar bijna niemand houdt zich aan verkeersregels, misschien zijn die er ook niet.

De taal is trouwens toch een genoegen. We gingen graag eten op een strandje met de mooie naam Marie Pompoen. (Het schijnt dat de politicus Wiels daar is doodgeschoten.) De vis op je bord komt zo uit zee en de kippen lopen tussen de tafeltjes.

Curaçao is behoorlijk crimineel. Toen we onze auto huurden werden we gewaarschuwd. Op een bepaalde plek was het onverstandig om de auto te parkeren. We maakten het mee. Aan de rand van een parkeerterrein, waarop onze auto ook stond, was de ruit van een auto ingeslagen. De politie onderzocht de zaak, uiteraard zonder resultaat. Toen we een keer waren uitgenodigd voor een groot feest, bleek dat de gastheer beveiliging had ingehuurd voor de auto’s van zijn gasten.

De mensen hebben allerlei kleuren, zelfs binnen één gezin is er verrassend veel variatie. Verder zijn ze erg hartelijk. Toen we een keer ’s avonds de weg helemaal waren kwijtgeraakt, dat is niet zo moeilijk, heeft een man een kwartier voor ons uitgereden om te zorgen dat we op de plek van bestemming kwamen. Grote delen van Curaçao zien er niet uit. De wegen zijn slecht, het is dor en er groeit bijna niets. Willemstad heeft natuurlijk zijn mooie oude huizen in bonte kleuren, maar dat is het ook wel. Er is nauwelijks gras. Geen koeien of schapen, hoogstens een enkele geit.

Overigens zijn er hier en daar wel mooie kleine strandjes. En er is een golfbaan. Het moet heel kostbaar zijn om die groen te houden. En hij wordt weinig gebruikt, want het is te heet. Elke dag een graad of 30. Gelukkig is er wel behoorlijk wat wind.

De economie is voor mij een raadsel. Vrijwel alles wordt geïmporteerd uit de USA, Venezuela of andere landen in Zuid-Amerika. Ik geloof dat ze alleen wc-papier, plastic, asfalt en cement zelf maken. En er is natuurlijk de oude Shell raffinaderij bij Willemstad. Shell heeft hem in de vorige eeuw voor een dollar verkocht. Hij draait nog steeds en dat kan je op sommige plekken goed ruiken.

Er zijn supermarkten die er net zo uitzien als in Amsterdam. Maar er is ook een grote lokale supermarkt met prachtig vlees en vis. En met een cafetaria/restaurantje. Daar krijg je voor weinig geld kip of stoba (stoofvlees, het favoriete plaatselijke gerecht) op je bord geschept. Er staat koffie en thee. Je kunt net zoveel inschenken als je wilt. Het publiek is vriendelijk en kleurrijk en behoort duidelijk niet tot de top van de Curaçaose samenleving.

Het onderwijs is, denk ik, behoorlijk goed. Op school leren ze waar Ommen en Hoogezand liggen. Dat leren ze niet in Peru of Paraguay. Belangrijk is dat het behoorlijk aansluit op het Nederlandse onderwijs. Jaarlijks gaan er ongeveer 250 leerlingen van een jaar of achttien naar Nederland om daar verder te studeren. Vaak hebben ze beurzen.

Naar onze maatstaven klopt er niet veel van Curaçao. Het is een deel van ons Koninkrijk. Een kleurrijk, corrupt eiland waar het altijd mooi weer is. Weer eens wat anders dan Texel.

Curaçao moet blijven!

------
Het plaatje is van Henk Klaren


© 2016 Joop Quint meer Joop Quint - meer "Brief uit ..." -
Beschouwingen > Brief uit ...
Curaçao moet blijven! Joop Quint
1320BS CuraxelWe moesten negen uur vliegen. Bij aankomst huurden we een auto en reden 20 kilometer en toen waren we bij Albert Heijn. Even verderop was een mooi strand en een terras, met bitterballen nog wel. We waren op familiebezoek in Curaçao, een merkwaardig onderdeel van ons koninkrijk.

De officiële taal is Nederlands, maar er wordt meer Papiaments gesproken en ook Engels en Spaans, liefst door elkaar. Iemand spreekt een ander aan in het Nederlands, die antwoordt in het Papiaments en dat gaat zo een tijdje door. Verkeersborden zijn in het Nederlands, maar bijna niemand houdt zich aan verkeersregels, misschien zijn die er ook niet.

De taal is trouwens toch een genoegen. We gingen graag eten op een strandje met de mooie naam Marie Pompoen. (Het schijnt dat de politicus Wiels daar is doodgeschoten.) De vis op je bord komt zo uit zee en de kippen lopen tussen de tafeltjes.

Curaçao is behoorlijk crimineel. Toen we onze auto huurden werden we gewaarschuwd. Op een bepaalde plek was het onverstandig om de auto te parkeren. We maakten het mee. Aan de rand van een parkeerterrein, waarop onze auto ook stond, was de ruit van een auto ingeslagen. De politie onderzocht de zaak, uiteraard zonder resultaat. Toen we een keer waren uitgenodigd voor een groot feest, bleek dat de gastheer beveiliging had ingehuurd voor de auto’s van zijn gasten.

De mensen hebben allerlei kleuren, zelfs binnen één gezin is er verrassend veel variatie. Verder zijn ze erg hartelijk. Toen we een keer ’s avonds de weg helemaal waren kwijtgeraakt, dat is niet zo moeilijk, heeft een man een kwartier voor ons uitgereden om te zorgen dat we op de plek van bestemming kwamen. Grote delen van Curaçao zien er niet uit. De wegen zijn slecht, het is dor en er groeit bijna niets. Willemstad heeft natuurlijk zijn mooie oude huizen in bonte kleuren, maar dat is het ook wel. Er is nauwelijks gras. Geen koeien of schapen, hoogstens een enkele geit.

Overigens zijn er hier en daar wel mooie kleine strandjes. En er is een golfbaan. Het moet heel kostbaar zijn om die groen te houden. En hij wordt weinig gebruikt, want het is te heet. Elke dag een graad of 30. Gelukkig is er wel behoorlijk wat wind.

De economie is voor mij een raadsel. Vrijwel alles wordt geïmporteerd uit de USA, Venezuela of andere landen in Zuid-Amerika. Ik geloof dat ze alleen wc-papier, plastic, asfalt en cement zelf maken. En er is natuurlijk de oude Shell raffinaderij bij Willemstad. Shell heeft hem in de vorige eeuw voor een dollar verkocht. Hij draait nog steeds en dat kan je op sommige plekken goed ruiken.

Er zijn supermarkten die er net zo uitzien als in Amsterdam. Maar er is ook een grote lokale supermarkt met prachtig vlees en vis. En met een cafetaria/restaurantje. Daar krijg je voor weinig geld kip of stoba (stoofvlees, het favoriete plaatselijke gerecht) op je bord geschept. Er staat koffie en thee. Je kunt net zoveel inschenken als je wilt. Het publiek is vriendelijk en kleurrijk en behoort duidelijk niet tot de top van de Curaçaose samenleving.

Het onderwijs is, denk ik, behoorlijk goed. Op school leren ze waar Ommen en Hoogezand liggen. Dat leren ze niet in Peru of Paraguay. Belangrijk is dat het behoorlijk aansluit op het Nederlandse onderwijs. Jaarlijks gaan er ongeveer 250 leerlingen van een jaar of achttien naar Nederland om daar verder te studeren. Vaak hebben ze beurzen.

Naar onze maatstaven klopt er niet veel van Curaçao. Het is een deel van ons Koninkrijk. Een kleurrijk, corrupt eiland waar het altijd mooi weer is. Weer eens wat anders dan Texel.

Curaçao moet blijven!

------
Het plaatje is van Henk Klaren
© 2016 Joop Quint
powered by CJ2