archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
Voorjaar in Parijs, dacht ik Katharina Kouwenhoven

1012BS Parijs
Voorjaar in Parijs, dacht ik optimistisch, als de hele stad in een lichtgroen waas gehuld is. Dat begint daar meestal al eind februari, dus half maart moet het zeker raak zijn. Toen we vertrokken, vroor het in Amsterdam. Maar Parijs ligt een stuk zuidelijker, drie uur zuidelijker tegenwoordig, en dat scheelt zeker tien graden. En dat deed het ook, want in Parijs was het precies tien graden. Nog steeds winterjassenweer. Gelukkig was er weinig tot geen neerslag en dan heb je goed wandelweer.

De Thalys hield zich aan zijn woord en bracht ons zonder vertraging in iets meer dan drie uur naar het Gare du Nord. We zochten de metro op, doch doorgang werd ons niet verleend. Mijn kaartjes waren niet meer geldig. Voor nieuwe kaartjes moesten we slechts even in de rij. Dat viel mee. Als er een paar treinen tegelijk binnen lopen kan zich daar een enorme massa ophopen. Het enige alternatief is dan een taxi.

Er waren verschillende manieren om met de metro bij ons appartement te geraken. In ieder geval moest er minimaal één keer overgestapt worden. Dat kun je beter niet bij station Chatelet doen, hoe mooi het daar boven de grond ook is. Dit metrostation is zo groot, en er komen zoveel lijnen bij elkaar, dat overstappen een half uur lopen kan betekenen door lugubere betegelde gangen en trap-op-trap-af. Normaal gesproken is dat al een heisa, maar met bagage staat het gelijk aan een ondervraging door de inquisitie. Het kon gelukkig ook anders.

Ons appartement was bereikbaar via twee metrostations. Wij hadden het station gekozen waar je met twee lijnen kon komen en dat was de verkeerde keuze. Het andere station was dichterbij en van daar hoefden we ook niet te klimmen. (Er zijn in Parijs ongemerkt veel straten met een flink stijgingspercentage en niet alleen op de bekende heuvels Montparnasse en Montmartre).

Wat doe je in Parijs als je daar al meer dan een keer of twintig eerder geweest bent? Dingen bekijken die je toch nog niet gezien hebt en dat kan in Parijs makkelijk, want de hoeveelheid musea en bezienswaardigheden is onuitputtelijk. Je kunt er een heel leven mee toe. Er zijn echter ook plekken die steeds opnieuw bezocht moeten worden. Voor mij is dat de begraafplaats van Montmartre, waar ik deze keer het graf van Dalida ontdekte, met een bijbehorende wandeling naar boven, om vervolgens af te dalen naar de Halle Saint Pierre. In dit kleine 'Crystal Palace' bevindt zich een museum voor wat soms 'art brut' heet, soms 'art fou' en nu weer 'art naïf'. De exposities waren altijd de moeite waard, iets dat je niet vaak zag. De tentoonstelling die er nu was, was ronduit walgelijk. Een gruwel verzameling van slechte kunstenaars en godsdienstwaanzinnigen bezeten van goedkope helse symbolen, waar menige tattooshop goede sier mee maakt.

Waar ik ook altijd weer heen moet is de Notre Dame. Dat is de mooiste gotische kathedraal van alle 13e eeuwse gotische kathedralen, omdat het de oudste is en de strakste. Nu ik voor het eerst van mijn leven de Sainte Chapelle had gezien, een gotische kapel uit de dertiende eeuw die geheel intact is, genoot ik nog meer van de Notre Dame. Ik kon me nu voorstellen hoe die er oorspronkelijk van binnen uit heeft gezien.

Een jaar of tien lang logeerde ik een paar maal per jaar in een atelier aan een grote Cour in de Faubourg Saint Antoine, de buurt waar de revolutie ooit begon. Nu ga ik in die buurt altijd even kijken en bezoek ik die Cour om te zien of er nog dezelfde mensen (artisans) werken. Deze keer moest ik helaas constateren dat die Cour op de schop ligt. De ateliers en werkplaatsen worden afgebroken om plaats te maken voor luxe appartementen. En die Cour was eeuwen oud en stond op de monumentenlijst. Ook in Frankrijk is dus steeds minder respect voor het eigen verleden.

Behalve aan de Sainte Chapelle heb ik ook voor het eerst een bezoek gebracht aan een pas gevonden Romeinse Arena, een groot pand in de 13e eeuw gebouwd door Cisterciënzers, het museum voor de Middeleeuwen Cluny, het American Center for Art & Culture Mona Bismarck, vanwege een tentoonstelling van Amerikaanse quilts, in New York gemist en hier zo maar in de schoot geworpen gekregen, het museum voor Aziatische kunst Guimet en restaurant Paul Bert, waar we hebben geluncht met Nederlandse vrienden die toevallig ook in Parijs waren.

Op de Boulevard Saint Michel kwam ik agenten tegen op rolschaatsen en de fietsers worden in Parijs ook steeds brutaler, maar het moderne leven had echt toegeslagen in een restaurant waar we het menu aangeboden kregen op een tablet (en ik kan niet met een tablet, want ik ben nog van de toetsen), terwijl de bestelling gewoon werd opgenomen met potlood en papier. Wat een patjepéerij! Volgend jaar weer, maar dan in het najaar.
 
*********************************
Het plaatje is van Katharina Kouwenhoven


© 2013 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Brief uit ..." -
Beschouwingen > Brief uit ...
Voorjaar in Parijs, dacht ik Katharina Kouwenhoven
1012BS Parijs
Voorjaar in Parijs, dacht ik optimistisch, als de hele stad in een lichtgroen waas gehuld is. Dat begint daar meestal al eind februari, dus half maart moet het zeker raak zijn. Toen we vertrokken, vroor het in Amsterdam. Maar Parijs ligt een stuk zuidelijker, drie uur zuidelijker tegenwoordig, en dat scheelt zeker tien graden. En dat deed het ook, want in Parijs was het precies tien graden. Nog steeds winterjassenweer. Gelukkig was er weinig tot geen neerslag en dan heb je goed wandelweer.

De Thalys hield zich aan zijn woord en bracht ons zonder vertraging in iets meer dan drie uur naar het Gare du Nord. We zochten de metro op, doch doorgang werd ons niet verleend. Mijn kaartjes waren niet meer geldig. Voor nieuwe kaartjes moesten we slechts even in de rij. Dat viel mee. Als er een paar treinen tegelijk binnen lopen kan zich daar een enorme massa ophopen. Het enige alternatief is dan een taxi.

Er waren verschillende manieren om met de metro bij ons appartement te geraken. In ieder geval moest er minimaal één keer overgestapt worden. Dat kun je beter niet bij station Chatelet doen, hoe mooi het daar boven de grond ook is. Dit metrostation is zo groot, en er komen zoveel lijnen bij elkaar, dat overstappen een half uur lopen kan betekenen door lugubere betegelde gangen en trap-op-trap-af. Normaal gesproken is dat al een heisa, maar met bagage staat het gelijk aan een ondervraging door de inquisitie. Het kon gelukkig ook anders.

Ons appartement was bereikbaar via twee metrostations. Wij hadden het station gekozen waar je met twee lijnen kon komen en dat was de verkeerde keuze. Het andere station was dichterbij en van daar hoefden we ook niet te klimmen. (Er zijn in Parijs ongemerkt veel straten met een flink stijgingspercentage en niet alleen op de bekende heuvels Montparnasse en Montmartre).

Wat doe je in Parijs als je daar al meer dan een keer of twintig eerder geweest bent? Dingen bekijken die je toch nog niet gezien hebt en dat kan in Parijs makkelijk, want de hoeveelheid musea en bezienswaardigheden is onuitputtelijk. Je kunt er een heel leven mee toe. Er zijn echter ook plekken die steeds opnieuw bezocht moeten worden. Voor mij is dat de begraafplaats van Montmartre, waar ik deze keer het graf van Dalida ontdekte, met een bijbehorende wandeling naar boven, om vervolgens af te dalen naar de Halle Saint Pierre. In dit kleine 'Crystal Palace' bevindt zich een museum voor wat soms 'art brut' heet, soms 'art fou' en nu weer 'art naïf'. De exposities waren altijd de moeite waard, iets dat je niet vaak zag. De tentoonstelling die er nu was, was ronduit walgelijk. Een gruwel verzameling van slechte kunstenaars en godsdienstwaanzinnigen bezeten van goedkope helse symbolen, waar menige tattooshop goede sier mee maakt.

Waar ik ook altijd weer heen moet is de Notre Dame. Dat is de mooiste gotische kathedraal van alle 13e eeuwse gotische kathedralen, omdat het de oudste is en de strakste. Nu ik voor het eerst van mijn leven de Sainte Chapelle had gezien, een gotische kapel uit de dertiende eeuw die geheel intact is, genoot ik nog meer van de Notre Dame. Ik kon me nu voorstellen hoe die er oorspronkelijk van binnen uit heeft gezien.

Een jaar of tien lang logeerde ik een paar maal per jaar in een atelier aan een grote Cour in de Faubourg Saint Antoine, de buurt waar de revolutie ooit begon. Nu ga ik in die buurt altijd even kijken en bezoek ik die Cour om te zien of er nog dezelfde mensen (artisans) werken. Deze keer moest ik helaas constateren dat die Cour op de schop ligt. De ateliers en werkplaatsen worden afgebroken om plaats te maken voor luxe appartementen. En die Cour was eeuwen oud en stond op de monumentenlijst. Ook in Frankrijk is dus steeds minder respect voor het eigen verleden.

Behalve aan de Sainte Chapelle heb ik ook voor het eerst een bezoek gebracht aan een pas gevonden Romeinse Arena, een groot pand in de 13e eeuw gebouwd door Cisterciënzers, het museum voor de Middeleeuwen Cluny, het American Center for Art & Culture Mona Bismarck, vanwege een tentoonstelling van Amerikaanse quilts, in New York gemist en hier zo maar in de schoot geworpen gekregen, het museum voor Aziatische kunst Guimet en restaurant Paul Bert, waar we hebben geluncht met Nederlandse vrienden die toevallig ook in Parijs waren.

Op de Boulevard Saint Michel kwam ik agenten tegen op rolschaatsen en de fietsers worden in Parijs ook steeds brutaler, maar het moderne leven had echt toegeslagen in een restaurant waar we het menu aangeboden kregen op een tablet (en ik kan niet met een tablet, want ik ben nog van de toetsen), terwijl de bestelling gewoon werd opgenomen met potlood en papier. Wat een patjepéerij! Volgend jaar weer, maar dan in het najaar.
 
*********************************
Het plaatje is van Katharina Kouwenhoven
© 2013 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2