archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
In Portugal viel alles mee Katharina Kouwenhoven

1006BS Portugal
Meestal gaan mijn wandelvriendin en ik in december een weekend naar Zuid-Limburg, om langs de Geul of de Gulp te wandelen en te eten en drinken in café De Molen, een verzamelpunt voor wandelaars en fietsers in Epen. Dit jaar zouden we wel eens, vanwege financiële meevallers, naar het buitenland kunnen gaan, naar een plek in Europa waar het dan nog lekker weer is. Onze eerste keus was Rhodos, maar dat bleek in deze tijd van het jaar praktisch onbereikbaar, omdat chartervluchten beperkt zijn tot het hoogseizoen. Toen hebben we gekozen voor Portugal, want dat is regulier bereikbaar, om te wandelen langs de westkust, maar wel het zuidelijkste deel daarvan.

In de jaren tachtig was ik een paar maal in Portugal geweest, eenmaal aan de kust ten noorden van Porto en tweemaal aan de zuidkust van de Algarve. Die noordelijke kust is nauwelijks van de Nederlandse kust te onderscheiden, alleen is het zeewater veel kouder, want er is geen Warme Golfstroom. De zuidkust was nog niet geheel en al bedorven, maar wel al een aardig eind op weg. Er was ergens een gloednieuwe jachthaven aangelegd, in navolging van Marbella, en daarvoor waren alle vissers verjaagd. Overal stonden niet afgebouwde flatgebouwen van buitenlandse projectontwikkelaars, die hun investeringen teruggetrokken hadden. Maar hier en daar was nog een authentiek dorpje en het klimaat was prima. Het eten daarentegen verschrikkelijk en de wijn viel ook tegen. Veel fiducie had ik eigenlijk niet in Portugal.

Toen de kaarten en routebeschrijvingen binnenkwamen, wist ik het zeker. Dit was een vergissing. Eind december kun je geen twintig kilometer op een dag lopen, want daarvoor zijn de dagen te kort. Dan loop je alleen maar te stressen en heb je geen tijd om te pauzeren en zo, nu en dan eens om je heen te kijken. Bovendien had mijn wandelvriendin last van haar rug. Al met al zag ik er vreselijk tegenop.

Dat is een goede instelling want dan valt alles mee. Niet alleen viel alles mee, het was boven verwachting. We liepen van Zambujeira, vier uur bussen zuidelijk van Lissabon, naar het zuiden, tot we niet verder konden bij Kaap San Vicente, het westelijkste punt van het vasteland van Europa. Die kust is onvoorstelbaar. Qua vorm lijkt hij erg op de kust van Cornwall, maar er is een belangrijk verschil: de kleuren. De rotsen ter plekke hebben zeer verschillende, maar uitgesproken kleuren: diep zwart leisteen, leisteen waarvan alle lagen een andere kleur hadden, felrode rotsen die nog maar net steen waren, gele rotsen, rotsen in laagjes of blokjes. Dat kent zijn weerga niet.

Het weer was buitengewoon aangenaam. In de ochtend wat nevelig en 's middags helder en zonnig. De aangekondigde regen liet het afweten. De accommodaties waren uitstekend. Een keer hebben we zelfs in een windmolen, met uitzicht op zee, geslapen. Het eten was prima en de wijn soms heel goed en ik heb voor het eerste port gedronken die ik lekker vond (niet zoet).
Om niet zo lang te hoeven lopen, lieten we ons per taxi tot halverwege brengen - lokaal openbaar vervoer is er in deze tijd van het jaar niet. Mijn vriendin kwam dat ook heel goed uit, want die had op elke hiel een gigantische blaar ontwikkeld. Zo liepen we dagelijks een uur of drie, vier en konden dan nog lekker in het zonnetje zitten en wat couleur locale opdoen. Allemaal aardige dorpjes waar we verkeerden, met alleen mannen in het café, en waar gelukkig altijd nog net één restaurant open was.

In het restaurant van hotel Vale de Telha stonden de stoelen scheef tegen de tafeltjes. Een ongelukkige opstelling, want je botst steeds tegen een puntig uitsteeksel. Bij het verlaten van het restaurant bleek mij het waarom van deze opstelling: de stoelen pasten niet onder de tafeltjes. Een vreemde situatie. In een restaurant in Vila do Bispo troffen we dezelfde opstelling en ook hier pasten de stoelen niet onder de tafeltjes. Verderop in een café ook schuin geplaatste stoelen. Hier pasten de stoelen echter wel onder de tafeltjes. Spookachtig!

Afgezien van die rotsen, liggen daar aan de kust ook een aantal prachtige, immense stranden. En deze hele streek is nog onbedorven. Er is geen flatgebouw te zien, al zijn er wel de nodige villa’s gebouwd voor buitenlanders, die er alleen in de zomer komen of er overwinteren. Veel zijn dat er niet en met de huidige crisis zullen er ook niet veel bijkomen. Gelukkig maar.
Op de terugweg kwamen we langs de zuidkust van de Algarve en die kende ik niet meer terug. Het is er nu net zo gruwelijk als aan de oostkust van Spanje. Dat hebben ze in twintig jaar mooi verpest. Aan de westkant is het echter te doen en ik ga zeker nog eens terug om er wat langer te blijven voor een zonovergoten vakantie aan zee.
 
******************************
De foto is van Katharina Kouwenhoven


© 2013 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Brief uit ..." -
Beschouwingen > Brief uit ...
In Portugal viel alles mee Katharina Kouwenhoven
1006BS Portugal
Meestal gaan mijn wandelvriendin en ik in december een weekend naar Zuid-Limburg, om langs de Geul of de Gulp te wandelen en te eten en drinken in café De Molen, een verzamelpunt voor wandelaars en fietsers in Epen. Dit jaar zouden we wel eens, vanwege financiële meevallers, naar het buitenland kunnen gaan, naar een plek in Europa waar het dan nog lekker weer is. Onze eerste keus was Rhodos, maar dat bleek in deze tijd van het jaar praktisch onbereikbaar, omdat chartervluchten beperkt zijn tot het hoogseizoen. Toen hebben we gekozen voor Portugal, want dat is regulier bereikbaar, om te wandelen langs de westkust, maar wel het zuidelijkste deel daarvan.

In de jaren tachtig was ik een paar maal in Portugal geweest, eenmaal aan de kust ten noorden van Porto en tweemaal aan de zuidkust van de Algarve. Die noordelijke kust is nauwelijks van de Nederlandse kust te onderscheiden, alleen is het zeewater veel kouder, want er is geen Warme Golfstroom. De zuidkust was nog niet geheel en al bedorven, maar wel al een aardig eind op weg. Er was ergens een gloednieuwe jachthaven aangelegd, in navolging van Marbella, en daarvoor waren alle vissers verjaagd. Overal stonden niet afgebouwde flatgebouwen van buitenlandse projectontwikkelaars, die hun investeringen teruggetrokken hadden. Maar hier en daar was nog een authentiek dorpje en het klimaat was prima. Het eten daarentegen verschrikkelijk en de wijn viel ook tegen. Veel fiducie had ik eigenlijk niet in Portugal.

Toen de kaarten en routebeschrijvingen binnenkwamen, wist ik het zeker. Dit was een vergissing. Eind december kun je geen twintig kilometer op een dag lopen, want daarvoor zijn de dagen te kort. Dan loop je alleen maar te stressen en heb je geen tijd om te pauzeren en zo, nu en dan eens om je heen te kijken. Bovendien had mijn wandelvriendin last van haar rug. Al met al zag ik er vreselijk tegenop.

Dat is een goede instelling want dan valt alles mee. Niet alleen viel alles mee, het was boven verwachting. We liepen van Zambujeira, vier uur bussen zuidelijk van Lissabon, naar het zuiden, tot we niet verder konden bij Kaap San Vicente, het westelijkste punt van het vasteland van Europa. Die kust is onvoorstelbaar. Qua vorm lijkt hij erg op de kust van Cornwall, maar er is een belangrijk verschil: de kleuren. De rotsen ter plekke hebben zeer verschillende, maar uitgesproken kleuren: diep zwart leisteen, leisteen waarvan alle lagen een andere kleur hadden, felrode rotsen die nog maar net steen waren, gele rotsen, rotsen in laagjes of blokjes. Dat kent zijn weerga niet.

Het weer was buitengewoon aangenaam. In de ochtend wat nevelig en 's middags helder en zonnig. De aangekondigde regen liet het afweten. De accommodaties waren uitstekend. Een keer hebben we zelfs in een windmolen, met uitzicht op zee, geslapen. Het eten was prima en de wijn soms heel goed en ik heb voor het eerste port gedronken die ik lekker vond (niet zoet).
Om niet zo lang te hoeven lopen, lieten we ons per taxi tot halverwege brengen - lokaal openbaar vervoer is er in deze tijd van het jaar niet. Mijn vriendin kwam dat ook heel goed uit, want die had op elke hiel een gigantische blaar ontwikkeld. Zo liepen we dagelijks een uur of drie, vier en konden dan nog lekker in het zonnetje zitten en wat couleur locale opdoen. Allemaal aardige dorpjes waar we verkeerden, met alleen mannen in het café, en waar gelukkig altijd nog net één restaurant open was.

In het restaurant van hotel Vale de Telha stonden de stoelen scheef tegen de tafeltjes. Een ongelukkige opstelling, want je botst steeds tegen een puntig uitsteeksel. Bij het verlaten van het restaurant bleek mij het waarom van deze opstelling: de stoelen pasten niet onder de tafeltjes. Een vreemde situatie. In een restaurant in Vila do Bispo troffen we dezelfde opstelling en ook hier pasten de stoelen niet onder de tafeltjes. Verderop in een café ook schuin geplaatste stoelen. Hier pasten de stoelen echter wel onder de tafeltjes. Spookachtig!

Afgezien van die rotsen, liggen daar aan de kust ook een aantal prachtige, immense stranden. En deze hele streek is nog onbedorven. Er is geen flatgebouw te zien, al zijn er wel de nodige villa’s gebouwd voor buitenlanders, die er alleen in de zomer komen of er overwinteren. Veel zijn dat er niet en met de huidige crisis zullen er ook niet veel bijkomen. Gelukkig maar.
Op de terugweg kwamen we langs de zuidkust van de Algarve en die kende ik niet meer terug. Het is er nu net zo gruwelijk als aan de oostkust van Spanje. Dat hebben ze in twintig jaar mooi verpest. Aan de westkant is het echter te doen en ik ga zeker nog eens terug om er wat langer te blijven voor een zonovergoten vakantie aan zee.
 
******************************
De foto is van Katharina Kouwenhoven
© 2013 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2