archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
Een gitaar vol wasgoed Frits Hoorweg

0817BS Frits
Ons reisgezelschap viel meteen op Schiphol al uiteen in twee groepen. Aan de ene kant waren daar de klassieke, vaak wat oudere, reizigers met koffers die ingecheckt moesten worden, een activiteit waar natuurlijk de nodige tijd mee heen gaat. Reden waarom de andere groep bij voorkeur alleen met handbagage reist. Vlak voor de incheckbalie sluit komen deze over het algemeen jonge, maar steevast dynamische, types nonchalant aanslenteren, wuiven met hun ticket naar de beambte en lopen direct door. Hoe zorgen die lui dat ze er toonbaar uit blijven zien? Dat is altijd al een prangende vraag, maar zeker als je naar Italië gaat waar zelfs de mannen er uitzien als om door een ringetje te halen.

Een bijzondere verschijning was de man die niet meer bij zich had dan een plastic tasje en een gitaar. Op het eerste gezicht iemand die op reis was gegaan in de ‘sixties’ en geen gelegenheid of aanleiding meer had gehad om thuis langs te gaan. Maar bij nadere beschouwing kon dat toch niet de hele waarheid zijn. Om te beginnen droeg hij een smetteloos wit overhemd, maar dat hij geen overjarige hippie was bleek vooral uit zijn schoenen, modieuze en toch comfortabel zittende creaties, waarop je prima kunt wandelen maar waarmee je ook heel goed op een terras kunt pronken, het ene been nonchalant over het andere gekruist. Ook hij hoefde geen bagage in te checken omdat de gitaar, net als andere muziekinstrumenten zolang ze niet van een al te idioot formaat zijn, mee mag als handbagage.

In de wachtruimte waarin de twee delen van ons gezelschap weer werden verenigd kocht ik een exemplaar van de International Herald Tribune. Eigenlijk vooral om die jonge dynamische types te laten zien dat ik heus niet zo maar van de straat ben. Laat daar nou toevallig een interessant artikel in staan over het feit dat cricket in Rome steeds populairder wordt, een gevolg van de enorme toestroom van mensen afkomstig uit landen als Bangladesh, Sri Lanka en Pakistan. Trots en tevreden maakte ik iemand die zich als mijn 'slapie' had geïntroduceerd deelgenoot van mijn zojuist verworven kennis. 'Oh, dat is oud nieuws,' zei hij zonder aarzelen en met de zelfverzekerdheid van iemand voor wie de wereld nog maar weinig geheimen kent. 'Dertig jaar geleden speelde ik al in de Roman Cricket Club'. Hij bleek vijf jaar in Rome te hebben gewoond, als onderdeel van zijn religieuze opleiding, een roeping waar hij overigens inmiddels afscheid van had genomen. 'Wat trouwens wel leuk was: er waren toen vijf teams die meededen in een competitie, de internationale school en de diplomaten dat soort mensen hadden een eigen team en er was ook een team met enkel Italianen. Die verloren alles, stonden altijd onderaan, maar ..... ze waren wel altijd het best gekleed, met mooie blazers en zo, precies zoals het hoort.'

Nou, vermeld moet worden dat hij zelf ook nogal precies op zijn kleding was. Waar je langdurig mee in aanraking komt word je blijkbaar mee besmet. Dat bleek nadat we tijdens een avondwandeling0817BS Gitaar in een duister steegje bijna werden getroffen door een ei. Rakelings suisde het ding langs mijn hoofd en spatte uiteen op de grond. Werd dit ei doelbewust naar ons gegooid omdat we teveel herrie maakte, misschien? De volgende dag bleek de broek van mijn slapie onder de vlekjes te zitten. Eerlijk gezegd had ik ze niet gezien, maar toen hij mij erop had gewezen was het ook mij duidelijk dat deze broek zo niet meer gedragen kon worden, zeker niet in Rome. Na enig heen en weer praten bood ik hem aan over deze kwestie het advies in te winnen van twee dames die in de kamer naast ons verbleven. Blijkbaar hou je aan zo'n opleiding als hij heeft genoten een zekere schroom over om bij dames in en uit te lopen. Het bleek mij toch maar weer eens dat het wel goed is om dat af en toe wel te doen. De ene reageerde eerst nog wat aarzelend maar haar kamergenoot was zeer resoluut: 'geef maar hier dat ding!'.

Na een kwartiertje stond ze al weer voor onze deur en ja hoor, de vlekjes waren eruit. En wat nog opmerkelijker was: de broek zag eruit alsof hij net was geperst. 'Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?' riep mijn slapie verrast. 'Daar heb ik een maniertje voor,' was het zedige antwoord. In ieder geval was dit effect niet bewerkstelligd door een strijkijzer, want dat hadden de dames niet ter beschikking. De meest waarschijnlijke verklaring is dat er een vrouwelijk lichaamsdeel is waarmee de werking van een warm strijkijzer heel goed kan worden nagebootst. Het laat zich raden welk lichaamsdeel dat is. Ik realiseer me nu ineens dat er een tijd is geweest waarin het strijkijzer nog niet bestond. Toen werd de techniek van onze buurvrouw waarschijnlijk op grote schaal gebruikt, stel je voor! Wat ik aan dit inzicht ook overhoud is een grote bewondering voor de uitvinder van het strijkijzer, wie dat ook is. De gedachtesprong die hij of zij heeft moeten maken om tot zoiets plats te komen is onvoorstelbaar groot geweest.

Tijdens de terugreis bekende de gitaarman mij (hij had er tijdens ons verblijf slechts een enkele keer op gespeeld) dat hij het instrument vooral meenam omdat je er je ondergoed en sokken zo handig in kwijt kon. Op de heenreis de schone spullen en als je terug gaat de vuile was. Dat is dus het antwoord op die andere vraag waar ik almaar mee worstelde. Samen mijmerden we ook nog wat over mogelijkheden op grotere schaal van deze sluipweg voor bagagetransport gebruik te maken. Als hij volgende keer nu eens een cello zou meenemen? Dan hoefde niemand van onze groep nog bagage in te checken; een contrabas zou misschien nog beter zijn. Hij was daar wel toe bereid, mits er een tegemoetkoming in de kosten van aanschaf tegenover zou staan. Dus: als u zo'n instrument toevallig bij een kringloopwinkel ziet staan, laat het mij dan even weten.
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.


© 2011 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Brief uit ..." -
Beschouwingen > Brief uit ...
Een gitaar vol wasgoed Frits Hoorweg
0817BS Frits
Ons reisgezelschap viel meteen op Schiphol al uiteen in twee groepen. Aan de ene kant waren daar de klassieke, vaak wat oudere, reizigers met koffers die ingecheckt moesten worden, een activiteit waar natuurlijk de nodige tijd mee heen gaat. Reden waarom de andere groep bij voorkeur alleen met handbagage reist. Vlak voor de incheckbalie sluit komen deze over het algemeen jonge, maar steevast dynamische, types nonchalant aanslenteren, wuiven met hun ticket naar de beambte en lopen direct door. Hoe zorgen die lui dat ze er toonbaar uit blijven zien? Dat is altijd al een prangende vraag, maar zeker als je naar Italië gaat waar zelfs de mannen er uitzien als om door een ringetje te halen.

Een bijzondere verschijning was de man die niet meer bij zich had dan een plastic tasje en een gitaar. Op het eerste gezicht iemand die op reis was gegaan in de ‘sixties’ en geen gelegenheid of aanleiding meer had gehad om thuis langs te gaan. Maar bij nadere beschouwing kon dat toch niet de hele waarheid zijn. Om te beginnen droeg hij een smetteloos wit overhemd, maar dat hij geen overjarige hippie was bleek vooral uit zijn schoenen, modieuze en toch comfortabel zittende creaties, waarop je prima kunt wandelen maar waarmee je ook heel goed op een terras kunt pronken, het ene been nonchalant over het andere gekruist. Ook hij hoefde geen bagage in te checken omdat de gitaar, net als andere muziekinstrumenten zolang ze niet van een al te idioot formaat zijn, mee mag als handbagage.

In de wachtruimte waarin de twee delen van ons gezelschap weer werden verenigd kocht ik een exemplaar van de International Herald Tribune. Eigenlijk vooral om die jonge dynamische types te laten zien dat ik heus niet zo maar van de straat ben. Laat daar nou toevallig een interessant artikel in staan over het feit dat cricket in Rome steeds populairder wordt, een gevolg van de enorme toestroom van mensen afkomstig uit landen als Bangladesh, Sri Lanka en Pakistan. Trots en tevreden maakte ik iemand die zich als mijn 'slapie' had geïntroduceerd deelgenoot van mijn zojuist verworven kennis. 'Oh, dat is oud nieuws,' zei hij zonder aarzelen en met de zelfverzekerdheid van iemand voor wie de wereld nog maar weinig geheimen kent. 'Dertig jaar geleden speelde ik al in de Roman Cricket Club'. Hij bleek vijf jaar in Rome te hebben gewoond, als onderdeel van zijn religieuze opleiding, een roeping waar hij overigens inmiddels afscheid van had genomen. 'Wat trouwens wel leuk was: er waren toen vijf teams die meededen in een competitie, de internationale school en de diplomaten dat soort mensen hadden een eigen team en er was ook een team met enkel Italianen. Die verloren alles, stonden altijd onderaan, maar ..... ze waren wel altijd het best gekleed, met mooie blazers en zo, precies zoals het hoort.'

Nou, vermeld moet worden dat hij zelf ook nogal precies op zijn kleding was. Waar je langdurig mee in aanraking komt word je blijkbaar mee besmet. Dat bleek nadat we tijdens een avondwandeling0817BS Gitaar in een duister steegje bijna werden getroffen door een ei. Rakelings suisde het ding langs mijn hoofd en spatte uiteen op de grond. Werd dit ei doelbewust naar ons gegooid omdat we teveel herrie maakte, misschien? De volgende dag bleek de broek van mijn slapie onder de vlekjes te zitten. Eerlijk gezegd had ik ze niet gezien, maar toen hij mij erop had gewezen was het ook mij duidelijk dat deze broek zo niet meer gedragen kon worden, zeker niet in Rome. Na enig heen en weer praten bood ik hem aan over deze kwestie het advies in te winnen van twee dames die in de kamer naast ons verbleven. Blijkbaar hou je aan zo'n opleiding als hij heeft genoten een zekere schroom over om bij dames in en uit te lopen. Het bleek mij toch maar weer eens dat het wel goed is om dat af en toe wel te doen. De ene reageerde eerst nog wat aarzelend maar haar kamergenoot was zeer resoluut: 'geef maar hier dat ding!'.

Na een kwartiertje stond ze al weer voor onze deur en ja hoor, de vlekjes waren eruit. En wat nog opmerkelijker was: de broek zag eruit alsof hij net was geperst. 'Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?' riep mijn slapie verrast. 'Daar heb ik een maniertje voor,' was het zedige antwoord. In ieder geval was dit effect niet bewerkstelligd door een strijkijzer, want dat hadden de dames niet ter beschikking. De meest waarschijnlijke verklaring is dat er een vrouwelijk lichaamsdeel is waarmee de werking van een warm strijkijzer heel goed kan worden nagebootst. Het laat zich raden welk lichaamsdeel dat is. Ik realiseer me nu ineens dat er een tijd is geweest waarin het strijkijzer nog niet bestond. Toen werd de techniek van onze buurvrouw waarschijnlijk op grote schaal gebruikt, stel je voor! Wat ik aan dit inzicht ook overhoud is een grote bewondering voor de uitvinder van het strijkijzer, wie dat ook is. De gedachtesprong die hij of zij heeft moeten maken om tot zoiets plats te komen is onvoorstelbaar groot geweest.

Tijdens de terugreis bekende de gitaarman mij (hij had er tijdens ons verblijf slechts een enkele keer op gespeeld) dat hij het instrument vooral meenam omdat je er je ondergoed en sokken zo handig in kwijt kon. Op de heenreis de schone spullen en als je terug gaat de vuile was. Dat is dus het antwoord op die andere vraag waar ik almaar mee worstelde. Samen mijmerden we ook nog wat over mogelijkheden op grotere schaal van deze sluipweg voor bagagetransport gebruik te maken. Als hij volgende keer nu eens een cello zou meenemen? Dan hoefde niemand van onze groep nog bagage in te checken; een contrabas zou misschien nog beter zijn. Hij was daar wel toe bereid, mits er een tegemoetkoming in de kosten van aanschaf tegenover zou staan. Dus: als u zo'n instrument toevallig bij een kringloopwinkel ziet staan, laat het mij dan even weten.
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
© 2011 Frits Hoorweg
powered by CJ2