archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
Een kaasstolp aan de Costa Blanca Jan van Bemmelen

0518BS Kaasstolp
We verblijven nu zo´n 3 jaar in Spanje. Om preciezer te zijn aan de Costa Blanca. De Costa Blanca is voor buitenlanders min of meer een paradijs, een paradijs voor gepensioneerden. Wij, als pensionados genieten daar met volle teugen, ook al is dat nogal eens onder een Nederlandse kaasstolp.

Als je zo af en toe een ritje het binnenland in maakt, dan lijkt alles nog zoals vroeger, twintig, dertig jaar geleden. De wegen, zeker de kleinere wegen, zijn zeer rustig. Je komt bijna geen verkeer tegen. Als je vlak bij een dorpje komt dan zie je nog wel eens een oudere de heuvel op wandelen. Die maakt dan blijkbaar zijn of haar dagelijkse ommetje. Om half twee gaan alle winkels dicht en wordt het zo langzamerhand tijd om een restaurantje te zoeken voor de comida, de warme hoofdmaaltijd. De meeste restaurants, zeker in het binnenland, bieden dan een driegangen menu aan voor weinig. Beneden de 10 Euro kun je lekker eten en dan krijg je er ook nog een drankje bij. Je doet er verstandig aan een restaurant te kiezen waar veel (vracht)auto´s voor staan, want daar is het goed eten. Toch zijn er nogal wat Nederlanders die klagen over het Spaanse eten. Ze gebruiken te veel olijfolie en knoflook. En als je ´s avonds wilt eten, kan je veelal niet voor 8 uur terecht. Aan de kust is het voor deze Nederlanders mogelijk een andere keuze te maken. Daar zijn de echte Spaanse restaurants inmiddels in de minderheid.

Als Nederlandse gepensioneerden integreren we bijna net zo goed als Turken en Marokkanen in Nederland. Sommigen spreken wel een woordje Spaans, sommigen zelf een mond vol en werken hier ook nog, maar de meesten hebben bijna uitsluitend contact met landgenoten of tenminste met buitenlandse lotgenoten. In een groot aantal dorpen aan de Costa Blanca wonen al meer buitenlanders dan Spanjaarden. In één gemeenteraad heeft de grootste partij al geprobeerd de voertaal te veranderen, namelijk in Engels. Je kunt je indenken dat Spanjaarden daar geen goed woord voor over hebben. Ook op het gebied van de informatieverstrekking is een naar taal gedifferentieerd patroon ontstaan. Zo kent de Costa Blanca onder meer de Nederlandse weekbladen De Hallo en De Week en het maandblad Temperament. Ook is er een op Nederlanders gerichte radiozender Costa Holanda. En natuurlijk hebben alle buitenlanders een paraboolantenne op het dak staan om te kunnen kijken naar eigen zenders. Wij kijken naar dezelfde televisiekanalen als bij u door Casema, UPC of de KPN worden aangeboden. Ik heb me indertijd niet afgevraagd wat mijn Spaanse buren er van vonden toen ik die antenne op het dak liet plaatsen.

Zo zijn we lid van een Spaanse tennisvereniging in Algorfa, een dorp ongeveer 15 km van Torrevieja. We tennissen daar twee keer per week het gehele jaar door. Dat doen we op tijden dat de Spanjaarden liever niet tennissen, maar de comida gebruiken en een uiltje knappen, namelijk tussen 2 en 4 uur, met een groep Nederlanders aangevuld met enkele Duitsers en zo af en toe een Engelsman. Om dat spelen tussen 2 en 4 mogelijk te maken moeten wel een dag eerder de banen worden gereserveerd. Dat gebeurt al om 9 uur. Dat is voor Spaanse begrippen en zeker voor pensionados aan de vroege kant. Hier geldt het principe wie het eerst komt, die het eerste maalt.
Tennis wordt niet door iedere deelnemer op dezelfde wijze beleefd. Er zijn er die voornamelijk komen voor de gezelligheid en het plezierig vinden om een balletje over het net te slaan. Bij anderen staat het competitieve element nog steeds voorop. Ze gaan voor elke bal. Krijgskreten worden geuit als weer een perfecte passeerbal geslagen is. Om eerlijk te zijn zie je wel wat slijtage op het fysieke vlak, maar niet bij hun wil om te winnen. Het aprés-tennis vinden we allemaal erg belangrijk. Een drankje met een veelal door een lid verzorgd hapje zorgen ervoor dat velen nog lang blijven napraten. Liefst doen wij dat buiten, iets wat Spanjaarden toch niet gauw zullen doen, zeker in de zomer niet.

Met enige regelmaat is er een feestje ter gelegenheid van een verjaardag. Dat wordt dan gevierd in de tuin van de jarige, waar dan zo´n 60 tot 70 man bijeenkomen. Zoals op elke verjaardag staat er een keur van drankjes klaar en tegen een uur of 4 wordt er eten geserveerd. Daar moet je niet te min over denken. Soms is het een uitgebreide Indonesische rijsttafel in buffetvorm. Ook komt het nogal eens voor dat er gebarbecued wordt waarbij naast de salades gekozen kan worden uit 3 of 4 soorten vlees met diverse sauzen. Allemaal reuze lekker en gezellig. Ik kan het dan niet nalaten terug te denken aan mijn laatste verjaardagsfeestjes. Dat ging toch heel anders. Dat waren bijeenkomsten met een enkele broer of zuster met aanhang en wat vrienden, waar gezellig gepraat en gedronken werd en er lekkere borrelhapjes genuttigd werden. Als er al muziek aan stond, dan slechts als achtergrondmuziek.

Hier wordt menig feest opgeluisterd met een band. Een band van louter zestigers die de muziek speelt van de helden van toen. Deze band kan je gerust onze huisband noemen. Deze band speelt hoofdzakelijk liedjes uit de tijd dat ik zelf nog jong was. Het lijkt dan of de tijd heeft stilgestaan. De muziek is allemaal herkenbaar en kan ik veelal gedeeltelijk meezingen. Ik betrap me er dan wel eens op dat ik terugdenk aan hoe het vroeger was. Dat nostalgische gevoel wordt dan wreed verstoord als er op die muziek gedanst wordt. Je ziet dan jonge deernen van tegen de 70 jaar huppelen dat het een lieve lust is. Het lijkt wel of ze niet oud willen worden. Zo af en toe betreed ik ook nog wel eens de dansvloer, maar dan voor de wat langzamere nummers. Bij temperaturen van boven de 25 graden moet het toch ook aangenaam blijven.

Als de band speelt dan is het met gezellig keuvelen wel afgelopen. Bij een pauze kan je het gesprek met je buurman weer oppakken. Die gesprekken gaan over ervaringen met Spanjaarden die in hun huis een klus hebben verricht (er wordt nogal verbouwd), over platvloerse ontwikkelingen zoals de crisis op de financiële markten en de neergang van de AEX (velen leven van kapitaal dat op de beurs belegd is) en op grond van de laatste koppen uit De Telegraaf over de Nederlandse politiek in het algemeen. Velen kunnen het niet laten telkens te vertellen hoe blij ze zijn dat ze uit Nederland zijn vertrokken. Het bevreemdt me dan dat deze mensen een pied-à-terre in Nederland hebben, ook al is dat een recreatiebungalow in Voorthuizen.
De gesprekken van de vrouwen gaan meer over de ervaringen met het huishouden, het uitwisselen van gegevens over waar je wat goed kan kopen en over waar je goed wordt gekapt. Een niet onbelangrijk thema is dat van de kleinkinderen. Die houden de gemoederen van de oma´s bezig. Dat leidt er nogal eens toe dat ze langer en vaker dan hun mannen naar Nederland afreizen. Over de kinderen hoor ik veel minder.

Het kan ook anders. Je bepaalt zelf in hoge mate de invloed van die kaasstolp op je leven. El País geeft je een heel ander beeld dan De Telegraaf. De Spaanse buren kunnen een wezenlijk onderdeel worden van het wonen in Spanje. Het aanpassen van je levensritme aan Spaanse gewoonten voelt zelfs bijzonder aangenaam.
Waar ik echter slecht aan kan wennen is de verwisseling van ons adagium: ´niet morgen maar nu´ met het Spaanse ´niet nu maar mañana´.
 
*******************
Beetje tot rust komen?


© 2008 Jan van Bemmelen meer Jan van Bemmelen - meer "Brief uit ..." -
Beschouwingen > Brief uit ...
Een kaasstolp aan de Costa Blanca Jan van Bemmelen
0518BS Kaasstolp
We verblijven nu zo´n 3 jaar in Spanje. Om preciezer te zijn aan de Costa Blanca. De Costa Blanca is voor buitenlanders min of meer een paradijs, een paradijs voor gepensioneerden. Wij, als pensionados genieten daar met volle teugen, ook al is dat nogal eens onder een Nederlandse kaasstolp.

Als je zo af en toe een ritje het binnenland in maakt, dan lijkt alles nog zoals vroeger, twintig, dertig jaar geleden. De wegen, zeker de kleinere wegen, zijn zeer rustig. Je komt bijna geen verkeer tegen. Als je vlak bij een dorpje komt dan zie je nog wel eens een oudere de heuvel op wandelen. Die maakt dan blijkbaar zijn of haar dagelijkse ommetje. Om half twee gaan alle winkels dicht en wordt het zo langzamerhand tijd om een restaurantje te zoeken voor de comida, de warme hoofdmaaltijd. De meeste restaurants, zeker in het binnenland, bieden dan een driegangen menu aan voor weinig. Beneden de 10 Euro kun je lekker eten en dan krijg je er ook nog een drankje bij. Je doet er verstandig aan een restaurant te kiezen waar veel (vracht)auto´s voor staan, want daar is het goed eten. Toch zijn er nogal wat Nederlanders die klagen over het Spaanse eten. Ze gebruiken te veel olijfolie en knoflook. En als je ´s avonds wilt eten, kan je veelal niet voor 8 uur terecht. Aan de kust is het voor deze Nederlanders mogelijk een andere keuze te maken. Daar zijn de echte Spaanse restaurants inmiddels in de minderheid.

Als Nederlandse gepensioneerden integreren we bijna net zo goed als Turken en Marokkanen in Nederland. Sommigen spreken wel een woordje Spaans, sommigen zelf een mond vol en werken hier ook nog, maar de meesten hebben bijna uitsluitend contact met landgenoten of tenminste met buitenlandse lotgenoten. In een groot aantal dorpen aan de Costa Blanca wonen al meer buitenlanders dan Spanjaarden. In één gemeenteraad heeft de grootste partij al geprobeerd de voertaal te veranderen, namelijk in Engels. Je kunt je indenken dat Spanjaarden daar geen goed woord voor over hebben. Ook op het gebied van de informatieverstrekking is een naar taal gedifferentieerd patroon ontstaan. Zo kent de Costa Blanca onder meer de Nederlandse weekbladen De Hallo en De Week en het maandblad Temperament. Ook is er een op Nederlanders gerichte radiozender Costa Holanda. En natuurlijk hebben alle buitenlanders een paraboolantenne op het dak staan om te kunnen kijken naar eigen zenders. Wij kijken naar dezelfde televisiekanalen als bij u door Casema, UPC of de KPN worden aangeboden. Ik heb me indertijd niet afgevraagd wat mijn Spaanse buren er van vonden toen ik die antenne op het dak liet plaatsen.

Zo zijn we lid van een Spaanse tennisvereniging in Algorfa, een dorp ongeveer 15 km van Torrevieja. We tennissen daar twee keer per week het gehele jaar door. Dat doen we op tijden dat de Spanjaarden liever niet tennissen, maar de comida gebruiken en een uiltje knappen, namelijk tussen 2 en 4 uur, met een groep Nederlanders aangevuld met enkele Duitsers en zo af en toe een Engelsman. Om dat spelen tussen 2 en 4 mogelijk te maken moeten wel een dag eerder de banen worden gereserveerd. Dat gebeurt al om 9 uur. Dat is voor Spaanse begrippen en zeker voor pensionados aan de vroege kant. Hier geldt het principe wie het eerst komt, die het eerste maalt.
Tennis wordt niet door iedere deelnemer op dezelfde wijze beleefd. Er zijn er die voornamelijk komen voor de gezelligheid en het plezierig vinden om een balletje over het net te slaan. Bij anderen staat het competitieve element nog steeds voorop. Ze gaan voor elke bal. Krijgskreten worden geuit als weer een perfecte passeerbal geslagen is. Om eerlijk te zijn zie je wel wat slijtage op het fysieke vlak, maar niet bij hun wil om te winnen. Het aprés-tennis vinden we allemaal erg belangrijk. Een drankje met een veelal door een lid verzorgd hapje zorgen ervoor dat velen nog lang blijven napraten. Liefst doen wij dat buiten, iets wat Spanjaarden toch niet gauw zullen doen, zeker in de zomer niet.

Met enige regelmaat is er een feestje ter gelegenheid van een verjaardag. Dat wordt dan gevierd in de tuin van de jarige, waar dan zo´n 60 tot 70 man bijeenkomen. Zoals op elke verjaardag staat er een keur van drankjes klaar en tegen een uur of 4 wordt er eten geserveerd. Daar moet je niet te min over denken. Soms is het een uitgebreide Indonesische rijsttafel in buffetvorm. Ook komt het nogal eens voor dat er gebarbecued wordt waarbij naast de salades gekozen kan worden uit 3 of 4 soorten vlees met diverse sauzen. Allemaal reuze lekker en gezellig. Ik kan het dan niet nalaten terug te denken aan mijn laatste verjaardagsfeestjes. Dat ging toch heel anders. Dat waren bijeenkomsten met een enkele broer of zuster met aanhang en wat vrienden, waar gezellig gepraat en gedronken werd en er lekkere borrelhapjes genuttigd werden. Als er al muziek aan stond, dan slechts als achtergrondmuziek.

Hier wordt menig feest opgeluisterd met een band. Een band van louter zestigers die de muziek speelt van de helden van toen. Deze band kan je gerust onze huisband noemen. Deze band speelt hoofdzakelijk liedjes uit de tijd dat ik zelf nog jong was. Het lijkt dan of de tijd heeft stilgestaan. De muziek is allemaal herkenbaar en kan ik veelal gedeeltelijk meezingen. Ik betrap me er dan wel eens op dat ik terugdenk aan hoe het vroeger was. Dat nostalgische gevoel wordt dan wreed verstoord als er op die muziek gedanst wordt. Je ziet dan jonge deernen van tegen de 70 jaar huppelen dat het een lieve lust is. Het lijkt wel of ze niet oud willen worden. Zo af en toe betreed ik ook nog wel eens de dansvloer, maar dan voor de wat langzamere nummers. Bij temperaturen van boven de 25 graden moet het toch ook aangenaam blijven.

Als de band speelt dan is het met gezellig keuvelen wel afgelopen. Bij een pauze kan je het gesprek met je buurman weer oppakken. Die gesprekken gaan over ervaringen met Spanjaarden die in hun huis een klus hebben verricht (er wordt nogal verbouwd), over platvloerse ontwikkelingen zoals de crisis op de financiële markten en de neergang van de AEX (velen leven van kapitaal dat op de beurs belegd is) en op grond van de laatste koppen uit De Telegraaf over de Nederlandse politiek in het algemeen. Velen kunnen het niet laten telkens te vertellen hoe blij ze zijn dat ze uit Nederland zijn vertrokken. Het bevreemdt me dan dat deze mensen een pied-à-terre in Nederland hebben, ook al is dat een recreatiebungalow in Voorthuizen.
De gesprekken van de vrouwen gaan meer over de ervaringen met het huishouden, het uitwisselen van gegevens over waar je wat goed kan kopen en over waar je goed wordt gekapt. Een niet onbelangrijk thema is dat van de kleinkinderen. Die houden de gemoederen van de oma´s bezig. Dat leidt er nogal eens toe dat ze langer en vaker dan hun mannen naar Nederland afreizen. Over de kinderen hoor ik veel minder.

Het kan ook anders. Je bepaalt zelf in hoge mate de invloed van die kaasstolp op je leven. El País geeft je een heel ander beeld dan De Telegraaf. De Spaanse buren kunnen een wezenlijk onderdeel worden van het wonen in Spanje. Het aanpassen van je levensritme aan Spaanse gewoonten voelt zelfs bijzonder aangenaam.
Waar ik echter slecht aan kan wennen is de verwisseling van ons adagium: ´niet morgen maar nu´ met het Spaanse ´niet nu maar mañana´.
 
*******************
Beetje tot rust komen?
© 2008 Jan van Bemmelen
powered by CJ2