archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Brief uit ... | ||||
Coiffure mixte | Rob Kieft | |||
De verfraaiing van het leven heeft beneden de Moerdijk een hogere prioriteit dan daar boven. Dat mag een open deur zijn maar het blijft aardig daar weer eens mee geconfronteerd te worden. Slenterend door een wat tobberig Frans kuuroordje viel het ons op dat zich tussen de helemaal volgens de vijftiger jaren ingerichte winkels, een onevenredig groot aantal futuristisch ingerichte panden stond. Kappers. Ongeveer elke vijfde middenstander bleek een kapper. Sommigen beperkten zich tot één sekse, anderen bedienden dames zowel als heren: de coiffures mixtes. En allemaal bleken ze het druk te hebben, want zomaar binnenlopen zonder afspraak was niet aan de orde. Tenzij ze collectief de schijn ophielden en druk of niet druk uitsluitend werkten op afspraak. Ook schone schijn.
Als je haar maar goed zit. Omdat we nogal lang van huis waren was dat bij ons niet meer het geval. En met zoveel kappers in de buurt vonden we ineens dat het tijd werd daar iets aan te laten doen. Mijn vrouw, die ernstig betwijfelde of de kapper in het naburige dorp haar wel behoorlijk zou kunnen knippen, maakte dus een afspraak bij een van de vele coiffures in het kuurstadje. De salon van haar keuze bleek -anders dan de meeste- een door het fin de siècle geïnspireerde inrichting te hebben. Echt Frans zou je kunnen zeggen: donkerrood pluche alom en stoelen met goudkleurig houtwerk. Kwaliteit dus.
Mijn vrouw nam plaats op zo’n stoeltje en zag in de goudomrande spiegel de kapster zorgelijk haar hoofd bekijken. Na wat draaien en drentelen vatte de coiffeuse moed en vroeg ‘Coupe Française ou coupe Hollandaise?’. Dat vonden we een aardige benadering. Het werd dus de coupe Française. Gepassioneerd ging de kapster aan het werk en, dat dient gezegd, het resultaat mocht er zijn: een on-Hollands vlot kapsel, dat overigens nooit zou kunnen voorkomen dat mijn vrouw onmiddellijk door landgenoten als Hollandse herkend zou kunnen worden. Want dat is de nationale sport: je uniek wanen in het buitenland en toch op straat en in de supermarkt Nederlanders spotten.
Het eerste deel van de missie leek evenwel geslaagd. Mijn deel was eenvoudiger. Een afspraak bij de lokale kapper in het naburige dorp was snel gemaakt en na een kwartier stond ik redelijk keurig geknipt weer op straat. Weliswaar zonder coupe Française, maar voor de helft minder dan mijn eigen kapper in Nederland rekent. Dat is ook wat waard. Ik was zo goed als tevreden. Toch knaagde er iets. Zou de coiffeuse van mijn vrouw het toch niet beter gedaan hebben? En had ik bij de dorpskapper niet uitsluitend dames zien zitten, oudere dames in jasschorten met hoofden vol papillotten en veel aluminiumfolie voor een volgend permanent? Had ik eigenlijk ooit eerder wel eens een heer in die zaak waargenomen? Misschien moest ik een volgende keer de stadse salon van mijn vrouw toch maar eens proberen.
Tijdens een volgend bezoek aan Frankrijk boekte mijn vrouw opnieuw een afspraak bij ‘haar’ kapper in het kuuroord. Dat liep niet goed af: de vrolijke kapster van de coupe Française was afwezig, een onverschillig heer knipte mijn vrouw een flodderig hoofd en ik wist zeker dat deze salon voor mij niets meer zou kunnen betekenen.
Omdat ik weinig zin had in al die andere kappers in het kuurplaatsje uit te proberen, maakte ik, toen mijn hoofd weer aan de beurt was, toch weer een afspraak bij mijn dorpse kapper. Ik wilde tenslotte ook mijn steentje bijdragen aan de instandhouding van de plaatselijke middenstand. Hoeveel winkels stonden er inmiddels niet leeg en te koop, omdat de grote supermarktketens hun klanten hadden weggelokt naar de centres commerciales bij de grote steden? En was dat geen naargeestig gezicht in het dorp, al die lege winkels?
Toen ik het dorp binnenreed, werd ik aangenaam getroffen door vrolijke accordeonmuziek. Weer eens iets anders dan het lawaai van grote vrachtwagens die met bomen beladen zich een weg door de dorpsstraat zochten.
Tot mijn verrassing werd die muziek geproduceerd in mijn coiffure mixte. Een oudere heer speelde met zijn accordeon de sterren van de hemel. De jasschorten dansten met elkaar tussen de kappersstoelen door, passanten bleven voor de zaak staan en wiegden op de muziek mee. Musette en operette. Hier was iets bijzonders gaande!
Aarzelend ging ik naar binnen en probeerde boven de accordeon uit, duidelijk te maken dat ik een afspraak had. Maar natuurlijk, ik kon meteen plaats nemen en werd geknipt.
‘Is er iemand jarig?’ vroeg ik. Nee, dat was niet het geval. Was er dan misschien een bedrijfsjubileum te vieren? Nee, echt niet, die muziek is zomaar, voor de aardigheid!
Ik kon het nauwelijks geloven. Zeker niet toen ik bij het afrekenen glazen champagne op de toonbank zag staan. Ik probeerde het nog eens en wees op de champagneglazen. ‘Echt helemaal niemand jarig? Kindje geboren? Er moet toch iets te vieren zijn?’ Maar niets, helemaal niets, het was allemaal voor de aardigheid en of ik ook een glas champagne wilde meedrinken. Dat wilde ik wel en daarmee lijkt de keuze voor deze kapper definitief gemaakt.
Misschien moet ik ook nog eens in de spiegel kijken. Proost!
************************
Nieuwsgierig naar de uitgaven
van uitgeverij De Sneeuwstorm?
Verwen uzelf en vraag gratis
Het laatste Vlugschrift aan via:
|
||||
© 2008 Rob Kieft | ||||
powered by CJ2 |