We gingen langs de waterweg lopen

Langs de tanks, de kranen, en de pier

Aan de rechterkant lag de rivier

En wij maar op zonneschijn hopen

Links een weiland, met een koe en een stier

Rechts komt traag een zeeschip geslopen

Een loodsboot tegen tij in gekropen

De beschoeiing is groen van het wier

Een visdiefje zoekt er een prooi

Duikt keer op keer, maar niets gevangen

Het is sport; een soort dieper verlangen

Het gaat niet om de vangst; het duiken is mooi

Visdieven lijken van vissen te dromen

Zoals wij van ooit in Schiedam aan te komen

 

*****************************