archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Buitenlandse zaken delen printen terug
Een halve eeuw na 'Grenzen aan de Groei' Arie de Jong

1911BS Grenzen
Op 20 maart 1972 verscheen de Nederlandse vertaling van een baanbrekend boek: ‘Grenzen aan de groei’, een verhaal bij een wereldmodel om de economie in relatie tot wat de aarde te bieden heeft in kaart te brengen. Alles in opdracht van een gezelschap dat zich onder de naam ‘Club van Rome’ presenteerde. Het werd uitgegeven door Het Spectrum en die had er een goedkope pocket van gemaakt, volgnummer 500 van de reeks wetenschappelijke pockets. Ik beschik over de eerste druk, maar dat is niet zo bijzonder, want ik heb me laten wijsmaken dat het boekje in een eerste oplage van 60.000 exemplaren verscheen. Uiteindelijk werden er in Nederland zo’n 250.000 van verkocht.
In die tijd studeerde ik in Delft. Het was een hele gebeurtenis dat C.J.F. Böttcher, het Nederlandse lid van de Club van Rome, in de aula van de TU-Delft een verhaal kwam houden over dit rapport, onder de vlag van Studium Generale. Samen met zeker anderhalf duizend anderen was ik daarbij, want ik kan verzekeren: dat rapport had qua aanpak en inhoud een overweldigende indruk gemaakt op veel van de studenten en medewerkers van de TU-Delft.

Toekomst

Ook toen had je uiteraard weerstand. Hoewel het rapport duidelijk liet weten geen voorspellingen te doen, maar met behulp van de computer scenario’s te tonen van hoe het met de wereld kan gaan als gevolg van de uitputting van grondstoffen bij voortdurende groei, had je zowel lui die de boodschap niet aanstond als anderen die vraagtekens zetten bij de betrouwbaarheid van het model en de uitkomsten. Het klopt dat de economie complexer is dan wat je in een model kunt stoppen. Daar komt bij, als er een crisis is of de ontwikkeling van iets wordt heel negatief ervaren, dan volgt vaak een reactie die de bekritiseerde ontwikkeling ombuigt. De toekomst ontwikkelt zich altijd anders dan je denkt. Dat betekent niet dat je maar moet afwachten wat de toekomst brengt. Veel ontwikkelingen zijn redelijk voorspelbaar en behalve dat is het goed te weten waar de zwakke plekken zitten in je economische structuur.

De samenleving zit te ingewikkeld in elkaar om samenhangend en op wereldschaal beleid te ontwikkelen en uit te voeren. Toch zijn er twee manieren om effectief beleid mogelijk te maken. De ene is als het doel enkelvoudig en simpel is. Dan kan het lukken er iets tegen te doen. De zure regen hebben we eronder gekregen, het gat in de ozonlaag was bedreigend genoeg om te stoppen met drijfgassen in spuitbussen. Het moet niet complexer worden, want dan worden slechts moeizaam resultaten gehaald. De bio-industrie is te ingewikkeld, de luchtvaart is te ingewikkeld, de ontbossing en ecologische bedreigingen zijn te ingewikkeld, de opwarming van de aarde is te ingewikkeld. In zulke gevallen is er een tweede manier om effectief tot actie te komen: een ernstige crisis die veel levens kost of economisch heel bedreigend is. Zelfs in geval van een crisis moet je afwachten of het lukt voldoende in beweging te krijgen. Als een crisis alleen alarmerend is voor enkele getroffen gebieden, dan kun je vergeten dat de rest van de wereld afdoende in beweging komt om mee te helpen de crisis te bezweren.

Een halve eeuw later

We zijn nu een halve eeuw na de publicatie van ‘Grenzen aan de groei’. De wens tot groei is niet afgenomen. Er staat zo veel op het spel. Kan iedereen een boterham verdienen? Is de continuïteit gewaarborgd van ondernemingen? Dat soort vragen. En die worden beantwoord op een achterlijke manier. Als er statistisch een economische groei is van een paar procent, in welk land ook, dan staat men langs de kant te juichen. Die groei kun je meten. Wat je niet kunt meten blijft buiten beeld. De schade aan natuur en milieu wordt niet meegenomen in het groeicijfer. De uitputting van grondstoffen zit niet in de economische modellen. De teruglopende biodiversiteit en de kwetsbaarheid van ecologische systemen blijven buiten beeld. Economen en politici opereren als struisvogels. Te complex allemaal blijkbaar.

Het maakt me somber over de toekomst. Niet dat de mensheid opeens zal uitsterven, dat soort doemfantasie slaat nergens op. We ontlopen echter geen rampen. Sterker nog: die zijn er nu al. Soms kunnen we er wat aan doen, dat geldt vooral rampen in de gezondheid. De medische kennis is zo ver gevorderd dat epidemieën en erge ziekten beter zijn te bestrijden. Wat we niet kunnen is ervoor zorgen dat er overal genoeg en betrouwbaar drinkwater is. Oogsten zijn kwetsbaar, de bio-industrie stelt ons voor voortdurende verrassingen. Er is roofbouw gepleegd in de visserij, de opwarming van de aarde loopt te veel op. Dat kan allemaal niet zonder gevolgen blijven. Directe gevolgen, maar ook een vervolg daarop: mensen die vluchten voor rampen, oorlogshandelingen, noem maar op. Ons nageslacht zal ons niet dankbaar zijn. De grenzen aan de groei zijn namelijk al overschreden.



© 2022 Arie de Jong meer Arie de Jong - meer "Buitenlandse zaken" -
Beschouwingen > Buitenlandse zaken
Een halve eeuw na 'Grenzen aan de Groei' Arie de Jong
1911BS Grenzen
Op 20 maart 1972 verscheen de Nederlandse vertaling van een baanbrekend boek: ‘Grenzen aan de groei’, een verhaal bij een wereldmodel om de economie in relatie tot wat de aarde te bieden heeft in kaart te brengen. Alles in opdracht van een gezelschap dat zich onder de naam ‘Club van Rome’ presenteerde. Het werd uitgegeven door Het Spectrum en die had er een goedkope pocket van gemaakt, volgnummer 500 van de reeks wetenschappelijke pockets. Ik beschik over de eerste druk, maar dat is niet zo bijzonder, want ik heb me laten wijsmaken dat het boekje in een eerste oplage van 60.000 exemplaren verscheen. Uiteindelijk werden er in Nederland zo’n 250.000 van verkocht.
In die tijd studeerde ik in Delft. Het was een hele gebeurtenis dat C.J.F. Böttcher, het Nederlandse lid van de Club van Rome, in de aula van de TU-Delft een verhaal kwam houden over dit rapport, onder de vlag van Studium Generale. Samen met zeker anderhalf duizend anderen was ik daarbij, want ik kan verzekeren: dat rapport had qua aanpak en inhoud een overweldigende indruk gemaakt op veel van de studenten en medewerkers van de TU-Delft.

Toekomst

Ook toen had je uiteraard weerstand. Hoewel het rapport duidelijk liet weten geen voorspellingen te doen, maar met behulp van de computer scenario’s te tonen van hoe het met de wereld kan gaan als gevolg van de uitputting van grondstoffen bij voortdurende groei, had je zowel lui die de boodschap niet aanstond als anderen die vraagtekens zetten bij de betrouwbaarheid van het model en de uitkomsten. Het klopt dat de economie complexer is dan wat je in een model kunt stoppen. Daar komt bij, als er een crisis is of de ontwikkeling van iets wordt heel negatief ervaren, dan volgt vaak een reactie die de bekritiseerde ontwikkeling ombuigt. De toekomst ontwikkelt zich altijd anders dan je denkt. Dat betekent niet dat je maar moet afwachten wat de toekomst brengt. Veel ontwikkelingen zijn redelijk voorspelbaar en behalve dat is het goed te weten waar de zwakke plekken zitten in je economische structuur.

De samenleving zit te ingewikkeld in elkaar om samenhangend en op wereldschaal beleid te ontwikkelen en uit te voeren. Toch zijn er twee manieren om effectief beleid mogelijk te maken. De ene is als het doel enkelvoudig en simpel is. Dan kan het lukken er iets tegen te doen. De zure regen hebben we eronder gekregen, het gat in de ozonlaag was bedreigend genoeg om te stoppen met drijfgassen in spuitbussen. Het moet niet complexer worden, want dan worden slechts moeizaam resultaten gehaald. De bio-industrie is te ingewikkeld, de luchtvaart is te ingewikkeld, de ontbossing en ecologische bedreigingen zijn te ingewikkeld, de opwarming van de aarde is te ingewikkeld. In zulke gevallen is er een tweede manier om effectief tot actie te komen: een ernstige crisis die veel levens kost of economisch heel bedreigend is. Zelfs in geval van een crisis moet je afwachten of het lukt voldoende in beweging te krijgen. Als een crisis alleen alarmerend is voor enkele getroffen gebieden, dan kun je vergeten dat de rest van de wereld afdoende in beweging komt om mee te helpen de crisis te bezweren.

Een halve eeuw later

We zijn nu een halve eeuw na de publicatie van ‘Grenzen aan de groei’. De wens tot groei is niet afgenomen. Er staat zo veel op het spel. Kan iedereen een boterham verdienen? Is de continuïteit gewaarborgd van ondernemingen? Dat soort vragen. En die worden beantwoord op een achterlijke manier. Als er statistisch een economische groei is van een paar procent, in welk land ook, dan staat men langs de kant te juichen. Die groei kun je meten. Wat je niet kunt meten blijft buiten beeld. De schade aan natuur en milieu wordt niet meegenomen in het groeicijfer. De uitputting van grondstoffen zit niet in de economische modellen. De teruglopende biodiversiteit en de kwetsbaarheid van ecologische systemen blijven buiten beeld. Economen en politici opereren als struisvogels. Te complex allemaal blijkbaar.

Het maakt me somber over de toekomst. Niet dat de mensheid opeens zal uitsterven, dat soort doemfantasie slaat nergens op. We ontlopen echter geen rampen. Sterker nog: die zijn er nu al. Soms kunnen we er wat aan doen, dat geldt vooral rampen in de gezondheid. De medische kennis is zo ver gevorderd dat epidemieën en erge ziekten beter zijn te bestrijden. Wat we niet kunnen is ervoor zorgen dat er overal genoeg en betrouwbaar drinkwater is. Oogsten zijn kwetsbaar, de bio-industrie stelt ons voor voortdurende verrassingen. Er is roofbouw gepleegd in de visserij, de opwarming van de aarde loopt te veel op. Dat kan allemaal niet zonder gevolgen blijven. Directe gevolgen, maar ook een vervolg daarop: mensen die vluchten voor rampen, oorlogshandelingen, noem maar op. Ons nageslacht zal ons niet dankbaar zijn. De grenzen aan de groei zijn namelijk al overschreden.

© 2022 Arie de Jong
powered by CJ2