archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Buitenlandse zaken | ||||
Een lekkende paraplu | Frits Hoorweg | |||
Eén ding moet je die Trump nageven: hij heeft ons radicaal van een paar achterhaalde ideeën afgeholpen. Zoals de gedachte dat wij afdoende beschermd zouden worden door een ‘atoomparaplu’, die ergens in Washington omhoog wordt gehouden. De overmacht van de Amerikanen op dat vlak was ooit zo groot dat mogelijke boosdoeners, waar dan ook, er vanuit moesten gaan totaal van de kaart te worden geveegd. Er waren verdragen die ons sterkten in de illusie dat we weinig te duchten hadden, althans niet van landen met leiders die de beschikking hebben over een minimum aan verstand. Het gemak waarmee Trump verdragen bij het vuilnis zet heeft het vertrouwen in deze redenering teniet gedaan. Nu was er onder de voorgangers van Trump toch al enige twijfel gerezen over de houdbaarheid van dat idee. Weliswaar is er nog steeds sprake van een enorme Amerikaanse overmacht (zowel economisch als militair), maar hij is toch minder groot dan vroeger en hij slinkt. Bovendien begon men vragen te stellen over de uitkomst van de belangenafweging die plaats ging vinden als de ballon ergens dreigde op te gaan. Wat heeft Amerika er eigenlijk voor belang bij om een kleine atoomstaat aan het andere eind van de wereld met grof geweld tot de orde te roepen? Misschien is zelfs wel sprake van het tegendeel. Daar komt bij dat Rusland uit een diep dal aan het kruipen is en ook op militair gebied weer iets gaat voorstellen. China is een factor van belang aan het worden. Beide staten lijken zich meer en meer te richten op moderne, lichtere atoomwapens, die zich beter lenen voor inzet in ‘beperkte’ conflicten. Die wijsheid haal ik vooral uit een recent themanummer van Foreign Affairs. Toen ik het in het rek zag hangen bij The American Bookshop werd ik bijna overvallen door nostalgische gevoelens. Waarom maakten we ons toen zo druk over atoombommen en nu alleen nog maar over het klimaat? Er lijkt meer reden dan ooit om dat gedoe met atoomwapens ook maar weer eens op de agenda te zetten! (Trouwens eerlijk is eerlijk: er zijn zat mensen die dat onderwerp nooit uit het oog hebben verloren!) Het is wel navrant dat deze wijsheid tot mij komt kort na lezing van de recente biografie van Heldring, een groot pleitbezorger van de Atlantische samenwerking. Hij zag daar meer in dan in de Europese gedachte. De culturen verschilden in Europa van oudsher in die mate dat veel meer dan een bescheiden vorm van samenwerking er volgens hem niet in zat. Het onder één commando brengen van de atoommacht van Engeland (pardon: het Verenigd Koninkrijk) en Frankrijk leek hem bijvoorbeeld onhaalbaar. Nou daar ga je al! Hij geloofde ook niet in pogingen om een soort van verenigde staten (ik houd het bewust bij kleine letters) van Europa tot stand te brengen. In zijn tijd waren er heel wat mensen die daar heilig in geloofden, dat zijn er nu heel wat minder, lijkt het. Allemaal tot je dienst, maar waarom geloofde hij dan zo heilig in de Atlantische samenwerking? Waarschijnlijk rustte die redenering op twee peilers: de economische macht van de U.S. (en de daarmee samenhangende militaire) gekoppeld aan de herinneringen aan twee wereldoorlogen, die vooral door grootscheepse Amerikaanse interventie konden worden beëindigd. Die ervaring leidde vervolgens tot een langdurige, intensieve bemoeienis met het wel en wee van Europa, mede omdat het eigenbelang van de U.S. daarmee gediend leek. Maar niets is voor eeuwig en wij moeten ons gaan instellen op een situatie waarin we in meerdere mate onze eigen boontjes moeten doppen. Hoe gaan we dat doen? Ja, dat is de grote vraag. Macron heeft het idee van een Europees leger van stal gehaald en Merkel schijnt daar nu ook iets positiefs over te hebben gemompeld, voor wat dat nog waard is. Neen, de problemen die Heldring voorzag bij het realiseren van een Europees defensiebeleid zijn niet zomaar verdwenen. Zullen we voorlopig maar net doen alsof die paraplu toch nog iets voorstelt? Onderwijl kan er op Clingendael en andere instituten gewerkt worden aan iets nieuws: een alternatieve paraplu. Foreign Affairs (Vol.97, Nr.6) Hugo Arlman, De eeuw van J.L. Heldring (1917 – 2013), Van Oorschot 2018 PS. Misschien wel aardig om even te vermelden dat ik op pagina 291 van die biografie een verwijzing tegenkwam naar een parodiërend artikel van Paul Bordewijk. Overigens heeft het bedoelde citaat niets te maken met de door mij aangeroerde kwestie. ------ Het plaatje is van Petra Busstra |
||||
© 2018 Frits Hoorweg | ||||
powered by CJ2 |