archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Buitenlandse zaken | ||||
Waar ons Koninkrijk aan Frankrijk grenst * | Paul Bordewijk | |||
Nederland grenst aan België en Duitsland. Maar Nederland is niet het enige land dat deel uitmaakt van ons koninkrijk: het Koninkrijk der Nederlanden omvat ook nog Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Hoewel je vanwege de naam van het Koninkrijk zou denken dat deze eilanden ook Nederlanden zijn, is dat niet het spraakgebruik. ‘Der Nederlanden’ verwijst historisch naar de Nederlandse en Belgische provincies, niet naar Nederland en zijn voormalige koloniën. Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn zelfstandige ‘landen’ binnen het Koninkrijk. Sint Maarten beslaat slechts de helft van het gelijknamige eiland. De andere helft maakt deel uit van Frankrijk, als de Collectivité Sant-Martin, vergelijkbaar met de status van Bonaire, Saba en St Eustatius als bijzondere gemeenten van Nederland. Daarmee is Sint Maarten een uithoek van ons koninkrijk die grenst aan Frankrijk. Je ziet dat wanneer je vanuit ‘ons’ Sint Maarten een van de grensovergangen passeert. Er verschijnen dan dezelfde wegwijzers als je in heel Frankrijk ziet, met dezelfde typografie. Je kunt dan ook Frans spreken en in euro’s betalen. En anders dan je zou verwachten, is het Franse deel van Sint Maarten ordelijker. Het is niet zozeer Frans tegenover Nederlands, maar eerder Europees tegenover Amerikaans. Deze verdeling van het eiland gaat terug tot 1648, toen een periode werd afgesloten waarin Spanjaarden, Fransen en Nederlanders streden om het eiland. Bij de westelijke grens wordt het op een plaquette duidelijk uitgelegd. Aan de noordkant van de grens ligt Frankrijk, aan de zuidkant Sint Maarten. En Frankrijk maakt deel uit van de Europese Unie, terwijl Sint Maarten deel uitmaakt van het Koninkrijk der Nederlanden. De Europese Unie staat daarmee dus op één lijn met ons Koninkrijk. Waarin een klein land groot kan zijn! Hoewel het eiland slechts 87 km2 beslaat, ongeveer de helft van Texel, zijn de twee helften volledig selfsupporting. Ze hebben allebei hun eigen haven, hun eigen vliegveld, en hun eigen elektriciteitscentrale. Beide delen hebben ook hun eigen munt. In het noorden is dat de euro, in het zuiden de Antilliaanse gulden, die Sint Maarten deelt met Curaçao, als een erfenis uit de tijd dat de Nederlandse Antillen nog een land binnen het Koninkrijk waren. Opmerkelijk: van de vier landen waaruit ons koninkrijk bestaat heeft er dus één een eigen munt (Aruba), delen twee een gezamenlijke munt (Curaçáo en Sint Maarten), en deelt één zijn munt met een half werelddeel (Nederland). De Antilliaanse gulden is gekoppeld aan de dollar. Bij geldautomaten kun je ook kiezen tussen dollars en Antilliaanse guldens, zo was het althans vijf jaar geleden. Het gevolg hiervan is dat elke verandering in de wisselkoers van de dollar ten opzichte van de euro prijsverschillen in de winkels op de twee eilandhelften beïnvloedt, en daarmee de koopstromen op het eiland verlegt. Op Ierland hebben ze hetzelfde probleem met de euro en het Britse pond. Vlak ten noorden van Sint Maarten ligt het eiland Anguilla, dat je zo ziet liggen. Dat is dan weer noch Frans noch Nederlands, maar een Britse kolonie. Er is in het verleden ook veel om gevochten. In 1967 wilden de Engelsen dat het eiland deel ging uit maken van een federatie met een paar andere Caraïbische eilanden, maar daar moesten ze op Anguilla niets van hebben. Toen deze federatie politieagenten naar Anguilla stuurde, werden die door de bevolking teruggestuurd en werd er een referendum gehouden waarbij de bevolking met 1813 tegen 5 stemmen koos voor onafhankelijkheid. Dat is nog eens wat anders dan het referendum over de Brexit. Twee jaar later werd bij een nieuw referendum met 1739 tegen vier stemmen de onafhankelijkheid uitgeroepen, waarna Britse parachutisten de orde kwamen herstellen. Maar in 1980 werd het eiland als een zelfstandige kolonie erkend, ‘whatever that may be’. Zo zie je in het Caraïbische gebied de staatkundige verdeling van Europa terug op de vierkante kilometer, als in een lachspiegel. Nederland, Frankrijk en Engeland liggen vlak bij elkaar. Bij dat soort kleine gebiedjes zijn de schaalvoordelen die te bereiken zijn met een gezamenlijk bestuur immens: één vliegveld, één elektriciteitscentrale, één munt. Maar zelfs op deze schaal blijken de eigen identiteit en de behoefte aan zelfstandigheid het te winnen van de economie. De behoefte aan zelfstandigheid is groot in dit gebied. De Nederlandse Antillen zijn opgeheven, Anguila koos voor zelfstandigheid, en ook Sain-Martin trad na een referendum uit het Franse departement Guadeloupe. Dat zegt ook iets over de kwetsbaarheid van de Europese integratie, die plaats vindt op een zoveel hoger schaalniveau. ------ De illustratie is van: www.lindahulshof.nl |
||||
© 2017 Paul Bordewijk | ||||
powered by CJ2 |