archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Buitenlandse zaken delen printen terug
Oudjes aan de kant! Ook in Italië Felix Huijgen

0212 Straat
Wie een samenleving in verval wil zien moet een bezoek brengen aan een Italiaans dorp. Wat meteen opvalt is het numerieke overwicht van ouderen. Bejaarden domineren het straatbeeld. Het enkele kind dat je pad kruist valt daardoor extra op. Het doet een beetje denken aan Alfonso Cuaróns briljante film Children of Men uit 2006, een toekomstfilm die begint met een scène waarin ‘de jongste mens ter wereld’, iemand van achttien jaar oud, plotseling sterft. De kijker leert dan dat alle mensen om een niet nader genoemde reden onvruchtbaar zijn geworden en de menselijke soort tot uitsterven gedoemd lijkt. Zo erg is het in Italië nog niet, maar met een geboortecijfer dat al jaren rond de 1,25 kinderen per vrouw schommelt – terwijl wij in Nederland al klagen over 1,75 – komt het in de buurt. Deze waarde ligt ver onder de 2,1 kinderen per vrouw die vereist zijn om de bevolking op peil te houden. De OESO schat dat vijfenzestigplussers in 2035 30 procent van de Italiaanse bevolking zullen uitmaken, het hoogste percentage in de hele Europese Unie.

De negatieve economische implicaties van vergrijzing zijn al lang en breed uiteengezet. Daarbij is het culturele effect ervan, zoals in Children of Men op beklemmende wijze aanschouwelijk gemaakt, grotendeels onbelicht gebleven. Samenlevingen met weinig jongeren verliezen ook veel van hun dynamiek en vitaliteit. Dit is een deel van de verklaring van het cultuurpessimisme dat heerste in de Duitse Weimarrepubliek na de Eerste Wereldoorlog, toen een groot deel van de jonge mannen aan het front gesneuveld was. Hieruit kwam onder andere Oswald Spenglers klassieker Der Untergang des Abendlandes voort. Hiertegenover staat de periode van vooruitgang en optimisme tijdens de afgelopen jaren zestig, toen de naoorlogse geboortegolf jong was. De getalsmatige overmacht van jongeren drukte een flinke stempel op de cultuur, in positieve zin.

Voor de economische problemen zullen de Italianen wel oplossingen kunnen vinden; te denken valt aan het langer laten doorwerken van ouderen (vijfenzestigplussers van nu zijn immers veel gezonder en vitaler dan toen die pensioengerechtigde leeftijd werd ingesteld) en mensen voor hun eigen pensioen laten sparen – zoals in Nederland al gebeurt – zodat de lasten voor de werkzame bevolking aanzienlijk verlicht worden. Maar culturele dynamiek laat zich niet van bovenaf opleggen. Een bijkomend probleem is het feit dat 85 procent van de Italiaanse mannen tussen de 18 en 30 nog bij zijn ouders woont (vaak om financiële redenen); dat roept nu niet bepaald het beeld op van een ondernemende jeugd zoals een samenleving die zich zou wensen.

Er is evenwel geen treffender illustratie van de relatieve machteloosheid van de Italiaanse jeugd dan de gerontocratische politiek: Italië is het enige Europese land waarvan op dit moment zowel het staatshoofd als de premier nog voor de Tweede Wereldoorlog geboren is. De door de val van het kabinet-Prodi genoodzaakte parlementsverkiezingen van 13 en 14 april aanstaande kunnen daar verandering in brengen: daarin neemt de 52-jarige Walter Veltroni, populaire burgemeester van Rome, het op tegen het rechtse blok onder leiding van de omstreden ex-premier Silvio Berlusconi (71 jaar), de rijkste man van het land. Let wel, omstreden in het buitenland – in Italië lijkt hij, getuige de laatste peilingen, nog steeds betrekkelijk geliefd te zijn. Zijn impopulariteit in het buitenland – mijns inziens terecht – is onder meer een gevolg van zijn stelselmatig ondiplomatieke optreden. Zo vergeleek hij een Duits lid van het Europees Parlement eens met een kapo, een door de nazi’s aangewezen kampoudste. Daarnaast is hij eigenaar van een groot deel van de Italiaanse media, die onafhankelijk over hem verslag zouden moeten doen (quod non). Ook zou hij corrupt zijn en banden hebben met de maffia; dit is echter nooit definitief bewezen in de vele rechtszaken die tegen hem gevoerd zijn. Duidelijk is wel dat hij het regeringsapparaat gebruikte om zijn eigen belangen na te streven: zo bekortte hij de verjaringstermijn voor belastingfraude aanzienlijk, zodat hij (eenmaal premier-af) niet meer voor dat delict veroordeeld kon worden.

Romano Prodi, die als aanvoerder van het linkse blok Berlusconi in 2006 versloeg, heeft door zijn wankele meerderheid in het parlement nooit de kans gekregen de nodige hervormingen door te voeren. Zijn grootste prestatie is dat hij door strengere controles een significante afname in de grootschalige belastingontduiking teweeggebracht heeft en daarmee het forse begrotingstekort heeft doen afnemen. Berlusconi heeft hier als oppositieleider namens de kleine ondernemers al op luide toon over geklaagd en het zou me niet verbazen als hij de strengere controles als premier weer zou afschaffen. Daar gaan de overheidsfinanciën weer! Dit is ook voor Nederland een probleem, omdat het de stabiliteit van de euro in gevaar brengt.

Laat het dus duidelijk zijn dat Italianen er goed aan zouden doen om in april de linkse partijen een meerderheid in het parlement te geven en daarmee Walter Veltroni premier te maken. Niet alleen omdat het eindelijk eens ‘jongeren’ (voor Italiaanse begrippen) aan het roer zou brengen, maar ook omdat hij geen lange geschiedenis van belangenverstrengeling heeft, zoals zijn tegenstrever. Ook heeft het iets pervers dat de regeringsleider de rijkste man van het land is. Als we de peilingen echter moeten geloven, dan wordt het weer Berlusconi. Italianen weten ook wel dat hij niet deugt, maar doordat hij zijn coalitie met ijzeren vuist leidde, was hij de enige naoorlogse premier die een volledige termijn uitdiende – een aanzienlijke prestatie in een land dat sinds de Tweede Wereldoorlog 50 regeringen gehad heeft. Dit komt door het kiesstelsel dat kleine partijen veel macht geeft, wat instabiliteit in de hand werkt. Prodi wilde het stelsel na zijn val vorige maand dan ook hervormen, maar daar stak Berlusconi weer een stokje voor. Eerst verkiezingen! Het is te hopen dat de Italianen deze machinaties op tijd doorzien en de oude baas aan de kant laten staan.
 
*********************************
Drs. Theo IJzermans geeft begeleiding bij
persoonlijke ontwikkeling op het werk.
Ga voor informatie naar www.ijzermans.org
 
*****************************
Katinka de Roode schrijft en tekent.



© 2008 Felix Huijgen meer Felix Huijgen - meer "Buitenlandse zaken" -
Beschouwingen > Buitenlandse zaken
Oudjes aan de kant! Ook in Italië Felix Huijgen
0212 Straat
Wie een samenleving in verval wil zien moet een bezoek brengen aan een Italiaans dorp. Wat meteen opvalt is het numerieke overwicht van ouderen. Bejaarden domineren het straatbeeld. Het enkele kind dat je pad kruist valt daardoor extra op. Het doet een beetje denken aan Alfonso Cuaróns briljante film Children of Men uit 2006, een toekomstfilm die begint met een scène waarin ‘de jongste mens ter wereld’, iemand van achttien jaar oud, plotseling sterft. De kijker leert dan dat alle mensen om een niet nader genoemde reden onvruchtbaar zijn geworden en de menselijke soort tot uitsterven gedoemd lijkt. Zo erg is het in Italië nog niet, maar met een geboortecijfer dat al jaren rond de 1,25 kinderen per vrouw schommelt – terwijl wij in Nederland al klagen over 1,75 – komt het in de buurt. Deze waarde ligt ver onder de 2,1 kinderen per vrouw die vereist zijn om de bevolking op peil te houden. De OESO schat dat vijfenzestigplussers in 2035 30 procent van de Italiaanse bevolking zullen uitmaken, het hoogste percentage in de hele Europese Unie.

De negatieve economische implicaties van vergrijzing zijn al lang en breed uiteengezet. Daarbij is het culturele effect ervan, zoals in Children of Men op beklemmende wijze aanschouwelijk gemaakt, grotendeels onbelicht gebleven. Samenlevingen met weinig jongeren verliezen ook veel van hun dynamiek en vitaliteit. Dit is een deel van de verklaring van het cultuurpessimisme dat heerste in de Duitse Weimarrepubliek na de Eerste Wereldoorlog, toen een groot deel van de jonge mannen aan het front gesneuveld was. Hieruit kwam onder andere Oswald Spenglers klassieker Der Untergang des Abendlandes voort. Hiertegenover staat de periode van vooruitgang en optimisme tijdens de afgelopen jaren zestig, toen de naoorlogse geboortegolf jong was. De getalsmatige overmacht van jongeren drukte een flinke stempel op de cultuur, in positieve zin.

Voor de economische problemen zullen de Italianen wel oplossingen kunnen vinden; te denken valt aan het langer laten doorwerken van ouderen (vijfenzestigplussers van nu zijn immers veel gezonder en vitaler dan toen die pensioengerechtigde leeftijd werd ingesteld) en mensen voor hun eigen pensioen laten sparen – zoals in Nederland al gebeurt – zodat de lasten voor de werkzame bevolking aanzienlijk verlicht worden. Maar culturele dynamiek laat zich niet van bovenaf opleggen. Een bijkomend probleem is het feit dat 85 procent van de Italiaanse mannen tussen de 18 en 30 nog bij zijn ouders woont (vaak om financiële redenen); dat roept nu niet bepaald het beeld op van een ondernemende jeugd zoals een samenleving die zich zou wensen.

Er is evenwel geen treffender illustratie van de relatieve machteloosheid van de Italiaanse jeugd dan de gerontocratische politiek: Italië is het enige Europese land waarvan op dit moment zowel het staatshoofd als de premier nog voor de Tweede Wereldoorlog geboren is. De door de val van het kabinet-Prodi genoodzaakte parlementsverkiezingen van 13 en 14 april aanstaande kunnen daar verandering in brengen: daarin neemt de 52-jarige Walter Veltroni, populaire burgemeester van Rome, het op tegen het rechtse blok onder leiding van de omstreden ex-premier Silvio Berlusconi (71 jaar), de rijkste man van het land. Let wel, omstreden in het buitenland – in Italië lijkt hij, getuige de laatste peilingen, nog steeds betrekkelijk geliefd te zijn. Zijn impopulariteit in het buitenland – mijns inziens terecht – is onder meer een gevolg van zijn stelselmatig ondiplomatieke optreden. Zo vergeleek hij een Duits lid van het Europees Parlement eens met een kapo, een door de nazi’s aangewezen kampoudste. Daarnaast is hij eigenaar van een groot deel van de Italiaanse media, die onafhankelijk over hem verslag zouden moeten doen (quod non). Ook zou hij corrupt zijn en banden hebben met de maffia; dit is echter nooit definitief bewezen in de vele rechtszaken die tegen hem gevoerd zijn. Duidelijk is wel dat hij het regeringsapparaat gebruikte om zijn eigen belangen na te streven: zo bekortte hij de verjaringstermijn voor belastingfraude aanzienlijk, zodat hij (eenmaal premier-af) niet meer voor dat delict veroordeeld kon worden.

Romano Prodi, die als aanvoerder van het linkse blok Berlusconi in 2006 versloeg, heeft door zijn wankele meerderheid in het parlement nooit de kans gekregen de nodige hervormingen door te voeren. Zijn grootste prestatie is dat hij door strengere controles een significante afname in de grootschalige belastingontduiking teweeggebracht heeft en daarmee het forse begrotingstekort heeft doen afnemen. Berlusconi heeft hier als oppositieleider namens de kleine ondernemers al op luide toon over geklaagd en het zou me niet verbazen als hij de strengere controles als premier weer zou afschaffen. Daar gaan de overheidsfinanciën weer! Dit is ook voor Nederland een probleem, omdat het de stabiliteit van de euro in gevaar brengt.

Laat het dus duidelijk zijn dat Italianen er goed aan zouden doen om in april de linkse partijen een meerderheid in het parlement te geven en daarmee Walter Veltroni premier te maken. Niet alleen omdat het eindelijk eens ‘jongeren’ (voor Italiaanse begrippen) aan het roer zou brengen, maar ook omdat hij geen lange geschiedenis van belangenverstrengeling heeft, zoals zijn tegenstrever. Ook heeft het iets pervers dat de regeringsleider de rijkste man van het land is. Als we de peilingen echter moeten geloven, dan wordt het weer Berlusconi. Italianen weten ook wel dat hij niet deugt, maar doordat hij zijn coalitie met ijzeren vuist leidde, was hij de enige naoorlogse premier die een volledige termijn uitdiende – een aanzienlijke prestatie in een land dat sinds de Tweede Wereldoorlog 50 regeringen gehad heeft. Dit komt door het kiesstelsel dat kleine partijen veel macht geeft, wat instabiliteit in de hand werkt. Prodi wilde het stelsel na zijn val vorige maand dan ook hervormen, maar daar stak Berlusconi weer een stokje voor. Eerst verkiezingen! Het is te hopen dat de Italianen deze machinaties op tijd doorzien en de oude baas aan de kant laten staan.
 
*********************************
Drs. Theo IJzermans geeft begeleiding bij
persoonlijke ontwikkeling op het werk.
Ga voor informatie naar www.ijzermans.org
 
*****************************
Katinka de Roode schrijft en tekent.

© 2008 Felix Huijgen
powered by CJ2