archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Ergernissen delen printen terug
De esthetica van de geslachtsorganen Julius Pasgeld

1606BZ OrganenOnderzoek wijst uit, dat vrouwen tevreden zijn over hun uiterlijk. Al zou je dat niet zeggen als je de winsten van de cosmetica-industrie bestudeert. Maar misschien heeft het één toch met het ander te maken.

Uit een rapport van het Nederlands Instituut voor Sociaal Seksuologisch Onderzoek (NISSO) blijkt, dat vrouwen hun totale uiterlijk gemiddeld met een 7,3 waarderen. In dat onderzoek mochten ze hun diverse onderdelen ook een cijfer geven.

De gemiddelden daarvan bedroegen:
Gezicht: 7,8
Borsten: 6,6
Vagina: 6,1
Heupen: 5,5
Billen: 5,4
Buik: 5,4
Dijen: 5,1
Hoe lager je komt hoe minder het wordt.

Toch is het raar, lichaamsdelen een cijfer geven. Als rechtgeaarde man zou ik er niet over piekeren. Ik heb spillebenen, hamertenen, kalknagels, er groeit haar uit mijn oren, mijn tanden zijn niet echt en in verheven toestand staat mijn piemel scheef. Daar komt nog eens bij, dat ik mijn voeten niet kan zien als ik rechtop sta. Alles bij elkaar opgeteld hooguit een gemiddelde van 4,5. Maar wordt mijn eigenwaarde daardoor aangetast? Kom nou toch!

O ja. Voor ik het vergeet. Mijn kont kan er wèl mee door. Een zes-min zou ik zeggen. Maar daar sta ik nooit bij stil. Net zo min als bij mijn handen. Vrouwen wel trouwens. Die zijn helemaal weg van mijn handen. Misschien wel zwijmelend van verlangen om ze overal op hun lijf te voelen? Wie zal het zeggen. Maar dan denk ik: so what! Ik ben Julius. Julius Pasgeld. Een gewone man. Met van alles erop en eran. Take it or leave it. En verder geen gezanik op onderdelen of gezeur over details.

Dat zou in het huidige #metoo-tijdperk voor vrouwen trouwens ook moeten gelden. Maar dat zullen ze zelf wel weer uit willen maken. Wie o wie is er toch op het idee gekomen om de vagina een cijfer te geven? Als er ìets is op de wereld dat zich aan een esthetische beoordeling zou moeten onttrekken dan zijn het toch wel de geslachtsorganen. Met volstrekt ongepaste trots kan ik melden, dat ik er in mijn leven heel wat heb gezien. En inderdaad. Je hebt ze in soorten en maten. Maar nog nooit, begrijpt u, nog nooit heb ik me begeven op het terrein van een vergelijkend onderzoek naar de esthetische kwaliteiten van het voortplantingsgereedschap.

Had ik me dan soms moeten bezighouden met de boeiende vormaspecten van de diverse standpunten die je bij de waarneming van de clitoris of het scrotum kan innemen? Of met de prachtige ritmiek van de binnenste schaamlippen tegen een achtergrond van geleidelijk in kleurwaarde toenemende pasteltinten?
Of, om mijn eigen soort er ook maar eens bij te betrekken, met de contrastwerking van een ongetextureerde eikel tegenover de beeldende diversiteit van een opgestroopte voorhuid? Nee toch?
Het zou enthousiast gebruik van genoemde onderdelen maar in de weg staan.

Maar let op mijn woorden. Binnenkort zal de tijd aanbreken dat wij, voordat wij met de coïtus een aanvang nemen, de pubes voorzien van een tikje schaamrouge, de vulva accentueren met de nieuwste flamoes-liner, onze kloten in tal en last bezwaren met strikjes, riempjes en bandjes van uiteenlopend materiaal en in diverse dessins. En dat allemaal, omdat wij vanuit een gebrek aan eigenwaarde en een onvolkomen lichaamsbeleving een onvoldoende geven aan onze pikken en kutten.
Alsof die dingen tussen je oren zitten in plaats van tussen je benen.

----
Het plaatje is van Han Busstra


© 2019 Julius Pasgeld meer Julius Pasgeld - meer "Ergernissen" -
Bezigheden > Ergernissen
De esthetica van de geslachtsorganen Julius Pasgeld
1606BZ OrganenOnderzoek wijst uit, dat vrouwen tevreden zijn over hun uiterlijk. Al zou je dat niet zeggen als je de winsten van de cosmetica-industrie bestudeert. Maar misschien heeft het één toch met het ander te maken.

Uit een rapport van het Nederlands Instituut voor Sociaal Seksuologisch Onderzoek (NISSO) blijkt, dat vrouwen hun totale uiterlijk gemiddeld met een 7,3 waarderen. In dat onderzoek mochten ze hun diverse onderdelen ook een cijfer geven.

De gemiddelden daarvan bedroegen:
Gezicht: 7,8
Borsten: 6,6
Vagina: 6,1
Heupen: 5,5
Billen: 5,4
Buik: 5,4
Dijen: 5,1
Hoe lager je komt hoe minder het wordt.

Toch is het raar, lichaamsdelen een cijfer geven. Als rechtgeaarde man zou ik er niet over piekeren. Ik heb spillebenen, hamertenen, kalknagels, er groeit haar uit mijn oren, mijn tanden zijn niet echt en in verheven toestand staat mijn piemel scheef. Daar komt nog eens bij, dat ik mijn voeten niet kan zien als ik rechtop sta. Alles bij elkaar opgeteld hooguit een gemiddelde van 4,5. Maar wordt mijn eigenwaarde daardoor aangetast? Kom nou toch!

O ja. Voor ik het vergeet. Mijn kont kan er wèl mee door. Een zes-min zou ik zeggen. Maar daar sta ik nooit bij stil. Net zo min als bij mijn handen. Vrouwen wel trouwens. Die zijn helemaal weg van mijn handen. Misschien wel zwijmelend van verlangen om ze overal op hun lijf te voelen? Wie zal het zeggen. Maar dan denk ik: so what! Ik ben Julius. Julius Pasgeld. Een gewone man. Met van alles erop en eran. Take it or leave it. En verder geen gezanik op onderdelen of gezeur over details.

Dat zou in het huidige #metoo-tijdperk voor vrouwen trouwens ook moeten gelden. Maar dat zullen ze zelf wel weer uit willen maken. Wie o wie is er toch op het idee gekomen om de vagina een cijfer te geven? Als er ìets is op de wereld dat zich aan een esthetische beoordeling zou moeten onttrekken dan zijn het toch wel de geslachtsorganen. Met volstrekt ongepaste trots kan ik melden, dat ik er in mijn leven heel wat heb gezien. En inderdaad. Je hebt ze in soorten en maten. Maar nog nooit, begrijpt u, nog nooit heb ik me begeven op het terrein van een vergelijkend onderzoek naar de esthetische kwaliteiten van het voortplantingsgereedschap.

Had ik me dan soms moeten bezighouden met de boeiende vormaspecten van de diverse standpunten die je bij de waarneming van de clitoris of het scrotum kan innemen? Of met de prachtige ritmiek van de binnenste schaamlippen tegen een achtergrond van geleidelijk in kleurwaarde toenemende pasteltinten?
Of, om mijn eigen soort er ook maar eens bij te betrekken, met de contrastwerking van een ongetextureerde eikel tegenover de beeldende diversiteit van een opgestroopte voorhuid? Nee toch?
Het zou enthousiast gebruik van genoemde onderdelen maar in de weg staan.

Maar let op mijn woorden. Binnenkort zal de tijd aanbreken dat wij, voordat wij met de coïtus een aanvang nemen, de pubes voorzien van een tikje schaamrouge, de vulva accentueren met de nieuwste flamoes-liner, onze kloten in tal en last bezwaren met strikjes, riempjes en bandjes van uiteenlopend materiaal en in diverse dessins. En dat allemaal, omdat wij vanuit een gebrek aan eigenwaarde en een onvolkomen lichaamsbeleving een onvoldoende geven aan onze pikken en kutten.
Alsof die dingen tussen je oren zitten in plaats van tussen je benen.

----
Het plaatje is van Han Busstra
© 2019 Julius Pasgeld
powered by CJ2