archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Ergernissen delen printen terug
Open brief aan Albert Heyn* Gerbrand Muller

1309BZ AHWaarde directie,

Ik mag mij rekenen tot de oudste en trouwste klanten van Albert Heijn. Mijn ouders hadden al hun weg naar de nog kleine, huiselijke Albert Heijn winkels in Leiden en Oegstgeest gevonden, en als kleine jongen verzamelde ik de plaatjes van Assepoester, die me betoverden en die onder andere bij de chocoladerepen en de ontbijtkoek zaten. Groot was elke keer mijn vreugde als uit zo’n reep of ontbijtkoek een plaatje tevoorschijn kwam dat ik nog niet had.

In de plaatsen waar ik in de loop van mijn leven kwam te wonen was altijd wel niet ver weg een Albert Heijn, en als vanzelfsprekend kocht ik daar de meeste van mijn levensbenodigdheden. De laatste tientallen jaren was ik trouwe klant van de Albert Heijn aan het Buikslotermeerplein in Amsterdam-Noord. Ik heb altijd bewondering gehad voor het goede en veelzijdige assortiment dat u hier jaar in jaar uit op de schappen toverde.

Er is wel één inconveniënt: de ‘muziek’ die zich zonder dat je erom vraagt in je oren nestelt terwijl je tussen de schappen loopt. Ik schrijf ‘muziek’ tussen aanhalingstekens en u begrijpt het waarschijnlijk al: voor mij zijn de geluiden die uit de luidsprekertjes in uw winkel komen geen muziek. Wat het wel is valt moeilijk te omschrijven. Laten we zeggen: een product. Een product waarover zorgvuldig is nagedacht. De bedoeling is om het publiek in een rustige stemming te brengen: dat gaat blijkbaar het beste met muziek die quasi gevoelig is, maar in werkelijkheid gespeend is van elk waarachtig gevoel. De songzangers en –zangeressen zijn er, misschien zonder het te beseffen, in getraind het persoonlijke en levende dat elke menselijke stem eigen is en uniek maakt, te onderdrukken. En mocht er toch nog per ongeluk een greintje van waarachtig gevoel in hun zang zijn geslopen, dan wordt dat er door de geluidstechnici wel onverbiddelijk uitgefilterd. In plaats van gevoel leggen de producenten zich toe op iets anders: spanning, dramatiek. Dat wil natuurlijk zeggen spanning die aan de oppervlakte blijft, dramatiek die niet verontrust, pseudodrama. De gevoelloze pseudodramatische stemmen zullen bij de meeste mensen niet werkelijk een snaar beroeren, maar hen wel oppervlakkig vermaken. En dat laatste is, voor zover ik het begrijp, de bedoeling.

Want ik weet het: wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat het gros van het publiek door de ‘muziek’ in uw winkel rustig wordt gestemd en gestimuleerd om meer te kopen. Het doet er niet toe dat de meeste mensen die ‘muziek’ helemaal niet bewust horen (anders tot mijn grote spijt dan ik, bij wie alles wat via de oren binnenkomt tot in de fijne details geregistreerd wordt). Zonder dat de klanken tot hun bewustzijn door dringen werken ze toch op de door u gewenste manier op hun gemoed. Ze raken in een prettige stemming en zullen misschien  daarom des te grager naar uw winkel terugkeren.

Jammer genoeg behoor ik tot de kleine minderheid bij wie deze ‘muziek’ averechts werkt. Het horen van de quasi dramatische, zielloze stemmen is voor mij een kwelling. Een zielloze stem is een lelijke stem en lelijkheid is niet te verdragen. Door niemand.

Wacht. Even precies. Wat de een mooi vindt, vindt de ander lelijk: dat is verwarrend, want het zou iemand tot de verkeerde conclusie kunnen voeren als zou er in feite niet zoiets als ‘lelijkheid’ c.q. ‘schoonheid’ bestaan. Maar iedereen weet wat een kwelling het is om naar iets te moeten blijven kijken wat hij afzichtelijk vindt, of naar iets te moeten luisteren wat hem afgrijselijk in de oren klinkt. Ieder kent dus tenminste ‘lelijk’ en ‘mooi’ als ervaring. ‘Lelijk’ en ‘mooi’ mogen desnoods in absolute zin niet bestaan, de ervaring van het een als tegendeel van het ander kent iedereen.

Welnu, naarmate iemands onderscheidingsvermogen zich op een bepaald gebied verder ontwikkelt – muziek, schilderkunst, literatuur, sport – zal hij beter in staat zijn het kaf van het koren te scheiden. Daardoor zal hij intenser genieten van de prestaties die hij als het ‘koren’ heeft leren onderkennen, terwijl daarentegen het ‘kaf’ hem met steeds grotere afschuw zal vervullen. Daarom, gelooft u mij, voor mensen met een goed ontwikkeld onderscheidingsvermogen op muzikaal gebied is het horen van de Albert Heijn muziek (zo noemen wij in de wandeling het ‘product’ dat uit uw luidsprekertjes komt) dan ook geen neutrale ervaring, maar een marteling.

Maar er is nog iets. Ik kan de zielloze, ontmenselijkte stemmen niet alleen niet verdragen omdat ze lelijk zijn. Nog erger is het bedrog. De ontmenselijkte stemmen lijken je ervan te willen doordringen dat de pseudodrama’s die ze je door de strot duwen ‘het leven’ zijn. Hoe moet ik het uitleggen?

Stelt u zich voor dat vriendelijke lieden die het goed met u menen u plotseling op straat bij uw lurven pakken, naar een donker hol voeren en met armen en benen op een stoel vastbinden, uw hoofd gericht naar een scherm waarop de straat waarop u zo-even nog frank en vrij liep wordt geprojecteerd. De straat met de voetgangers, de vrachtauto waaruit toevallig net biervaten over de keien naar een keldertje worden gerold, de halte waar mensen juist in en uit een tram stappen. ‘Kijkt u maar!’ zeggen de lieden, ‘veel plezier!’ Op het scherm ziet u precies dezelfde straat en toch anders, ja heel anders: de mensen hebben starre paarse gezichten, de huizen zijn lila, de lucht en de wolken gifgroen, de  bladeren van de boom opzij van het keldertje schel oranje. U schreeuwt tegen uw ontvoerders dat ze u los moeten maken, zij vragen u of u het niet geweldig vindt, ze bieden u gratis en voor niets de mogelijkheid om het ware straatleven te zien. ‘Dan moet u wel blijven kijken en niet uw hoofd afwenden of uw ogen dichtdoen, anders hebben we daar wel een middeltje tegen!’ Woedend herhaalt u dat ze u moeten losmaken, ze lachen u uit. Waarom gelooft u hen niet, daar vóór u op het scherm speelt zich het echte leven af en u moest hen eigenlijk op uw blote knieën bedanken dat u er naar kijken mag. Na enige tijd ebt uw woede weg en maakt plaats voor moedeloosheid. Murw geworden vraagt u zich tenslotte af of uw ontvoerders misschien niet gelijk hebben en het straatleven op het scherm waarnaar ze u dwingen te kijken, inderdaad het echte leven is. Als dat waar is wilt u liever dood.

Begrijpt u het? Nee, nog niet goed. Vergelijkingen gaan ook altijd maar ten dele op. Ik vlei me dan ook niet met de hoop dat ik u duidelijk heb kunnen maken hoe een klein deel van uw klanten de door hen vervloekte Albert Heijn muziek ervaart. Maar hoe kan ik u er tenminste van doordringen wat een kwelling u deze kleine, voor u te verwaarlozen minderheid bezorgt?

Een slimme man of vrouw heeft ooit eens geld verdiend met een kermisattractie ‘vijf minuten in de hel’. De door zijn nieuwsgierigheid naar binnen gelokte kermisganger kreeg, nadat hij netjes betaald had, een pot met stront onder zijn neus gebonden. Met die pot moest hij vijf ellenlange minuten blijven zitten. Eindelijk van de pot verlost kon hij de kermisbaas alleen maar toegeven dat die niets teveel had beloofd: hij was vijf minuten in de hel geweest. Als ik gekweld en steeds gejaagder in uw winkel boodschappen deed heb ik hier vaak aan moeten denken.

Overigens, weet u dat de luidsprekertjes in het filiaal aan het Buikslotermeerplein twee keer geruime tijd zo maar hebben gezwegen, de eerste keer vóór, de tweede keer na de verbouwing van de winkel? Wat een geschenk! Eindelijk mocht ook ik eens ervaren dat boodschappen doen best een plezier kan zijn. Niet gejaagd je lijstje afwerken om gauw gauw weer uit ‘het hol’ te ontsnappen, maar ontspannen langs de schappen wandelen en (in de nieuwe fraai ingerichte winkel) iets te verorberen bij het standje ‘altijd wat te proeven’. Ik begon de hoop te koesteren dat u misschien op een andere formule was overgegaan, toegespitst op een publiek met een iets meer ontwikkelde smaak, voor wie die ellendige Albert Heijn muziek niet zo hoeft. Helaas! Sinds kort geleden zijn de ‘geluiden’ terug van weg geweest en is uw winkel voor mij weer een ongenietbaar hol geworden. Nog twee keer heb ik hierna met de tanden op elkaar in uw winkel boodschappen gedaan, toen heb ik de handdoek in de ring gegooid. Het is genoeg geweest! Ik zet geen voet meer in uw winkel.

‘Maar mijnheer!’ hoor ik u nu roepen, ‘De muziek waar u op doelt is er toch overal? Komt u nooit in een warenhuis of in een winkelcentrum?’ Ja, maar godzijdank kan ik dat tot een minimum beperken. In winkelcentra prefereer ik trouwens de winkels zónder muziek – want die zijn ook daar te vinden!

Waar ik nu boodschappen doe? Bij enkele Turkse winkels en bij de kruidenier en de kaasboer op het Purmerplein. Heel dom van me dat ik daar niet veel eerder mee begonnen ben, want het blijkt een verademing. Deze winkels redden het uitstekend zonder ‘muziek’. Alleen in een van de druk beklante Turkse winkels klinken populaire Turkse liedjes, helemaal niet onaardig. Want tot slot, dat zou ik bijna vergeten, wat mij betreft mag er best muziek in winkels en winkelcentra klinken, als het maar niet die afschuwelijke Albert Heijn muziek is. O, er is aardige, prettig stemmende muziek te over die niet alleen voor mij, maar vast en zeker ook voor de meerderheid van het publiek te pruimen is. Wat mij betreft mag u desnoods af en toe house in de winkel laten klinken, daar zit tenminste nog leven in, althans in de goede.

Natuurlijk verwacht ik niet dat u voor een kleine minderheid uw beleid gaat wijzigen. Onze wegen scheiden zich dus voorgoed. Waarom schrijf ik dan toch deze brief? Om mijn hart te luchten. Dat doet soms goed.

Ik wens u het beste toe.

Met vriendelijke groet,

Uw gewezen trouwe klant,

Gerbrand Muller

-----------------
De tekening is van Annemiek Meijer
-------------------
Bestel uw boeken en wat al niet
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!


© 2016 Gerbrand Muller meer Gerbrand Muller - meer "Ergernissen" -
Bezigheden > Ergernissen
Open brief aan Albert Heyn* Gerbrand Muller
1309BZ AHWaarde directie,

Ik mag mij rekenen tot de oudste en trouwste klanten van Albert Heijn. Mijn ouders hadden al hun weg naar de nog kleine, huiselijke Albert Heijn winkels in Leiden en Oegstgeest gevonden, en als kleine jongen verzamelde ik de plaatjes van Assepoester, die me betoverden en die onder andere bij de chocoladerepen en de ontbijtkoek zaten. Groot was elke keer mijn vreugde als uit zo’n reep of ontbijtkoek een plaatje tevoorschijn kwam dat ik nog niet had.

In de plaatsen waar ik in de loop van mijn leven kwam te wonen was altijd wel niet ver weg een Albert Heijn, en als vanzelfsprekend kocht ik daar de meeste van mijn levensbenodigdheden. De laatste tientallen jaren was ik trouwe klant van de Albert Heijn aan het Buikslotermeerplein in Amsterdam-Noord. Ik heb altijd bewondering gehad voor het goede en veelzijdige assortiment dat u hier jaar in jaar uit op de schappen toverde.

Er is wel één inconveniënt: de ‘muziek’ die zich zonder dat je erom vraagt in je oren nestelt terwijl je tussen de schappen loopt. Ik schrijf ‘muziek’ tussen aanhalingstekens en u begrijpt het waarschijnlijk al: voor mij zijn de geluiden die uit de luidsprekertjes in uw winkel komen geen muziek. Wat het wel is valt moeilijk te omschrijven. Laten we zeggen: een product. Een product waarover zorgvuldig is nagedacht. De bedoeling is om het publiek in een rustige stemming te brengen: dat gaat blijkbaar het beste met muziek die quasi gevoelig is, maar in werkelijkheid gespeend is van elk waarachtig gevoel. De songzangers en –zangeressen zijn er, misschien zonder het te beseffen, in getraind het persoonlijke en levende dat elke menselijke stem eigen is en uniek maakt, te onderdrukken. En mocht er toch nog per ongeluk een greintje van waarachtig gevoel in hun zang zijn geslopen, dan wordt dat er door de geluidstechnici wel onverbiddelijk uitgefilterd. In plaats van gevoel leggen de producenten zich toe op iets anders: spanning, dramatiek. Dat wil natuurlijk zeggen spanning die aan de oppervlakte blijft, dramatiek die niet verontrust, pseudodrama. De gevoelloze pseudodramatische stemmen zullen bij de meeste mensen niet werkelijk een snaar beroeren, maar hen wel oppervlakkig vermaken. En dat laatste is, voor zover ik het begrijp, de bedoeling.

Want ik weet het: wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat het gros van het publiek door de ‘muziek’ in uw winkel rustig wordt gestemd en gestimuleerd om meer te kopen. Het doet er niet toe dat de meeste mensen die ‘muziek’ helemaal niet bewust horen (anders tot mijn grote spijt dan ik, bij wie alles wat via de oren binnenkomt tot in de fijne details geregistreerd wordt). Zonder dat de klanken tot hun bewustzijn door dringen werken ze toch op de door u gewenste manier op hun gemoed. Ze raken in een prettige stemming en zullen misschien  daarom des te grager naar uw winkel terugkeren.

Jammer genoeg behoor ik tot de kleine minderheid bij wie deze ‘muziek’ averechts werkt. Het horen van de quasi dramatische, zielloze stemmen is voor mij een kwelling. Een zielloze stem is een lelijke stem en lelijkheid is niet te verdragen. Door niemand.

Wacht. Even precies. Wat de een mooi vindt, vindt de ander lelijk: dat is verwarrend, want het zou iemand tot de verkeerde conclusie kunnen voeren als zou er in feite niet zoiets als ‘lelijkheid’ c.q. ‘schoonheid’ bestaan. Maar iedereen weet wat een kwelling het is om naar iets te moeten blijven kijken wat hij afzichtelijk vindt, of naar iets te moeten luisteren wat hem afgrijselijk in de oren klinkt. Ieder kent dus tenminste ‘lelijk’ en ‘mooi’ als ervaring. ‘Lelijk’ en ‘mooi’ mogen desnoods in absolute zin niet bestaan, de ervaring van het een als tegendeel van het ander kent iedereen.

Welnu, naarmate iemands onderscheidingsvermogen zich op een bepaald gebied verder ontwikkelt – muziek, schilderkunst, literatuur, sport – zal hij beter in staat zijn het kaf van het koren te scheiden. Daardoor zal hij intenser genieten van de prestaties die hij als het ‘koren’ heeft leren onderkennen, terwijl daarentegen het ‘kaf’ hem met steeds grotere afschuw zal vervullen. Daarom, gelooft u mij, voor mensen met een goed ontwikkeld onderscheidingsvermogen op muzikaal gebied is het horen van de Albert Heijn muziek (zo noemen wij in de wandeling het ‘product’ dat uit uw luidsprekertjes komt) dan ook geen neutrale ervaring, maar een marteling.

Maar er is nog iets. Ik kan de zielloze, ontmenselijkte stemmen niet alleen niet verdragen omdat ze lelijk zijn. Nog erger is het bedrog. De ontmenselijkte stemmen lijken je ervan te willen doordringen dat de pseudodrama’s die ze je door de strot duwen ‘het leven’ zijn. Hoe moet ik het uitleggen?

Stelt u zich voor dat vriendelijke lieden die het goed met u menen u plotseling op straat bij uw lurven pakken, naar een donker hol voeren en met armen en benen op een stoel vastbinden, uw hoofd gericht naar een scherm waarop de straat waarop u zo-even nog frank en vrij liep wordt geprojecteerd. De straat met de voetgangers, de vrachtauto waaruit toevallig net biervaten over de keien naar een keldertje worden gerold, de halte waar mensen juist in en uit een tram stappen. ‘Kijkt u maar!’ zeggen de lieden, ‘veel plezier!’ Op het scherm ziet u precies dezelfde straat en toch anders, ja heel anders: de mensen hebben starre paarse gezichten, de huizen zijn lila, de lucht en de wolken gifgroen, de  bladeren van de boom opzij van het keldertje schel oranje. U schreeuwt tegen uw ontvoerders dat ze u los moeten maken, zij vragen u of u het niet geweldig vindt, ze bieden u gratis en voor niets de mogelijkheid om het ware straatleven te zien. ‘Dan moet u wel blijven kijken en niet uw hoofd afwenden of uw ogen dichtdoen, anders hebben we daar wel een middeltje tegen!’ Woedend herhaalt u dat ze u moeten losmaken, ze lachen u uit. Waarom gelooft u hen niet, daar vóór u op het scherm speelt zich het echte leven af en u moest hen eigenlijk op uw blote knieën bedanken dat u er naar kijken mag. Na enige tijd ebt uw woede weg en maakt plaats voor moedeloosheid. Murw geworden vraagt u zich tenslotte af of uw ontvoerders misschien niet gelijk hebben en het straatleven op het scherm waarnaar ze u dwingen te kijken, inderdaad het echte leven is. Als dat waar is wilt u liever dood.

Begrijpt u het? Nee, nog niet goed. Vergelijkingen gaan ook altijd maar ten dele op. Ik vlei me dan ook niet met de hoop dat ik u duidelijk heb kunnen maken hoe een klein deel van uw klanten de door hen vervloekte Albert Heijn muziek ervaart. Maar hoe kan ik u er tenminste van doordringen wat een kwelling u deze kleine, voor u te verwaarlozen minderheid bezorgt?

Een slimme man of vrouw heeft ooit eens geld verdiend met een kermisattractie ‘vijf minuten in de hel’. De door zijn nieuwsgierigheid naar binnen gelokte kermisganger kreeg, nadat hij netjes betaald had, een pot met stront onder zijn neus gebonden. Met die pot moest hij vijf ellenlange minuten blijven zitten. Eindelijk van de pot verlost kon hij de kermisbaas alleen maar toegeven dat die niets teveel had beloofd: hij was vijf minuten in de hel geweest. Als ik gekweld en steeds gejaagder in uw winkel boodschappen deed heb ik hier vaak aan moeten denken.

Overigens, weet u dat de luidsprekertjes in het filiaal aan het Buikslotermeerplein twee keer geruime tijd zo maar hebben gezwegen, de eerste keer vóór, de tweede keer na de verbouwing van de winkel? Wat een geschenk! Eindelijk mocht ook ik eens ervaren dat boodschappen doen best een plezier kan zijn. Niet gejaagd je lijstje afwerken om gauw gauw weer uit ‘het hol’ te ontsnappen, maar ontspannen langs de schappen wandelen en (in de nieuwe fraai ingerichte winkel) iets te verorberen bij het standje ‘altijd wat te proeven’. Ik begon de hoop te koesteren dat u misschien op een andere formule was overgegaan, toegespitst op een publiek met een iets meer ontwikkelde smaak, voor wie die ellendige Albert Heijn muziek niet zo hoeft. Helaas! Sinds kort geleden zijn de ‘geluiden’ terug van weg geweest en is uw winkel voor mij weer een ongenietbaar hol geworden. Nog twee keer heb ik hierna met de tanden op elkaar in uw winkel boodschappen gedaan, toen heb ik de handdoek in de ring gegooid. Het is genoeg geweest! Ik zet geen voet meer in uw winkel.

‘Maar mijnheer!’ hoor ik u nu roepen, ‘De muziek waar u op doelt is er toch overal? Komt u nooit in een warenhuis of in een winkelcentrum?’ Ja, maar godzijdank kan ik dat tot een minimum beperken. In winkelcentra prefereer ik trouwens de winkels zónder muziek – want die zijn ook daar te vinden!

Waar ik nu boodschappen doe? Bij enkele Turkse winkels en bij de kruidenier en de kaasboer op het Purmerplein. Heel dom van me dat ik daar niet veel eerder mee begonnen ben, want het blijkt een verademing. Deze winkels redden het uitstekend zonder ‘muziek’. Alleen in een van de druk beklante Turkse winkels klinken populaire Turkse liedjes, helemaal niet onaardig. Want tot slot, dat zou ik bijna vergeten, wat mij betreft mag er best muziek in winkels en winkelcentra klinken, als het maar niet die afschuwelijke Albert Heijn muziek is. O, er is aardige, prettig stemmende muziek te over die niet alleen voor mij, maar vast en zeker ook voor de meerderheid van het publiek te pruimen is. Wat mij betreft mag u desnoods af en toe house in de winkel laten klinken, daar zit tenminste nog leven in, althans in de goede.

Natuurlijk verwacht ik niet dat u voor een kleine minderheid uw beleid gaat wijzigen. Onze wegen scheiden zich dus voorgoed. Waarom schrijf ik dan toch deze brief? Om mijn hart te luchten. Dat doet soms goed.

Ik wens u het beste toe.

Met vriendelijke groet,

Uw gewezen trouwe klant,

Gerbrand Muller

-----------------
De tekening is van Annemiek Meijer
-------------------
Bestel uw boeken en wat al niet
bij bolcom, via de banner rechts.
Dan steunt u De Leunstoel!
© 2016 Gerbrand Muller
powered by CJ2