archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Ontmoetingen | ||||
Zo moeder zo zoon? | Claude Aendenboom | |||
Toen oom Marc werd geboren als jongste zoontje van zeven kinderen, werd hij al snel het troetelkindje van Elizabeth, zijn moeder. Ze nam hem overal mee op familiebezoek, waar men vertederd was door zijn kwetsbare donkerbruine oogjes en zijn blonde haardos. Hij kreeg dan altijd een rijstpapje, waar hij zo verlekkerd op was. Ja, Marc was een engeltje. Aan dat paradijselijk bestaan kwam echter abrupt een einde toen Elizabeth vroegtijdig stierf vanwege nierfalen. Voor de driejarige Marc kwam dit nieuws als een donderslag bij heldere hemel. En alsof dat nog niet genoeg was leefde hij de volgende jaren in een hel, toen de boze stiefmoeder hem bij het minste verzet in het akelige donkere kolenkot opsloot. Marc zocht als kleuter zijn toevlucht in het spelen met poppen, hij bootste daarbij zijn liefhebbende moeder na. Getraumatiseerd door het hele gebeuren begon hij op zijn tiende te tekenen. Hij maakte portretten van zijn broers en zussen maar ook ... van zijn moeder. Marc had veel gevoel voor humor en was eigenlijk de grappigste thuis. Achteraf gezien was zijn humor wellicht een manier om zijn gemis te verdringen. Op zijn achttiende ging hij in Gent wonen, waar hij zou afstuderen aan de Sint-Lucas academie. Omdat hij zijn droom als restaurateur van oude kunstwerken niet direct kon realiseren legde hij zich toe op het oplappen van antieke stoelen en zetels. Als kind genoot ik enorm van de intense geur van het leder dat hij in zijn mooie duplex-appartement stockeerde. In die tijd vervrouwelijkte zijn uiterlijk helemaal, hij liet zijn wilde blonde haren groeien en deed soms make-up op zijn gezicht. Mijn halfbroer Daniël had het vermoeden dat Marc homoseksueel was. Tijdens een familiefeestje, jaren later, gaf oom Marc dat toe en verklaarde: zo voel ik de nabijheid van moeder weer ... Hij overleed op zijn 37ste, niet volledig onverwacht, zijn broers en zussen zagen zijn dood aankomen. Marc sloeg immers alle goede raad in de wind, hij dronk teveel en sliep in de winterkou tot de ijspegels aan het plafond hingen. En bij de rouwplechtigheid bedacht ik: Hij zal het nu terug wat warmer hebben ... onder de vleugels van zijn zachtaardige moeder!? -------- Het plaatje is van Henk Klaren |
||||
© 2017 Claude Aendenboom | ||||
powered by CJ2 |