archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Ontmoetingen delen printen terug
Wie schrijft, die blijft?! Haitze Meurs

1006BS Klas
We schrijven 1969. De Beatles en Rolling Stones zijn net goed op dreef. De jeugd verplaatst zich per brommer. Suzuki, Tomos, Zundapp, Kreidler Florett en een slordige Berini bepalen het verkeersbeeld, en de fietsenstalling op de middelbare scholen. Lang haar komt opzetten en de docenten kampen met het handhaven van de orde. De jeugd lijkt losgeslagen. Daar moet streng tegen opgetreden worden. We zijn nog onbekend met fenomenen als grootschalig drugsgebruik, loverboys, immigratie van allochtonen, comazuipen, mishandeling van docenten, wapenbezit, mammoetwet, alles op slot zetten en het beroven van medeleerlingen, welke items in latere jaren de nodige zorg en aandacht nog zullen vragen. De jeugd in 1969 was zeg maar onschuldig ondeugend vergeleken bij wat heden ten dage op scholen gebeurt. Beetje spijbelen en spieken waren ongeveer de grootste zonden die begaan werden.

Dat beeld lag bij het docentenkorps duidelijk anders. Die herinnerde zich soms met weemoed de goede oude tijd dat docenten nog van nature met respect bejegend werden. Met name de docenten met wat ordeproblemen wel te verstaan. Die hadden het moeilijk. Vaak waren dat ook de docenten die een ander gevoel voor humor aan de dag legden dan hun leerlingen! De ordeproblemen werden doorgaans opgelost door leerlingen uit de les te verwijderen, waarna ze zich bij de conrector dienden te melden om van hem te vernemen, wat hun ‘leermoment’ zou inhouden. Dat kon variëren van schoonmaakwerk, tot een keer apart terugkomen en in uitzonderlijke gevallen tot het maken van strafwerk. Vergeleken met sommige lessen waren deze alternatieven nog niet eens zo onaantrekkelijk.

In Klas 5B van de HBS in een stadje in de Achterhoek kon het bar gezellig zijn. De groep van welgeteld 21 leerlingen (7 meisjes en 14 jongens) was goed op elkaar ingespeeld, begreep elkaar en hield wel van een grapje tussendoor. Gevaarlijke momenten waren de minuten tussen de vakken. Sommige leraren hadden hun eigen leslokaal, zoals tekenen, gymnastiek, scheikunde en biologie. De andere lessen, waaronder de taallessen, werden gegeven in het eigen leslokaal van de betreffende klas. Dit had als psychologisch nadeel dat de docent ‘op bezoek kwam’ bij de klas en de stemming daar snel diende aan te voelen om vervolgens de leiding te veroveren. De 3 tot 5 minuten dat een klas zonder toezicht was, had deze ‘vrij spel’ welke ‘ruimte' geregeld 'benut’ werd.

Zo kon het gebeuren dat Ab P. op een gegeven moment zijn schoen was kwijtgeraakt en deze pas weer opmerkte toen hij deze met een onwaarschijnlijke snelheid door het luchtruim van het klasselokaal zag scheren. Het projectiel leende zich uitstekend voor het betere gooi en smijtwerk. Ondanks verwoede pogingen zich weer van zijn rechtmatig eigendom ´meester’ te maken, slaagde Ab P. er niet in om zijn schoen te vangen. Dit uiteraard onder de nodige hilariteit van de klas. Dat dit uitdagende spelletje zo niet al te lang kon doorgaan besefte ook Cliff van D., de klasse-oudste, die een gevaar zag opdoemen in de komst van de leraar Engels. Van deze docent was royaal bekend dat hij gespeend was van elke vorm van humor. Cliff besloot zijn verantwoordelijkheid als klasse-oudste te nemen en het behendigheidsspel te beëindigen! Echter niet door de schoen naar Ab P. te gooien, maar door in zijn enthousiasme de schoen met een welgemikte worp uit het bovenraam te werpen. Een prachtige worp! Net op tijd overigens, want 3 seconden later kwam de docent Engels het lokaal ‘verkennen’. Ondertussen was de schoen, maatje 42, vanaf 2-hoog buiten ergens tussen de struiken beland!

Docent S. had nog maar nauwelijks zijn tas in positie gebracht, of daar ontwaarde hij al de vinger van Ab P. Ab meende kennelijk dat het goede moment gekomen was om S. toestemming te vragen om zijn schoen op te halen. Wat S. ook verwacht had, deze vraag zeker niet. Zijn belangstelling was gewekt. In plaats van eenvoudig in te stemmen met het verzoek, en het probleem te laten waar het lag (ergens tussen de struiken), zag S. hier duidelijk een ordeprobleem liggen dat uitgesponnen diende te worden. Met zijn nasale stemgeluid striemde hij de klas met vragen over wat er precies gebeurd was. Waar lag de schoen dan wel? Vermoedelijk buiten ergens dus. Hoe kon die daar gekomen zijn? Met de nodige trots werd de perfecte worp van Cliff gememoreerd. Wie hadden allemaal de schoen aangeraakt dan? Na enige aarzeling gingen vijf vingers de lucht in. Kennelijk wist niet elke leerling zich het gooi-en-smijtwerk goed te herinneren! De spanning steeg. Wat zou S. beslissen na deze informatieronde? DRUIT!
De vijf daders, inclusief Ab P., pakten hun boeltje bij elkaar op weg naar een vrij uurtje. Immers, ze wilden ook niet altijd de conrector lastig vallen met in hun ogen triviale zaken. Een conrector heeft toch altijd wel wat beters te doen. Op weg naar de deur voegde S. de vijf nog toe: ‘o, o, wat zijn jullie toch dom’. ‘Omdat ze hun vinger opgestoken hebben?’, informeerde Han S. JIJ OOK DRUIT. Het dreigde zo een gemakkelijk lesuurtje te worden voor S. met de weinige resterende leerlingen.

Daar ontwaardde S. leerling M., vlakbij de deur gezeten, die ijverig aan het werk geslagen was. M. hield namelijk voor de klas het complete overzicht van ‘uitzettingen’ bij, gerubriceerd naar leerling en docent. Een administratie die met groot plichtsbesef bijgehouden werd, aangezien de leerling, die de 100 in het lesjaar vol zou maken, de klas zou moeten trakteren. Een afspraak die alleen binnen de klas bekend was! Vermoedde S. dat er nog wat achterstallig huiswerk gemaakt werd? Hij moest het weten. Vol trots toonde M. aan S. zijn administratie, en passant S. meedelend dat hij na die dag aan kop stond, en aan de klas dat Ab P. zijn leidende positie had weten te behouden en ook dat de totaalscore nu op 96 stond. 97 corrigeerde S. de leerling. JIJ DROOKUIT. Waarmee weer eens krachtig bewezen werd dat de stelling ‘ wie schrijft, die blijft’ niet altijd op gaat. Na nog snel 2 kruisjes geplaatst te hebben vertrok ook M. De klas zou het schooljaar afsluiten met een totaalscore van 131 ‘uitzettingen’.
Voorwaar een recordjaar.
 
***************************
De tekening is van Annemiek Meijer


© 2013 Haitze Meurs meer Haitze Meurs - meer "Ontmoetingen" -
Bezigheden > Ontmoetingen
Wie schrijft, die blijft?! Haitze Meurs
1006BS Klas
We schrijven 1969. De Beatles en Rolling Stones zijn net goed op dreef. De jeugd verplaatst zich per brommer. Suzuki, Tomos, Zundapp, Kreidler Florett en een slordige Berini bepalen het verkeersbeeld, en de fietsenstalling op de middelbare scholen. Lang haar komt opzetten en de docenten kampen met het handhaven van de orde. De jeugd lijkt losgeslagen. Daar moet streng tegen opgetreden worden. We zijn nog onbekend met fenomenen als grootschalig drugsgebruik, loverboys, immigratie van allochtonen, comazuipen, mishandeling van docenten, wapenbezit, mammoetwet, alles op slot zetten en het beroven van medeleerlingen, welke items in latere jaren de nodige zorg en aandacht nog zullen vragen. De jeugd in 1969 was zeg maar onschuldig ondeugend vergeleken bij wat heden ten dage op scholen gebeurt. Beetje spijbelen en spieken waren ongeveer de grootste zonden die begaan werden.

Dat beeld lag bij het docentenkorps duidelijk anders. Die herinnerde zich soms met weemoed de goede oude tijd dat docenten nog van nature met respect bejegend werden. Met name de docenten met wat ordeproblemen wel te verstaan. Die hadden het moeilijk. Vaak waren dat ook de docenten die een ander gevoel voor humor aan de dag legden dan hun leerlingen! De ordeproblemen werden doorgaans opgelost door leerlingen uit de les te verwijderen, waarna ze zich bij de conrector dienden te melden om van hem te vernemen, wat hun ‘leermoment’ zou inhouden. Dat kon variëren van schoonmaakwerk, tot een keer apart terugkomen en in uitzonderlijke gevallen tot het maken van strafwerk. Vergeleken met sommige lessen waren deze alternatieven nog niet eens zo onaantrekkelijk.

In Klas 5B van de HBS in een stadje in de Achterhoek kon het bar gezellig zijn. De groep van welgeteld 21 leerlingen (7 meisjes en 14 jongens) was goed op elkaar ingespeeld, begreep elkaar en hield wel van een grapje tussendoor. Gevaarlijke momenten waren de minuten tussen de vakken. Sommige leraren hadden hun eigen leslokaal, zoals tekenen, gymnastiek, scheikunde en biologie. De andere lessen, waaronder de taallessen, werden gegeven in het eigen leslokaal van de betreffende klas. Dit had als psychologisch nadeel dat de docent ‘op bezoek kwam’ bij de klas en de stemming daar snel diende aan te voelen om vervolgens de leiding te veroveren. De 3 tot 5 minuten dat een klas zonder toezicht was, had deze ‘vrij spel’ welke ‘ruimte' geregeld 'benut’ werd.

Zo kon het gebeuren dat Ab P. op een gegeven moment zijn schoen was kwijtgeraakt en deze pas weer opmerkte toen hij deze met een onwaarschijnlijke snelheid door het luchtruim van het klasselokaal zag scheren. Het projectiel leende zich uitstekend voor het betere gooi en smijtwerk. Ondanks verwoede pogingen zich weer van zijn rechtmatig eigendom ´meester’ te maken, slaagde Ab P. er niet in om zijn schoen te vangen. Dit uiteraard onder de nodige hilariteit van de klas. Dat dit uitdagende spelletje zo niet al te lang kon doorgaan besefte ook Cliff van D., de klasse-oudste, die een gevaar zag opdoemen in de komst van de leraar Engels. Van deze docent was royaal bekend dat hij gespeend was van elke vorm van humor. Cliff besloot zijn verantwoordelijkheid als klasse-oudste te nemen en het behendigheidsspel te beëindigen! Echter niet door de schoen naar Ab P. te gooien, maar door in zijn enthousiasme de schoen met een welgemikte worp uit het bovenraam te werpen. Een prachtige worp! Net op tijd overigens, want 3 seconden later kwam de docent Engels het lokaal ‘verkennen’. Ondertussen was de schoen, maatje 42, vanaf 2-hoog buiten ergens tussen de struiken beland!

Docent S. had nog maar nauwelijks zijn tas in positie gebracht, of daar ontwaarde hij al de vinger van Ab P. Ab meende kennelijk dat het goede moment gekomen was om S. toestemming te vragen om zijn schoen op te halen. Wat S. ook verwacht had, deze vraag zeker niet. Zijn belangstelling was gewekt. In plaats van eenvoudig in te stemmen met het verzoek, en het probleem te laten waar het lag (ergens tussen de struiken), zag S. hier duidelijk een ordeprobleem liggen dat uitgesponnen diende te worden. Met zijn nasale stemgeluid striemde hij de klas met vragen over wat er precies gebeurd was. Waar lag de schoen dan wel? Vermoedelijk buiten ergens dus. Hoe kon die daar gekomen zijn? Met de nodige trots werd de perfecte worp van Cliff gememoreerd. Wie hadden allemaal de schoen aangeraakt dan? Na enige aarzeling gingen vijf vingers de lucht in. Kennelijk wist niet elke leerling zich het gooi-en-smijtwerk goed te herinneren! De spanning steeg. Wat zou S. beslissen na deze informatieronde? DRUIT!
De vijf daders, inclusief Ab P., pakten hun boeltje bij elkaar op weg naar een vrij uurtje. Immers, ze wilden ook niet altijd de conrector lastig vallen met in hun ogen triviale zaken. Een conrector heeft toch altijd wel wat beters te doen. Op weg naar de deur voegde S. de vijf nog toe: ‘o, o, wat zijn jullie toch dom’. ‘Omdat ze hun vinger opgestoken hebben?’, informeerde Han S. JIJ OOK DRUIT. Het dreigde zo een gemakkelijk lesuurtje te worden voor S. met de weinige resterende leerlingen.

Daar ontwaardde S. leerling M., vlakbij de deur gezeten, die ijverig aan het werk geslagen was. M. hield namelijk voor de klas het complete overzicht van ‘uitzettingen’ bij, gerubriceerd naar leerling en docent. Een administratie die met groot plichtsbesef bijgehouden werd, aangezien de leerling, die de 100 in het lesjaar vol zou maken, de klas zou moeten trakteren. Een afspraak die alleen binnen de klas bekend was! Vermoedde S. dat er nog wat achterstallig huiswerk gemaakt werd? Hij moest het weten. Vol trots toonde M. aan S. zijn administratie, en passant S. meedelend dat hij na die dag aan kop stond, en aan de klas dat Ab P. zijn leidende positie had weten te behouden en ook dat de totaalscore nu op 96 stond. 97 corrigeerde S. de leerling. JIJ DROOKUIT. Waarmee weer eens krachtig bewezen werd dat de stelling ‘ wie schrijft, die blijft’ niet altijd op gaat. Na nog snel 2 kruisjes geplaatst te hebben vertrok ook M. De klas zou het schooljaar afsluiten met een totaalscore van 131 ‘uitzettingen’.
Voorwaar een recordjaar.
 
***************************
De tekening is van Annemiek Meijer
© 2013 Haitze Meurs
powered by CJ2