archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Ontmoetingen | ||||
Memoires van een fotograaf (4) | Steye Raviez | |||
Harry’s tachtigste verjaardag werd in 2007 uitbundiger gevierd dan ooit. De directeur van de Bezige Bij, Robbert Ammerlaan, had daartoe de Stadsschouwburg afgehuurd. Het programma bood artiesten van naam een podium en er werd een fragment vertoond van 'The Room', gebaseerd op het eerste verhaal dat Harry schreef. De al zo vaak gelauwerde Mulisch werd ondergedompeld in een stortvloed aan huldebetuigingen en onderging het als een sfinx.
De naam Hitler viel die gedenkwaardige avond regelmatig. Robbert Ammerlaan declameerde een fragment uit 'Mijn Getijdenboek'. Het was het fragment dat de razzia’s beschreef om mannen tussen de zeventien en veertig op te pakken en in Duitsland te werk te stellen. Plotseling bleek een Duitser met een machinepistool zich toegang te hebben verschaft en was in de gang van huize Mulisch verschenen. Weliswaar verrast, maar toch bij de pinken begroette Mulisch senior de soldaat met de uitroep ‘Heil Hitler!’
Vervolgens werd de man uitgenodigd in de zitkamer plaats te nemen. De soldaat was niet veel ouder dan Harry en nadat zijn vader hem had voorzien van een sigaret en een glas jenever werd zoon Harry binnen geroepen. Die stapte de kamer in, overzag verbaasd het tafereel en hoorde met nog grotere verbazing zijn vader zeggen: ‘Harry, willst du nach Deutschland?’ Harry begreep dat hij de vraag ontkennend en eveneens in het Duits diende te beantwoorden, waarna zijn vader hem verzocht weer te vertrekken. Korte tijd later vertrok de soldaat, ving een glimp van Harry op en riep in het voorbijgaan een vriendschappelijk ‘tsjuss.’ Dat Hitlers naam zo regelmatig viel in de afgeladen Stadsschouwburg lag uiteraard aan het feit dat veel van Harry’s boeken geënt zijn op de Tweede Wereldoorlog.
Toen Harry in het jaar 1997 zeventig werd kreeg ik de opdracht van wijlen Joop van Tijn om naar Dresden te reizen en daar een fotoreportage te maken ter ere van Harry en van zijn roman ‘Het stenen bruidsbed.’ De ooit zo barokke stad, die wel het Florence aan de Elbe werd genoemd bestond niet meer en dat werd overduidelijk getoond op de omslag van ‘Het stenen bruidsbed’. Daarop is een verwoestte stad afgebeeld, resultaat van een ongekend heftig en nog altijd omstreden bombardement, uitgevoerd door de Royal Air Force en de United States Army Force, waarbij tienduizenden slachtoffers vielen. Wat het weekblad Vrij Nederland voor ogen stond was te achterhalen hoe die foto met het engelenbeeld, die op de omslag stond, gemaakt had kunnen worden.
Ik wist slechts dat het een engel betrof die op het dak moest staan van het stadhuis. Dat stadhuis was na het bombardement zwaar beschadigd, maar de engel bleef miraculeus genoeg ongeschonden. De omslag toonde een spookachtige, wit gevleugelde gedaante die vanuit de hoogte neerkeek op de resten van de verwoeste stad. In werkelijkheid was de engel zwartgeblakerd. De ontwerper gebruikte het negatief, vermoedelijk om de omslag nog dramatischer te maken. Ik besloot te proberen de foto nogmaals te maken en te zien wat het verschil tussen beide opnames zou opleveren. Daartoe moest ik bij de koepel op het dak van het stadhuis zien te komen, wat me een moeilijke opgaaf leek, maar vol goede moed begon ik aan de missie. De portiersloge van het Stadhuis werd eenvoudig gepasseerd en ik begon de trappen te beklimmen. Op de eerste verdiepingen bevonden zich werkkamers van ambtenaren. Stug doorlopend arriveerde ik ten slotte bij de laatste trap en strandde bij een afgesloten deur die toegang tot de koepel moest verschaffen. Tot nu toe had niemand mij ook maar een strobreed in de weg gelegd. Dat schonk alvast vertrouwen.
Ik keerde terug naar de bewoonde wereld en sprak de eerste de beste ambtenaar aan die in gebrekkig Duits werd uitgelegd wat ik daarboven op het dak beoogde te doen. Eerst werd ik met een kluitje in het riet gestuurd, maar toen ik meldde dat de foto op de omslag van een gerenommeerd blad zou komen te staan, zwichtte hij. Ik moest even wachten totdat een opgetrommelde gids met sleutel de toegangsdeur naar de koepelruimte opende. En passant legde ik hem uit hoe bijzonder de toegepaste constructie van die koepel wel niet was, terwijl hij mij naar de laatste, nauwe, ijzeren wenteltrap leidde die toegang verschafte tot de trans rondom de koepel.
Daar bleek niet alleen die ene engel te staan waar ik de reis voor ondernomen had. Rondom de koepel bevonden zich op gelijke afstanden van elkaar een trits aan engelen, allemaal even geblakerd. Hoe had die fotograaf in vredesnaam de foto kunnen maken? Ik zou als een vlieg tegen de koepelwand hebben moeten klimmen om hetzelfde standpunt in te kunnen nemen. Mijn gids begreep er eerst ook niets van maar wist na enig piekeren het antwoord op de vraag te geven.
De anonieme fotograaf had gebruik gemaakt van een aangebouwde houten stellage die door een Amerikaanse filmploeg voor een grote smak geld tegen de koepelwand was aangebouwd, louter en alleen om een enkel shot te maken van de engel met de verwoeste stad op de achtergrond.
Ik moest het zonder stellage stellen en kon niet anders dan de engel fotograferen met een achtergrond waarop een heel klein beetje stad te zien was en veel blauwe lucht. Maar toch was ik best trots op het behaalde resultaat.
Het raadsel was opgelost en dat voelde aan als het hebben van een primeur.
***************************************
Boekhandel van Rossum is gevestigd aan de
Beethovenstraat 32 in Amsterdam. Ga voor informatie naar www.boekhandelvanrossum.nl |
||||
© 2009 Steye Raviez | ||||
powered by CJ2 |