archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Ontmoetingen | ||||
Memoires van een fotograaf (3) | Steye Raviez | |||
Signalement van de Thylacinus Cynocephalus: Licht tot donkerbruin, kortharig buidelroofdier. Het formaat van een flinke wolf. Een volwassen dier meet van neus tot staart ongeveer 180 cm en heeft een schouderhoogte van zo’n 58 cm. Heeft dertien tot twintig strepen op de rug, waaraan het dier de naam Buideltijger te danken heeft. De bouw van het skelet vertoont opvallende gelijkenissen met die van wolf of hond, maar wijkt af op details als extra kiezen en een kaakscharnier dat het dier in staat stelt de bek enorm wijd open te sperren. De staart wordt gebruikt om rechtop te zitten als een kangoeroe.
Mijn fascinatie voor de tijger is omstreeks 1995 ontstaan. Ik had een ooggetuigenverslag uit 1982 onder ogen gekregen van Hans Naarding, een parkwachter van Nederlandse afkomst die op Tasmanië werkzaam was. Hij was op pad gegaan om het gedrag van enkele vogelsoorten nader te bestuderen. In het schemerlicht van een vroege ochtend kroop hij uit zijn tent en zag op een afstand van ongeveer tien meter een roerloze gestalte. Hij richtte een schijnwerper op de schim en kon tot zijn stomme verbazing maar tot één conclusie komen, namelijk dat hij oog in oog stond met een roofdier dat als uitgestorven werd beschouwd. Op dat pad stond namelijk een Tasmaanse tijger, daar kon wat hem betrof geen enkele twijfel over bestaan. Hij had een camera bij zich, maar die lag op de achterbank van zijn landrover. Op het moment dat hij aanstalten maakte het apparaat te pakken verdween het wezen met een opvallende kalmte in het dichte struikgewas. Even rustig gedroeg zich het exemplaar dat veel recenter door een Duitse toerist was betrapt. Ook dat dier had bij die confrontatie enkele seconden doodstil gestaan om vervolgens op een bedaarde manier tussen de groene varens te verdwijnen.
Het verslag van mijn eigen zoektocht stond destijds in Het Parool. Er was geen prijs uitgeloofd, maar met een of meerdere foto’s zou het geld vast binnenstromen. Eerlijk gezegd had ik weinig hoop op een lijfelijke ontmoeting. Meldingen waren in de voorafgaande jaren nooit hard gemaakt. Slechts eenmaal had ik een video-opname kunnen bekijken waarop beelden waren te zien van een rennend dier dat met flink wat fantasie wel eens een wegvluchtende Tasmaanse tijger kon zijn. Het beeld was veel te vaag en het bewegende dier zo ver weg geweest dat het onmogelijk was om met zekerheid te kunnen zeggen dat het om een Tasmaanse tijger ging en niet om een hond of dingo.
Het opmerkelijke van die video-opname was dat de toerist die de beelden had gemaakt zich niet in Tasmanië bevond maar in Gippsland, een ruig, beschermd natuurreservaat in de staat Victoria van Australië! Had een goedwillende natuurliefhebber er een of een paar gevangen en naar Gippsland gebracht?
Wat valt er nog meer te zeggen over de door de jaren heen gestage stroom van getuigenissen? De tijger is ongeveer 4000 keer gesignaleerd. Driehonderd van die meldingen worden nog altijd als zeer betrouwbaar beschouwd. Het merendeel daarvan is afkomstig van respectabele burgers die weinig behoefte voelden of zelfs vaak afkerig waren van publiciteit. Voor veel eilandbewoners zou het een grote opluchting betekenen als nooit meer iets van de Tasmaanse tijger werd vernomen. Als namelijk onomstotelijk bewezen zou worden dat hij nog leeft zou de houtkap en de industrie op grote delen van het eiland door het gouvernement aan strenge banden worden gelegd. De Tasmaanse tijger is niet voor niets een nationaal symbool.
Het personeel van agrarische bedrijven zou, volgens hardnekkige geruchten, ook in deze tijd nog steeds zo nu en dan tijgers waarnemen en mogelijkerwijs zelfs proberen te doden, zonder daar ruchtbaarheid aan te geven. Opzieners mogen geen mensen toelaten die zeggen naar sporen van de Thylacinus te willen zoeken. Volgens een anonymus op het net maakt met name het bedrijf Woolnorth zich daaraan schuldig. Het bedrijf heeft uitgestrekte gebieden in bezit waar in het verleden regelmatig Tasmaanse tijgers werden gezien. Recent heeft hij er schapen aangetroffen met de karakteristieke verwondingen. Thylacinu gebruikt zijn wijde beet om gapende halswonden toe te brengen, om zich vervolgens alleen te goed te doen aan bloed en organen. ‘Terwijl ik kadavers van twee schapen aan het filmen was werd ik gestoord door de komst van een opzichter. Zoals de schapen door mij werden aangetroffen hadden ze alle kenmerken van de wijze waarop de Tasmaanse tijger zijn prooi doodt. Toen ik hem dat vertelde, en dat ik zocht naar sporen die erop konden duiden dat een Tasmaanse tijger zich aan de dieren tegoed had gedaan, zei hij hevig geïrriteerd dat ik diende te vertrekken en er helemaal geen tijgers waren. Een derde schaap lag even verderop maar mij werd alle verdere gelegenheid ontnomen om enig onderzoek te verrichten.’
De enige kans die ik kreeg de perfecte vervalsing te maken heb ik niet benut. Naar aanleiding van de nieuwe commotie rond de Thylacinus was ik naar Sydney afgereisd. Ik herinnerde me dat een goede kennis, die voor de FOX filmstudio’s werkte, betrokken was geweest bij de vervaardiging van een perfect nagebootste Tasmaanse tijger op ware grootte, zo’n radiografisch te bewegen robot, die dankzij een ingewikkeld mechanisch geraamte in staat was zodanig te bewegen dat het leek alsof het van vlees en bloed was. De haren van de vacht waren zelfs van een echte huid, afkomstig uit de collectie van het Australisch Museum. In eerste instantie werd de robot gebruikt om een Tasmaans biermerk in een commercial aan te prijzen en later in een BBC documentaire Walking with Dinosaurs. Ik belde hem op om te vragen of het mogelijk zou zijn enkele foto’s van deze unieke robot-thylacinus te maken en tot mijn verbazing kon dat geregeld worden. Na te zijn binnengeleid in het heiligdom van de ontwerpstudio van FOX, waar vriend Gustavo zijn drukke werkzaamheden aan de decors van de nieuwste Superman- productie even in de steek liet, realiseerde ik me bij het naar buiten dragen van de unieke replica dat hiermee de ultieme nepfoto kon worden gemaakt. Het dier, dat helaas op een plank was gemonteerd, beantwoordde aan de stoutste verwachtingen. Als ik het naar buiten de omheining had kunnen meenemen en in het struikgewas had neergezet, met wat bladeren op de plank waarop het stond vastgeschroefd, dan was mijn foto geloofwaardiger geworden dan alle voorgaande foto's die in de loop der tijd de revue waren gepasseerd. Maar ik realiseerde me ook dat het bedrog zeker was uitgekomen.
*******************
Beetje tot rust komen?
Kijk op www.canarias.nl |
||||
© 2009 Steye Raviez | ||||
powered by CJ2 |