archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Op de fiets delen printen terug
Tropenkolder Thomas van der Steen

2111BZ ExitIn ons drukke reisschema zie ik op de zondag eindelijk een gaatje: vrije dag in Paramaribo. Een unieke kans om te fietsen in de Surinaamse hoofdstad. Enthousiast scrol ik al door de websites van fietsverhuurders.
Maar dan.

‘Wat denk je wel halvegare, fietsen hier, no way!’
‘Ja maar, waarom niet?’
‘Ze rijden hier links.’
‘Nou en, in Engeland ook en daar rijd ik ieder jaar, ja toch. Met het stuur aan de verkeerde kant.’
‘Ze rijden niet alleen links, er gelden hier andere regels.’
‘Mij kan niks gebeuren, no spang, ik ben onkwetsbaar, ja toch.’
‘Straks krijg je in een zijstraatje een knuppel in je nek.’
‘Ik ben niet bang, nergens voor.’
‘En al die gaten overal in de weg, hier geen biljartlakens zoals in Nederland.’
‘Ik kijk altijd goed uit mijn doppen, ja toch.’
‘Heb je dat Onafhankelijkheidsplein gezien, hier voor het hotel, highway to hell.’
‘No spang, ik ben altijd voorzichtig op de fiets, ja toch.’
‘Ze rijden hier als gekken, het gaat niet gebeuren, punt uit!’
Haar overbezorgdheid wint van het van mijn onbevangenheid. De kans op een fietstocht in de tropen komt nog wel, ja toch.

De Peperpot

Later logeren we in hotel de Peperpot, vroeger een plantage, nu een resort. ‘s Avonds genieten we op de veranda van de oude directeurswoning van een spectaculaire zonsondergang en exotische gerechten. De ijsemmer met djogo’s Parbo staat nooit leeg. Als de zon achter de kim is verdwenen, knipogen de rode lampjes van de raffinaderij aan de overkant van de rivier ons beminnelijk toe.

De volgende ochtend meld ik mij bij de receptie voor een huurfiets. Op het frame van mijn fiets staat waddenfietsen.nl, de band met de oude kolonisator staat nog strak.
Over de eindeloze toegangsweg van het resort fiets ik relaxt naar het natuurpark. Hier geen auto’s, het enige verkeer is de keukenhulp die op zijn brommer naar de markt gaat. Ondanks alle hobbels en bobbels heeft de overheid ook nog een verkeersdrempel aangelegd; slapende politieagenten heten ze hier.
Ik geniet volop omdat ik fiets op Zuid-Amerikaanse bodem. Die nieuwe ervaring kan ik straks als trofee in mijn kast der herinneringen hangen. Naast die van fietsen over een strand van de Stille Oceaan, over het plein voor de Dom van Milaan, langs sombere, communistische woonblokken in Slovenië maar ook over het Drielandenpunt in Vaals. De kast dijt uit.

Door een verroeste poort betreed ik de oude plantage. Na Ketikoti en later de emancipatie van contractarbeiders uit Java en Brits-Indië, werd de koffie- en cacaoplantage gesloten. Al gauw greep de natuur zijn kans en overwoekerde de plek. Om toeristen kennis te laten maken met het oerwoud, hakten natuurvorsers met machetes een pad. En daar fiets ik nu. Over buitenaards grote bladeren en langs bamboestruiken groter dan eikenbomen. Over mijn hoofd fladderen vogels die ik nooit eerder zag of hoorde. Ik hoop op ara’s maar ook vanaf de vogeltoren zie ik ze niet. Wel reigers, een spotlijster, een winterkoninkje (wat doet die hier in de bloedhitte?) en ibissen.

Natuur

Ik stop bij een groepje, hun gids wijst naar een luiaard. Al decennia zie ik die koddige wezens in diverse natuurprogramma’s en nu hangt ‘ie boven me in de boom. Onverstoorbaar en traag klimt hij voort.
Alles ritselt, klappert, kraakt, knispert. piept, klettert of klopt hier. De aanwezigheid van leven hoor je beter dan dat je het ziet. Een slingerend pad belooft spinnen, leguanen en slangen maar meer dan een agouti zie ik niet. De agouti, ook wel boskonijn, is een soort grote cavia die waakzaam over de grond kruipt. Nou, als die hier schuifelt is de kans op een boa constrictor of anaconda uitgesloten.

Ik fiets door naar het einde van het natuurpark totdat oorverdovend gekrakeel uit de bomen klinkt. Op armafstand slingeren apen van boom naar boom. Hoe langer ik kijk, hoe meer ik er zie. Mooier wordt het niet als eentje met baby-aap op de rug parmantig voorbij klimt. Breed glimlachend verlaat ik het park. Gefietst in de tropen en apies kijken. Altijd goed, ja toch.

----------

De foto is van de schrijver.



© 2024 Thomas van der Steen meer Thomas van der Steen - meer "Op de fiets" -
Bezigheden > Op de fiets
Tropenkolder Thomas van der Steen
2111BZ ExitIn ons drukke reisschema zie ik op de zondag eindelijk een gaatje: vrije dag in Paramaribo. Een unieke kans om te fietsen in de Surinaamse hoofdstad. Enthousiast scrol ik al door de websites van fietsverhuurders.
Maar dan.

‘Wat denk je wel halvegare, fietsen hier, no way!’
‘Ja maar, waarom niet?’
‘Ze rijden hier links.’
‘Nou en, in Engeland ook en daar rijd ik ieder jaar, ja toch. Met het stuur aan de verkeerde kant.’
‘Ze rijden niet alleen links, er gelden hier andere regels.’
‘Mij kan niks gebeuren, no spang, ik ben onkwetsbaar, ja toch.’
‘Straks krijg je in een zijstraatje een knuppel in je nek.’
‘Ik ben niet bang, nergens voor.’
‘En al die gaten overal in de weg, hier geen biljartlakens zoals in Nederland.’
‘Ik kijk altijd goed uit mijn doppen, ja toch.’
‘Heb je dat Onafhankelijkheidsplein gezien, hier voor het hotel, highway to hell.’
‘No spang, ik ben altijd voorzichtig op de fiets, ja toch.’
‘Ze rijden hier als gekken, het gaat niet gebeuren, punt uit!’
Haar overbezorgdheid wint van het van mijn onbevangenheid. De kans op een fietstocht in de tropen komt nog wel, ja toch.

De Peperpot

Later logeren we in hotel de Peperpot, vroeger een plantage, nu een resort. ‘s Avonds genieten we op de veranda van de oude directeurswoning van een spectaculaire zonsondergang en exotische gerechten. De ijsemmer met djogo’s Parbo staat nooit leeg. Als de zon achter de kim is verdwenen, knipogen de rode lampjes van de raffinaderij aan de overkant van de rivier ons beminnelijk toe.

De volgende ochtend meld ik mij bij de receptie voor een huurfiets. Op het frame van mijn fiets staat waddenfietsen.nl, de band met de oude kolonisator staat nog strak.
Over de eindeloze toegangsweg van het resort fiets ik relaxt naar het natuurpark. Hier geen auto’s, het enige verkeer is de keukenhulp die op zijn brommer naar de markt gaat. Ondanks alle hobbels en bobbels heeft de overheid ook nog een verkeersdrempel aangelegd; slapende politieagenten heten ze hier.
Ik geniet volop omdat ik fiets op Zuid-Amerikaanse bodem. Die nieuwe ervaring kan ik straks als trofee in mijn kast der herinneringen hangen. Naast die van fietsen over een strand van de Stille Oceaan, over het plein voor de Dom van Milaan, langs sombere, communistische woonblokken in Slovenië maar ook over het Drielandenpunt in Vaals. De kast dijt uit.

Door een verroeste poort betreed ik de oude plantage. Na Ketikoti en later de emancipatie van contractarbeiders uit Java en Brits-Indië, werd de koffie- en cacaoplantage gesloten. Al gauw greep de natuur zijn kans en overwoekerde de plek. Om toeristen kennis te laten maken met het oerwoud, hakten natuurvorsers met machetes een pad. En daar fiets ik nu. Over buitenaards grote bladeren en langs bamboestruiken groter dan eikenbomen. Over mijn hoofd fladderen vogels die ik nooit eerder zag of hoorde. Ik hoop op ara’s maar ook vanaf de vogeltoren zie ik ze niet. Wel reigers, een spotlijster, een winterkoninkje (wat doet die hier in de bloedhitte?) en ibissen.

Natuur

Ik stop bij een groepje, hun gids wijst naar een luiaard. Al decennia zie ik die koddige wezens in diverse natuurprogramma’s en nu hangt ‘ie boven me in de boom. Onverstoorbaar en traag klimt hij voort.
Alles ritselt, klappert, kraakt, knispert. piept, klettert of klopt hier. De aanwezigheid van leven hoor je beter dan dat je het ziet. Een slingerend pad belooft spinnen, leguanen en slangen maar meer dan een agouti zie ik niet. De agouti, ook wel boskonijn, is een soort grote cavia die waakzaam over de grond kruipt. Nou, als die hier schuifelt is de kans op een boa constrictor of anaconda uitgesloten.

Ik fiets door naar het einde van het natuurpark totdat oorverdovend gekrakeel uit de bomen klinkt. Op armafstand slingeren apen van boom naar boom. Hoe langer ik kijk, hoe meer ik er zie. Mooier wordt het niet als eentje met baby-aap op de rug parmantig voorbij klimt. Breed glimlachend verlaat ik het park. Gefietst in de tropen en apies kijken. Altijd goed, ja toch.

----------

De foto is van de schrijver.

© 2024 Thomas van der Steen
powered by CJ2