archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Op de fiets delen printen terug
Trans Europ Express (1 en 2) Thomas van der Steen

2107BZ TEE1

Ik fiets graag maar ben geen masochist. Met regen en 3 graden boven nul naar Amerongen of Schoonhoven en weer terug, dat is geen fietsen, dat is een marteling. Omdat het najaar van 2023 zeiknat was, heb ik dan ook niet gefietst.

Daarom terug naar mei van afgelopen jaar. Europa lag voor ons en de zon scheen gul.

Passau

Zoals de TEE-treinen van weleer, zo doorkruisen wij dit voorjaar Europa. Onze eerste stop is Passau in Beieren, Zuid-Duitsland. Na uren lang fahren, fahren auf der Autobahn is een stukje fietsen een verademing. Achter ons hotel ligt een oude spoorweg waar gras de strijd met staal heeft gewonnen. We volgen het spoor naar de stad. Passau is een zogenaamd Dreiflüsseeck: Donau, Inn en Ilz stromen hier samen. De eerste twee zijn serieuze rivieren, de Ilz een forse bergbeek. Voor de eerste keer in ons leven steken we de Donau over.

 Aan de overkant ligt hoog boven ons een vesting. Omdat het dé toeristische attractie van Passau is moeten we er natuurlijk heen. Maar we hebben het fort nooit bereikt en dat blijkt een zegen. We verdwalen en komen in het paradijs terecht. Glooiende weides, bespikkeld met paardenbloemen, wilde viooltjes en boterbloemen met hier en daar een grazende koe. Een Sound-of-Music vibe overspoelt ons. Soepel beklimmen we heuveltjes en met wapperende haren zinken we weer af. De weg terug naar de stad gaat door het bos. Naast ons klettert de Ilz met ons mee.

In de Altstadt bezoeken we de Dom. Barok, geen twijfel. Mijn hemel, het interieur is overdadig voorzien van fresco’s die weer worden omlijst door zwierige guirlandes, rozetten en kransen. Het orgel is2107BZ TEE2 een van de grootste van de wereld en stiekem hoop ik dat de organist van dienst wind blaast door de langste pijp, die is elf meter! Helaas, hij/zij geeft niet thuis.

Wenen, hoofdstad Oostenrijk

Gisteren hebben we al een toertje door de stad gemaakt (zie Jrg. 20 nr. 19) maar vandaag hebben we de hele dag. Na een kwartier fietsen zijn we bij Schloss Schönbrunn en dat iedere toerist hiernaartoe gaat is zonneklaar. Op het parkeerterrein, vele voetbalvelden groot, stromen ontelbare touringcars leeg. Het is nog vroeg maar het paleis zet zich al schrap.

In de menigte vallen bruidsparen op door het oogverblindende wit van de theatrale jurken die de bruiden dragen en de zorg van hun vriendinnen om de zomen niet de grond te laten raken. Ze zijn hier voor hun bruidsfoto maar weten blijkbaar niet hoe diep ongelukkig Sissi hier was. De romantische mythe heeft de harde werkelijkheid versluierd.

Na een wandeling door de onmetelijke tuin stappen we weer op onze fietsen. Van hun zomerresidentie rijden we naar het volgende paleis van de Habsburgers. Dwars door de wereldstad die godzijdank ruim baan geeft aan fietsers.

Slot Belvedere bestaat uit twee kastelen, de hoge en de lage. Gescheiden door een gigantische tuin maar dat spreekt voor zich. En weer bruidsparen die zich opmaken voor de fotoshoot van hun leven. Een Turks stel heeft zelfs twee fotografen bij zich die ook nog zijn uitgerust met reflectieschermen. Het stelt me gerust dat het prille stel zich kibbelend door de fotosessie heen worstelt, die halen hun koperen jubileum wel.

Via de Karlskirche, Wiener Staatsoper en de Hofburg fietsen we naar het Prater. De Hofburg was de winterresidentie en vormt met de Spaanse Rijschool, Nationale Bibliotheek en talloze andere instituten een volwassen wijk. Uitsluitend grijze majestueuze gebouwen. Zover het oog reikt vijvers, adelaars, fonteinen, leeuwen en ruiterstandbeelden. De grandeur van het 19e eeuwse Oostenrijk-Hongarije is in graniet gebeiteld.

Het iconische reuzenrad steekt boven de bomen uit en wijst ons de weg naar het Prater. De gondels zijn zo groot als treinwagons. We fietsen over de Hauptallee langs kastanjebomen voordat we naar het pretpark gaan. Eigenlijk horen hier heren te schrijden die vrouwen in hoepelrokken groeten door de rand van hun hoge hoed aan te tikken. O nee, het is 2023, weggegooide blikjes Red Bull verstoren de idylle.

Onder de rook van het reuzenrad gaan we op een terras zitten met een pul bier met goed zicht op de slenterende menigte. Iedereen likt, hapt of slikt. Rode pizzapunten, lila suikerspinnen, roze lolly’s en smurfblauwe ijsjes, een kleurenwaaier trekt aan ons voorbij. De Aziatische toeristen zijn ingetogener; zij steken dan ook schriel af tegen de weldoorvoede Europeanen. Dat zijn wij ook dus bestellen we nog twee pullen bier met voor Belinda een bord goulash en voor mij de onvermijdelijke schnitzel. Oostenrijk-Hongarije weer verenigd op onze tafel

----------

De foto's zijn van de auteur.

 



© 2024 Thomas van der Steen meer Thomas van der Steen - meer "Op de fiets" -
Bezigheden > Op de fiets
Trans Europ Express (1 en 2) Thomas van der Steen
2107BZ TEE1

Ik fiets graag maar ben geen masochist. Met regen en 3 graden boven nul naar Amerongen of Schoonhoven en weer terug, dat is geen fietsen, dat is een marteling. Omdat het najaar van 2023 zeiknat was, heb ik dan ook niet gefietst.

Daarom terug naar mei van afgelopen jaar. Europa lag voor ons en de zon scheen gul.

Passau

Zoals de TEE-treinen van weleer, zo doorkruisen wij dit voorjaar Europa. Onze eerste stop is Passau in Beieren, Zuid-Duitsland. Na uren lang fahren, fahren auf der Autobahn is een stukje fietsen een verademing. Achter ons hotel ligt een oude spoorweg waar gras de strijd met staal heeft gewonnen. We volgen het spoor naar de stad. Passau is een zogenaamd Dreiflüsseeck: Donau, Inn en Ilz stromen hier samen. De eerste twee zijn serieuze rivieren, de Ilz een forse bergbeek. Voor de eerste keer in ons leven steken we de Donau over.

 Aan de overkant ligt hoog boven ons een vesting. Omdat het dé toeristische attractie van Passau is moeten we er natuurlijk heen. Maar we hebben het fort nooit bereikt en dat blijkt een zegen. We verdwalen en komen in het paradijs terecht. Glooiende weides, bespikkeld met paardenbloemen, wilde viooltjes en boterbloemen met hier en daar een grazende koe. Een Sound-of-Music vibe overspoelt ons. Soepel beklimmen we heuveltjes en met wapperende haren zinken we weer af. De weg terug naar de stad gaat door het bos. Naast ons klettert de Ilz met ons mee.

In de Altstadt bezoeken we de Dom. Barok, geen twijfel. Mijn hemel, het interieur is overdadig voorzien van fresco’s die weer worden omlijst door zwierige guirlandes, rozetten en kransen. Het orgel is2107BZ TEE2 een van de grootste van de wereld en stiekem hoop ik dat de organist van dienst wind blaast door de langste pijp, die is elf meter! Helaas, hij/zij geeft niet thuis.

Wenen, hoofdstad Oostenrijk

Gisteren hebben we al een toertje door de stad gemaakt (zie Jrg. 20 nr. 19) maar vandaag hebben we de hele dag. Na een kwartier fietsen zijn we bij Schloss Schönbrunn en dat iedere toerist hiernaartoe gaat is zonneklaar. Op het parkeerterrein, vele voetbalvelden groot, stromen ontelbare touringcars leeg. Het is nog vroeg maar het paleis zet zich al schrap.

In de menigte vallen bruidsparen op door het oogverblindende wit van de theatrale jurken die de bruiden dragen en de zorg van hun vriendinnen om de zomen niet de grond te laten raken. Ze zijn hier voor hun bruidsfoto maar weten blijkbaar niet hoe diep ongelukkig Sissi hier was. De romantische mythe heeft de harde werkelijkheid versluierd.

Na een wandeling door de onmetelijke tuin stappen we weer op onze fietsen. Van hun zomerresidentie rijden we naar het volgende paleis van de Habsburgers. Dwars door de wereldstad die godzijdank ruim baan geeft aan fietsers.

Slot Belvedere bestaat uit twee kastelen, de hoge en de lage. Gescheiden door een gigantische tuin maar dat spreekt voor zich. En weer bruidsparen die zich opmaken voor de fotoshoot van hun leven. Een Turks stel heeft zelfs twee fotografen bij zich die ook nog zijn uitgerust met reflectieschermen. Het stelt me gerust dat het prille stel zich kibbelend door de fotosessie heen worstelt, die halen hun koperen jubileum wel.

Via de Karlskirche, Wiener Staatsoper en de Hofburg fietsen we naar het Prater. De Hofburg was de winterresidentie en vormt met de Spaanse Rijschool, Nationale Bibliotheek en talloze andere instituten een volwassen wijk. Uitsluitend grijze majestueuze gebouwen. Zover het oog reikt vijvers, adelaars, fonteinen, leeuwen en ruiterstandbeelden. De grandeur van het 19e eeuwse Oostenrijk-Hongarije is in graniet gebeiteld.

Het iconische reuzenrad steekt boven de bomen uit en wijst ons de weg naar het Prater. De gondels zijn zo groot als treinwagons. We fietsen over de Hauptallee langs kastanjebomen voordat we naar het pretpark gaan. Eigenlijk horen hier heren te schrijden die vrouwen in hoepelrokken groeten door de rand van hun hoge hoed aan te tikken. O nee, het is 2023, weggegooide blikjes Red Bull verstoren de idylle.

Onder de rook van het reuzenrad gaan we op een terras zitten met een pul bier met goed zicht op de slenterende menigte. Iedereen likt, hapt of slikt. Rode pizzapunten, lila suikerspinnen, roze lolly’s en smurfblauwe ijsjes, een kleurenwaaier trekt aan ons voorbij. De Aziatische toeristen zijn ingetogener; zij steken dan ook schriel af tegen de weldoorvoede Europeanen. Dat zijn wij ook dus bestellen we nog twee pullen bier met voor Belinda een bord goulash en voor mij de onvermijdelijke schnitzel. Oostenrijk-Hongarije weer verenigd op onze tafel

----------

De foto's zijn van de auteur.

 

© 2024 Thomas van der Steen
powered by CJ2