archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Op de fiets delen printen terug
VvrrroooaAAAPPP!! Thomas van der Steen

1912BZ WeespBij voorkeur fiets ik alleen, maar voor mijn lief maak ik af en toe een uitzondering. Dus toen we beiden vrij waren en er geen wolkje aan de lucht was, trokken wij er getweeën op uit. Fietsen achterop de auto, route langs riviertjes in het hoofd, een fles water, een appel, Dextro, zonnebrand mee, we waren er klaar voor. ‘Als je geen extra trui of vest meeneemt ga ik niet.‘ O jee, vrouwengezanik. Vooruit maar, binnen snel een vest van de kapstok gegrist om de tocht niet al te laten stranden op de stoep voor ons huis. Toen echt weg.

In Breukelen moet ik Belinda's gelijk ruiterlijk toegeven, de noordoostenwind is gemeen kil. De rest van de dag koester ik mijn vest. Dit stuk langs de Vecht hebben we alle twee wel eens gefietst maar nooit samen. Terwijl ik haar wijs op de familiewapens in de imposante hekwerken van de buitenplaatsen laat zij mij zien hoe mooi de theehuizen zijn die zich verschuilen onder de magnolia’s.

In Loenen stromen de terrassen, uit de wind en in de zon, al vol. Wij switchen van de Vecht naar de Angstel. Rijksstraatweg klinkt indrukwekkend maar het is een sloom, meanderend weggetje naar Baambrugge. De moeder van een schoolvriendje stak hier vaak binnendoor naar Amsterdam en sprak over het Braamstruikse Binnenpad. Dat was in 1969, toen heel Nederland iedere avond de Fabeltjeskrant keek.
Op een bankje bij de gietijzeren hangbrug in Baambrugge lunchen we. Bij de plaatselijke cafetaria kunnen we kiezen tussen stoofvlees of rendang bij onze patat. Het laatste is een flagrant voorbeeld van culturele toe-eigening maar het smaakt ons daarom niet minder.

We verheugen ons op het volgende stuk, langs het Gein. Een riviertje van niks maar de weidse uitzichten, de molens, het riet, de vogels en dat alles in een decor van ontluikende lente, kom maar op.
We kiezen voor de linkeroever, de weg is daar het smalst en lieflijkst. De wind wordt gebroken door rijen knotwilgen. De populieren die Mondriaan in zijn figuratieve periode hier schilderde staan er niet meer.

Plok, plop, vroem, vvroemm, rrrrrrrrr, klinkt het opeens achter ons. We gaan achter elkaar fietsen om de motor ruimte geven. Maar na die ene komt er nog een, en nog een en…….. een eindeloze reeks Harley-Davidsons haalt ons in. Op de rug van hun leren jassen staat de naam van hun club, United, Unified, zoiets. In het begin is het nog leuk want de motoren verschillen in vorm en kleur. Bovendien dragen ze de vlag van hun provincie en die van Zeeland, Friesland, Noord-Brabant en tegenwoordig ook Groningen kennen we allemaal wel. Drenthe nog net (vanwege het kasteeltje) maar naar de rest moet ik raden. Na 30 fietsen, zo noemen de berijders ze zelf, denken we dat het wel zo’n beetje klaar moet zijn. Maar nee hoor, het gaat maar door en door. Bij 150 stop ik met tellen. Wat bezielt die gasten in godsnaam om met zo’n grote groep op stap te gaan? Het stoplicht bij Driemond dient zich al een kilometer ervoor aan want daar hebben de motorduivels de voeten aan de grond. Zij gaan voor linksaf, wij vluchten rechtsaf naar Weesp.

Vvrrroooaaapp is het laatste wat we van ze horen. Langs de Vecht, terug naar Breukelen horen we gelukkig weer alleen nog maar waterhoentjes, futen en meerkoeten.

----------

Plaatje van Henk Klaren


© 2022 Thomas van der Steen meer Thomas van der Steen - meer "Op de fiets" -
Bezigheden > Op de fiets
VvrrroooaAAAPPP!! Thomas van der Steen
1912BZ WeespBij voorkeur fiets ik alleen, maar voor mijn lief maak ik af en toe een uitzondering. Dus toen we beiden vrij waren en er geen wolkje aan de lucht was, trokken wij er getweeën op uit. Fietsen achterop de auto, route langs riviertjes in het hoofd, een fles water, een appel, Dextro, zonnebrand mee, we waren er klaar voor. ‘Als je geen extra trui of vest meeneemt ga ik niet.‘ O jee, vrouwengezanik. Vooruit maar, binnen snel een vest van de kapstok gegrist om de tocht niet al te laten stranden op de stoep voor ons huis. Toen echt weg.

In Breukelen moet ik Belinda's gelijk ruiterlijk toegeven, de noordoostenwind is gemeen kil. De rest van de dag koester ik mijn vest. Dit stuk langs de Vecht hebben we alle twee wel eens gefietst maar nooit samen. Terwijl ik haar wijs op de familiewapens in de imposante hekwerken van de buitenplaatsen laat zij mij zien hoe mooi de theehuizen zijn die zich verschuilen onder de magnolia’s.

In Loenen stromen de terrassen, uit de wind en in de zon, al vol. Wij switchen van de Vecht naar de Angstel. Rijksstraatweg klinkt indrukwekkend maar het is een sloom, meanderend weggetje naar Baambrugge. De moeder van een schoolvriendje stak hier vaak binnendoor naar Amsterdam en sprak over het Braamstruikse Binnenpad. Dat was in 1969, toen heel Nederland iedere avond de Fabeltjeskrant keek.
Op een bankje bij de gietijzeren hangbrug in Baambrugge lunchen we. Bij de plaatselijke cafetaria kunnen we kiezen tussen stoofvlees of rendang bij onze patat. Het laatste is een flagrant voorbeeld van culturele toe-eigening maar het smaakt ons daarom niet minder.

We verheugen ons op het volgende stuk, langs het Gein. Een riviertje van niks maar de weidse uitzichten, de molens, het riet, de vogels en dat alles in een decor van ontluikende lente, kom maar op.
We kiezen voor de linkeroever, de weg is daar het smalst en lieflijkst. De wind wordt gebroken door rijen knotwilgen. De populieren die Mondriaan in zijn figuratieve periode hier schilderde staan er niet meer.

Plok, plop, vroem, vvroemm, rrrrrrrrr, klinkt het opeens achter ons. We gaan achter elkaar fietsen om de motor ruimte geven. Maar na die ene komt er nog een, en nog een en…….. een eindeloze reeks Harley-Davidsons haalt ons in. Op de rug van hun leren jassen staat de naam van hun club, United, Unified, zoiets. In het begin is het nog leuk want de motoren verschillen in vorm en kleur. Bovendien dragen ze de vlag van hun provincie en die van Zeeland, Friesland, Noord-Brabant en tegenwoordig ook Groningen kennen we allemaal wel. Drenthe nog net (vanwege het kasteeltje) maar naar de rest moet ik raden. Na 30 fietsen, zo noemen de berijders ze zelf, denken we dat het wel zo’n beetje klaar moet zijn. Maar nee hoor, het gaat maar door en door. Bij 150 stop ik met tellen. Wat bezielt die gasten in godsnaam om met zo’n grote groep op stap te gaan? Het stoplicht bij Driemond dient zich al een kilometer ervoor aan want daar hebben de motorduivels de voeten aan de grond. Zij gaan voor linksaf, wij vluchten rechtsaf naar Weesp.

Vvrrroooaaapp is het laatste wat we van ze horen. Langs de Vecht, terug naar Breukelen horen we gelukkig weer alleen nog maar waterhoentjes, futen en meerkoeten.

----------

Plaatje van Henk Klaren
© 2022 Thomas van der Steen
powered by CJ2