archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Op de fiets delen printen terug
Die vriend Reinier van Delden

1709BZ VriendWe hadden het over mijn fiets.
Dat ie niet lekker fietste.
Die fiets van mij.
Ik zei dat ik er alles al aan had gedaan.
Het zadel hoger.
Het zadel lager.
En of het stuur dan wellicht niet goed stond, vroeg hij.
Die vriend.

Hij stapte van zijn barkruk en deed het voor.
Kijk, zei hij, je moet je armen strekken.
Vervolgens leunde hij op de rand van de bar.
En deed alsof hij op een fiets zat.
Ik wenkte de barman.
Met wat Simon Carmiggelt ooit het gouden vingertje noemde.
Doe er hier nog twee!
De vriend ging verder.
Nu over zijn fiets.
Over z’n derailleur.
Dat hij soms door zijn versnelling heen trapte.
En dat hij dan bang was dat hij met zijn ballen op de fietsstang klapte.
Ik trok een pijnlijk gezicht.
Wat hij vervolgens beaamde.

Hij vertelde over de zorgen die hij had.
Over de gaten in zijn cv.
En dat het maar niet lukken wou.
Werk vinden.
Over de skelter die hij voor zijn zoon had gekocht.
En dat hij die die middag in de lak had gezet.
Dat dat ook nog niet meeviel.
Wederom deed hij nu voor hoe hij de kwast in de verf doopte.
Hij had er het bakje voor gebruikt waar eerder nog lasagne in had gezeten.
En daarin had hij wat restantjes verf gedaan.
Het was nog best een aardig kleurtje geworden, zei hij.

Ik zag het allemaal levendig voor me.
Op zijn knieën in die tuin van hem.
Hangend over die skelter.
Met een zekere gelatenheid.
En een onzekere toekomst.

-----
Het plaatje is van Alex Verduijn den Boer
Meer informatie op: http://www.verduijndenboer.nl/

© 2020 Reinier van Delden meer Reinier van Delden - meer "Op de fiets" -
Bezigheden > Op de fiets
Die vriend Reinier van Delden
1709BZ VriendWe hadden het over mijn fiets.
Dat ie niet lekker fietste.
Die fiets van mij.
Ik zei dat ik er alles al aan had gedaan.
Het zadel hoger.
Het zadel lager.
En of het stuur dan wellicht niet goed stond, vroeg hij.
Die vriend.

Hij stapte van zijn barkruk en deed het voor.
Kijk, zei hij, je moet je armen strekken.
Vervolgens leunde hij op de rand van de bar.
En deed alsof hij op een fiets zat.
Ik wenkte de barman.
Met wat Simon Carmiggelt ooit het gouden vingertje noemde.
Doe er hier nog twee!
De vriend ging verder.
Nu over zijn fiets.
Over z’n derailleur.
Dat hij soms door zijn versnelling heen trapte.
En dat hij dan bang was dat hij met zijn ballen op de fietsstang klapte.
Ik trok een pijnlijk gezicht.
Wat hij vervolgens beaamde.

Hij vertelde over de zorgen die hij had.
Over de gaten in zijn cv.
En dat het maar niet lukken wou.
Werk vinden.
Over de skelter die hij voor zijn zoon had gekocht.
En dat hij die die middag in de lak had gezet.
Dat dat ook nog niet meeviel.
Wederom deed hij nu voor hoe hij de kwast in de verf doopte.
Hij had er het bakje voor gebruikt waar eerder nog lasagne in had gezeten.
En daarin had hij wat restantjes verf gedaan.
Het was nog best een aardig kleurtje geworden, zei hij.

Ik zag het allemaal levendig voor me.
Op zijn knieën in die tuin van hem.
Hangend over die skelter.
Met een zekere gelatenheid.
En een onzekere toekomst.

-----
Het plaatje is van Alex Verduijn den Boer
Meer informatie op: http://www.verduijndenboer.nl/
© 2020 Reinier van Delden
powered by CJ2