archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Doe toch een spelletje mee delen printen terug
Zijn de Lewis chessmen Schots? Frits Hoorweg

0705VG Lewis King
Niet alleen hier maakt men zich druk over de nationale identiteit. Neem bijvoorbeeld de Schotten; die zuchten al eeuwenlang onder het juk van de Engelsen. Een spraakmakende elite wil daar graag een eind aan maken. Stapje voor stapje lijkt ze dat nog te lukken ook. Het probleem waar die elite mee worstelt is niet zozeer de weerzin waarmee in Londen tegen dit streven wordt aangekeken, als wel de desinteresse, of erger nog het wantrouwen bij de Schotten zelf. Niemand gelooft namelijk serieus dat Schotland economisch beter af was geweest buiten het Britse Rijk. Blijkbaar gaat het om andere dingen. Maar wat dan? Juist: de eigen identiteit, wat die ook mag zijn.

Dus is men gretig op zoek naar symbolen: dingen waar een verhaal aan vast zit, of aan opgehangen kan worden. Gezien de voorgeschiedenis zal het niet verbazen dat men tijdens die zoektocht vaak terechtkomt op zaken waar ruzie over is, of kan worden gemaakt, met die vermaledijde Engelsen. Zo is er een kwestie geweest rond ‘The Stone of Destiny’, een klomp steen waarop, in een heel ver verleden, in Scone Abbey bij Perth, de Schotse koningen werden geïnaugureerd. Die steen werd in 1296 door Edward I als trofee meegenomen naar Londen. Hij is inmiddels terug in Schotland, maar nog wel eigendom van de Britse ‘Kroon’. Een vergelijkbaar verhaal is te vertellen over de ‘Holyrood Bird’: een reusachtige bronzen vogel, oorspronkelijk een geschenk van de Paus aan de bisschop van Dunkeld; inmiddels is ook die terug op een Schots nest.

Wat kunnen ze verder nog verzinnen? Misschien, moet iemand hebben gedacht, kunnen de Lewis Chessmen een katalysator worden, zoals de Elgin Marbles voor de Grieken zijn geweest. Die schaakstukken zijn weliswaar klein (max. 10,2 cm) maar ontroerend mooi, de plaatjes tonen dat hoop ik aan. Rechtsboven is een koning te zien en middenin een koningin. Ze zijn zo fotogeniek dat ze een rol toebedeeld kregen in de eerste Harry Potter film: ‘The Philosopher’s Stone’, althans een schaakspel dat op de Lewis Chessmen geïnspireerd was. Bij de jeugd zit je dus in ieder geval al gebeiteld als het je lukt ze tot symbool van je vrijheidsstrijd te maken.
Waar gaat de ruzie over? Nou ja, ruzie, het grootste deel van de schaakstukken, 67 exemplaren, is in het bezit van het British Museum en slechts een minderheid (11) staat in het National Museum of Scotland. Dat zint de Schotten niet, hoewel er geen sprake is geweest van brute toe-eigening door een kolonisator, zoals bij die steen en de vogel (en de Elgin Marbles) wel het geval was.

De Lewis Chessmen werden in 1831 gevonden door een boer, ene Malcolm MacLeod, op het eiland Lewis, onderdeel van de Buiten Hebriden, in de zandduinen van Ardroil Uig Bay. Omdat hij niet goed wist hoe hij deze vondst te gelde moest maken schakelde hij een koopman uit Stornoway in: Roderick Pirie. Vervolgens kwam de buit in bezit van T.A. Forrest, een handelaar uit Edinburgh. Die heeft via allerlei machinaties geprobeerd het onderste uit de kan te halen, met als gevolg dat het grootste deel van de buit in Londen terecht is gekomen. Zo moet het ongeveer gegaan zijn, maar het vervelende is dat later duidelijk werd dat van meet af aan halve waarheden en leugens zijn verspreid over de vondst (zowel over de exacte vindplaats als over wat daar precies werd aangetroffen en wie weet ook wel over de ontdekker ervan) en over de transacties die daarop zijn gevolgd.

Waarom zou de waarheid verdraaid zijn? Nou, omdat men iets te verbergen had natuurlijk. Twee mogelijke verklaringen dienen zich aan.
Misschien is er sprake geweest van jutterij. Niet de onschuldige variant waarbij opgeraapt wordt wat aanspoelt, maar de moorddadige variant waarbij schepen ‘gelokt’ worden en drenkelingen de kop wordt ingeslagen, een tak van bedrijvigheid die bekend stond als ‘wrecking’.
Verder kwam onduidelijkheid over de aard en de omvang van de vondst de heer Forrest heel goed uit. Hij maakte de een wijs dat hij alles aan hem zou verkopen mits hij een topprijs zou betalen en herhaalde die truc later met een andere koper.
Wat er precies gebeurd is, is dus niet meer te achterhalen. Aan de ene kant jammer, maar ach, het voordeel daarvan is wel dat je kunt blijven fantaseren.

Duidelijk is wel dat er sprake is geweest van allerlei duistere activiteiten, maar niemand beweert,0705VG Queen geloof ik, dat de Engelse regering het Schotse erfgoed doelbewust heeft verkwanseld. Feit is alleen dat men graag zou zien dat de stukken die in Londen zijn naar Schotland teruggaan.
Het Londense museum en dat in Edinburgh hebben nu iets bedacht waarmee ze enigszins aan die wens tegemoet komen, maar toch niet helemaal. De Lewis Chessmen, althans 30 exemplaren, gaan volgend jaar op tournee door Schotland.

Maar ja, hoe Schots zijn die stukken eigenlijk?
De meeste schaakstukken (tot voor kort heeft niemand eraan getwijfeld dat het dat zijn) zijn in de 13e eeuw gesneden uit walrusivoor (enkele uit walvistanden) en zijn waarschijnlijk afkomstig uit wat nu Noorwegen is, of althans gemaakt door personen die daar ‘opgeleid’ zijn. Een voor de hand liggende verklaring voor hun aanwezigheid op de afgelegen plek waar ze zijn gevonden is dat ze bij een schipbreuk of zoiets daar zijn achtergebleven. Op het eiland Man en in Ierland waren ‘Noorse’ nederzettingen, er moet dus regelmatig handelsverkeer zijn geweest. Vanuit de Schotse vaderlandstrots geredeneerd is dat natuurlijk geen prettige constatering. Gelukkig voor de Schotten is er nu een alternatieve theorie, bedacht door David Caldwell, Mark Hall en Caroline Wilkinson. Ze publiceerden er een artikel over in The Journal of Medieval Archaeology (voor de goede orde: dat artikel heb ik er niet op kunnen naslaan, ik heb mijn wijsheid uit een bericht in een krant, die ik via Internet heb geraadpleegd).

Zij vermoeden dat de feitelijke vindplaats Mealasta was, een paar mijl ten zuiden van Uig Strand. Daar was een middeleeuwse nederzetting en daarom lijkt het hen niet denkbeeldig dat de verzameling schaakstukken toebehoorde aan een lokale grootheid. (Waarom die beste man zoveel spelen nodig had -minstens 4- is mij overigens een raadsel. Ging hij een toernooi organiseren?) Alisdair Allen, een volksvertegenwoordiger vermoed ik, reageerde meteen enthousiast: ‘Het is zeker interessant te horen dat ze (de stukken) eigendom kunnen zijn geweest van iemand die iets te betekenen had op Lewis, en niet van een passant.’ Pathetisch geklets natuurlijk, maar dat mag allemaal van mij, hoor.

Waar ik echter giftig van word is een toevoeging van de wetenschappers. Zij deinzen er namelijk niet voor terug te opperen dat de Lewis Chessmen helemaal geen schaakstukken zijn! Ze zouden gemaakt zijn voor een obscuur Scandinavisch spel dat ‘hnefatafl’ heette. Ik geloof dat mijn verdraagzaamheid ten aanzien van deze nationalistische onzin lang genoeg heeft geduurd. Mijn identiteit als schaker raakt nu in het geding. Die Schotten moeten wel begrijpen dat wij in het schaakspel (ik parafraseer Jan Hein Donner) de waarheid van eeuwen (14 om precies te zijn) koesteren. Afblijven, ja!!

Bronnen:
Neal Ascherson: Stone Voices, The search for Scotland, Hill and Wang, New York 2002
James Robinson, The Lewis Chessmen, The British Museum Press 2004 (de foto's komen ook uit dat boekje)
The Press and Journal van woensdag 11 november 2009
Tip van Hans Meijer:
De originele tekst van het artikel van Caldwell et al is te downloaden van (Free Content!):
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
 
**************************
PS (dd 23-8-2011) Hans Meijer attendeerde mij erop dat er inmiddels weer een nieuwe theorie is over de herkomst van de Lewis Chessmen. Deze is ontwikkeld door ene Gudmundur G. Thórarinsson, een IJslander en, u raadt het al, hij denkt dat ze in IJsland zijn gemaakt. Maar toegegeven moet worden: hij heeft wel een goed verhaal. Het centrale element in zijn redenering is dat wat wij ook wel de loper noemen, bij de Lewis Chessmen voor het eerst in de geschiedenis een bisschop is geworden. En dat terwijl rond 1200 juist in IJsland de bisschoppen erg machtig waren.
Meer hierover is te lezen op: http://www.leit.is/lewis/ .


© 2009 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Doe toch een spelletje mee" -
Vermaak en Genot > Doe toch een spelletje mee
Zijn de Lewis chessmen Schots? Frits Hoorweg
0705VG Lewis King
Niet alleen hier maakt men zich druk over de nationale identiteit. Neem bijvoorbeeld de Schotten; die zuchten al eeuwenlang onder het juk van de Engelsen. Een spraakmakende elite wil daar graag een eind aan maken. Stapje voor stapje lijkt ze dat nog te lukken ook. Het probleem waar die elite mee worstelt is niet zozeer de weerzin waarmee in Londen tegen dit streven wordt aangekeken, als wel de desinteresse, of erger nog het wantrouwen bij de Schotten zelf. Niemand gelooft namelijk serieus dat Schotland economisch beter af was geweest buiten het Britse Rijk. Blijkbaar gaat het om andere dingen. Maar wat dan? Juist: de eigen identiteit, wat die ook mag zijn.

Dus is men gretig op zoek naar symbolen: dingen waar een verhaal aan vast zit, of aan opgehangen kan worden. Gezien de voorgeschiedenis zal het niet verbazen dat men tijdens die zoektocht vaak terechtkomt op zaken waar ruzie over is, of kan worden gemaakt, met die vermaledijde Engelsen. Zo is er een kwestie geweest rond ‘The Stone of Destiny’, een klomp steen waarop, in een heel ver verleden, in Scone Abbey bij Perth, de Schotse koningen werden geïnaugureerd. Die steen werd in 1296 door Edward I als trofee meegenomen naar Londen. Hij is inmiddels terug in Schotland, maar nog wel eigendom van de Britse ‘Kroon’. Een vergelijkbaar verhaal is te vertellen over de ‘Holyrood Bird’: een reusachtige bronzen vogel, oorspronkelijk een geschenk van de Paus aan de bisschop van Dunkeld; inmiddels is ook die terug op een Schots nest.

Wat kunnen ze verder nog verzinnen? Misschien, moet iemand hebben gedacht, kunnen de Lewis Chessmen een katalysator worden, zoals de Elgin Marbles voor de Grieken zijn geweest. Die schaakstukken zijn weliswaar klein (max. 10,2 cm) maar ontroerend mooi, de plaatjes tonen dat hoop ik aan. Rechtsboven is een koning te zien en middenin een koningin. Ze zijn zo fotogeniek dat ze een rol toebedeeld kregen in de eerste Harry Potter film: ‘The Philosopher’s Stone’, althans een schaakspel dat op de Lewis Chessmen geïnspireerd was. Bij de jeugd zit je dus in ieder geval al gebeiteld als het je lukt ze tot symbool van je vrijheidsstrijd te maken.
Waar gaat de ruzie over? Nou ja, ruzie, het grootste deel van de schaakstukken, 67 exemplaren, is in het bezit van het British Museum en slechts een minderheid (11) staat in het National Museum of Scotland. Dat zint de Schotten niet, hoewel er geen sprake is geweest van brute toe-eigening door een kolonisator, zoals bij die steen en de vogel (en de Elgin Marbles) wel het geval was.

De Lewis Chessmen werden in 1831 gevonden door een boer, ene Malcolm MacLeod, op het eiland Lewis, onderdeel van de Buiten Hebriden, in de zandduinen van Ardroil Uig Bay. Omdat hij niet goed wist hoe hij deze vondst te gelde moest maken schakelde hij een koopman uit Stornoway in: Roderick Pirie. Vervolgens kwam de buit in bezit van T.A. Forrest, een handelaar uit Edinburgh. Die heeft via allerlei machinaties geprobeerd het onderste uit de kan te halen, met als gevolg dat het grootste deel van de buit in Londen terecht is gekomen. Zo moet het ongeveer gegaan zijn, maar het vervelende is dat later duidelijk werd dat van meet af aan halve waarheden en leugens zijn verspreid over de vondst (zowel over de exacte vindplaats als over wat daar precies werd aangetroffen en wie weet ook wel over de ontdekker ervan) en over de transacties die daarop zijn gevolgd.

Waarom zou de waarheid verdraaid zijn? Nou, omdat men iets te verbergen had natuurlijk. Twee mogelijke verklaringen dienen zich aan.
Misschien is er sprake geweest van jutterij. Niet de onschuldige variant waarbij opgeraapt wordt wat aanspoelt, maar de moorddadige variant waarbij schepen ‘gelokt’ worden en drenkelingen de kop wordt ingeslagen, een tak van bedrijvigheid die bekend stond als ‘wrecking’.
Verder kwam onduidelijkheid over de aard en de omvang van de vondst de heer Forrest heel goed uit. Hij maakte de een wijs dat hij alles aan hem zou verkopen mits hij een topprijs zou betalen en herhaalde die truc later met een andere koper.
Wat er precies gebeurd is, is dus niet meer te achterhalen. Aan de ene kant jammer, maar ach, het voordeel daarvan is wel dat je kunt blijven fantaseren.

Duidelijk is wel dat er sprake is geweest van allerlei duistere activiteiten, maar niemand beweert,0705VG Queen geloof ik, dat de Engelse regering het Schotse erfgoed doelbewust heeft verkwanseld. Feit is alleen dat men graag zou zien dat de stukken die in Londen zijn naar Schotland teruggaan.
Het Londense museum en dat in Edinburgh hebben nu iets bedacht waarmee ze enigszins aan die wens tegemoet komen, maar toch niet helemaal. De Lewis Chessmen, althans 30 exemplaren, gaan volgend jaar op tournee door Schotland.

Maar ja, hoe Schots zijn die stukken eigenlijk?
De meeste schaakstukken (tot voor kort heeft niemand eraan getwijfeld dat het dat zijn) zijn in de 13e eeuw gesneden uit walrusivoor (enkele uit walvistanden) en zijn waarschijnlijk afkomstig uit wat nu Noorwegen is, of althans gemaakt door personen die daar ‘opgeleid’ zijn. Een voor de hand liggende verklaring voor hun aanwezigheid op de afgelegen plek waar ze zijn gevonden is dat ze bij een schipbreuk of zoiets daar zijn achtergebleven. Op het eiland Man en in Ierland waren ‘Noorse’ nederzettingen, er moet dus regelmatig handelsverkeer zijn geweest. Vanuit de Schotse vaderlandstrots geredeneerd is dat natuurlijk geen prettige constatering. Gelukkig voor de Schotten is er nu een alternatieve theorie, bedacht door David Caldwell, Mark Hall en Caroline Wilkinson. Ze publiceerden er een artikel over in The Journal of Medieval Archaeology (voor de goede orde: dat artikel heb ik er niet op kunnen naslaan, ik heb mijn wijsheid uit een bericht in een krant, die ik via Internet heb geraadpleegd).

Zij vermoeden dat de feitelijke vindplaats Mealasta was, een paar mijl ten zuiden van Uig Strand. Daar was een middeleeuwse nederzetting en daarom lijkt het hen niet denkbeeldig dat de verzameling schaakstukken toebehoorde aan een lokale grootheid. (Waarom die beste man zoveel spelen nodig had -minstens 4- is mij overigens een raadsel. Ging hij een toernooi organiseren?) Alisdair Allen, een volksvertegenwoordiger vermoed ik, reageerde meteen enthousiast: ‘Het is zeker interessant te horen dat ze (de stukken) eigendom kunnen zijn geweest van iemand die iets te betekenen had op Lewis, en niet van een passant.’ Pathetisch geklets natuurlijk, maar dat mag allemaal van mij, hoor.

Waar ik echter giftig van word is een toevoeging van de wetenschappers. Zij deinzen er namelijk niet voor terug te opperen dat de Lewis Chessmen helemaal geen schaakstukken zijn! Ze zouden gemaakt zijn voor een obscuur Scandinavisch spel dat ‘hnefatafl’ heette. Ik geloof dat mijn verdraagzaamheid ten aanzien van deze nationalistische onzin lang genoeg heeft geduurd. Mijn identiteit als schaker raakt nu in het geding. Die Schotten moeten wel begrijpen dat wij in het schaakspel (ik parafraseer Jan Hein Donner) de waarheid van eeuwen (14 om precies te zijn) koesteren. Afblijven, ja!!

Bronnen:
Neal Ascherson: Stone Voices, The search for Scotland, Hill and Wang, New York 2002
James Robinson, The Lewis Chessmen, The British Museum Press 2004 (de foto's komen ook uit dat boekje)
The Press and Journal van woensdag 11 november 2009
Tip van Hans Meijer:
De originele tekst van het artikel van Caldwell et al is te downloaden van (Free Content!):
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
 
**************************
PS (dd 23-8-2011) Hans Meijer attendeerde mij erop dat er inmiddels weer een nieuwe theorie is over de herkomst van de Lewis Chessmen. Deze is ontwikkeld door ene Gudmundur G. Thórarinsson, een IJslander en, u raadt het al, hij denkt dat ze in IJsland zijn gemaakt. Maar toegegeven moet worden: hij heeft wel een goed verhaal. Het centrale element in zijn redenering is dat wat wij ook wel de loper noemen, bij de Lewis Chessmen voor het eerst in de geschiedenis een bisschop is geworden. En dat terwijl rond 1200 juist in IJsland de bisschoppen erg machtig waren.
Meer hierover is te lezen op: http://www.leit.is/lewis/ .
© 2009 Frits Hoorweg
powered by CJ2