archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
Het Eurovisie songfestival Henk Klaren

0312VG Luister
Na Net als Toen, Een Beetje en Ding-a-Dong is het Eurovisie Songfestival niet meer wat het geweest is. Niet dat het toen zo fantastisch was, want laten we eerlijk zijn: ook dat waren vreselijke nummers. Toch? Maar het was wel een evenement. Mijn ouders kochten pas een televisietoestel toen de kinderen het huis uit waren. Dat had geloof ik te maken met het belang van huiswerk en de afleiding, die van de televisie zou uitgaan. Alsof er niets anders te doen was dan huiswerk maken en televisie kijken. Alhoewel, Zutphen in de jaren vijftig …. Ik heb in die tijd wel eens met vrienden in het IJsselpaviljoen te Zutphen gezeten op een zondagmiddag. We hebben toen het plan opgevat met zijn allen een lang gedicht te maken met als onderwerp: De saaiheid van Zutphen. Het is er nooit van gekomen, want iemand zei, dat zoiets al bestond. We hebben dat nooit geverifieerd. We namen het gewoon voetstoots aan, omdat we het ons wel konden voorstellen, denk ik.

Hoe het ook zij, mijn vader vond het toch wel jammer dat we soms wat moesten missen. Dat gold eigenlijk alleen voor belangrijke voetbalwedstrijden en het songfestival. Dan gingen we naar het café. De Laatste Stuiver, in Eefde, of de Poort van Kleef. Soms mocht er een vriendje mee en – naar het songfestival – mijn jongste zus. Dat waren hele gebeurtenissen. Een hele avond in het café! Minstens twee cola, of ananassap. En natuurlijk de televisie!
Veel later tijdens een personeelsuitje werden er allerlei liedjes gezongen in de bus. Diverse collega’s bleken heel veel – vooral Nederlandse – songfestivalliedjes uit hun hoofd te kennen. Ook de absolute flops, zoals: Wat een Geluk. Tot mijn niet geringe verbazing kon ik ze vrijwel allemaal woord voor woord meezingen. Het zat dus ergens en het zal er nog steeds wel zitten.

Toen kwam de rock ’n roll en werd alles anders. Toch keken mij vrouw en ik nog wel eens naar het songfestival. Meestal alleen naar de puntentelling maar het bleef lang een gebeurtenis. Maar het werd wel steeds minder. Dat begon al toen de liedjes niet meer in de eigen taal gezongen hoefden te worden. En toen kwamen er opeens veel te veel landen in Europa. Daardoor werden voorrondes noodzakelijk en mocht een land soms niet meedoen, omdat ze het vorige jaar te laag waren geëindigd. Dat overkwam Nederland ook wel eens. Geen wonder. Niet omdat de liedjes zo slecht waren. Dat waren ze natuurlijk wel, maar dat waren de meeste andere liedjes ook. Nee, dat had te maken met regionaal bepaald stemgedrag. Dat was al zo toen er alleen maar punten werden gegeven door zogenoemde vakjury’s, maar het heeft een grote vlucht genomen door het verschijnsel van televoting. Het zou mij dan ook verbazen als er de komende tientallen jaren ooit nog een niet-Oost-Europees land wint. Als het songfestival tenminste nog zo lang bestaat. Nederland is al helemaal kansloos. We hebben niet zoveel buren en die stemden toch al nooit op ons.

Ik heb de laatste jaren dan ook wel plezier in de voorbeschouwingen. Altijd heeft Nederland “een goed liedje”, dat “een kans maakt”. En dan eindigt het weer in de laagste regionen. Om de één of andere reden zijn betrokkenen en commentatoren daar dan boos om, zoals vorig jaar. De ratio ontgaat me. De formule maakt verlies onvermijdelijk en het liedje was trouwens ook niet goed. Sindsdien is van de juffrouw die het zong ook niet veel meer vernomen. Net zoals dat ging met de meesten van haar voorgangers.

Dit jaar verliezen ‘we’ weer dik. De voorbeschouwingen zijn wel geestig. ‘We’ hebben gunstig geloot. ‘We’ zitten tussen twee nummers in, waarmee een leuk contrast mogelijk is, zodat het misschien opvalt. Vergeet het maar. ‘We’ eindigen weer in de onderste regionen. En niet alleen vanwege het regionaal bepaalde stemgedrag. Nu ook echt vanwege het liedje. Amambanda heet het, of zoiets. Gezongen en geschreven ook, geloof ik, door Treble. Twee blonde zussen en hun al even blonde muzieklerares. Het is geschreven in een zelf ontworpen taal met wat Engels er tussendoor. Het doet me denken aan mijn twee oudere zussen die onder de afwas Engelse liedjes fonetisch zongen. “Angels watching over me” werd dan : “Ezel schotsienodetsie”. Ja, wij waren christelijk thuis.

‘Amambanda’ is niet gewoon een slecht liedje zoals je bijna altijd hoort op het songfestival. Nee, het is irritant. En dat zou nog niet zo erg zijn, als het niet steeds op de radio hoorde. Niet dat het allemaal iets uitmaakt.
 
******************************************************
Wilt u geattendeerd worden op de nieuwe aflevering van De Leunstoel?
Laat ons dat weten door de reactieknop hieronder te gebruiken en als
onderwerp in te vullen: Nieuwsbrief.


© 2006 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "Luister!" -
Vermaak en Genot > Luister!
Het Eurovisie songfestival Henk Klaren
0312VG Luister
Na Net als Toen, Een Beetje en Ding-a-Dong is het Eurovisie Songfestival niet meer wat het geweest is. Niet dat het toen zo fantastisch was, want laten we eerlijk zijn: ook dat waren vreselijke nummers. Toch? Maar het was wel een evenement. Mijn ouders kochten pas een televisietoestel toen de kinderen het huis uit waren. Dat had geloof ik te maken met het belang van huiswerk en de afleiding, die van de televisie zou uitgaan. Alsof er niets anders te doen was dan huiswerk maken en televisie kijken. Alhoewel, Zutphen in de jaren vijftig …. Ik heb in die tijd wel eens met vrienden in het IJsselpaviljoen te Zutphen gezeten op een zondagmiddag. We hebben toen het plan opgevat met zijn allen een lang gedicht te maken met als onderwerp: De saaiheid van Zutphen. Het is er nooit van gekomen, want iemand zei, dat zoiets al bestond. We hebben dat nooit geverifieerd. We namen het gewoon voetstoots aan, omdat we het ons wel konden voorstellen, denk ik.

Hoe het ook zij, mijn vader vond het toch wel jammer dat we soms wat moesten missen. Dat gold eigenlijk alleen voor belangrijke voetbalwedstrijden en het songfestival. Dan gingen we naar het café. De Laatste Stuiver, in Eefde, of de Poort van Kleef. Soms mocht er een vriendje mee en – naar het songfestival – mijn jongste zus. Dat waren hele gebeurtenissen. Een hele avond in het café! Minstens twee cola, of ananassap. En natuurlijk de televisie!
Veel later tijdens een personeelsuitje werden er allerlei liedjes gezongen in de bus. Diverse collega’s bleken heel veel – vooral Nederlandse – songfestivalliedjes uit hun hoofd te kennen. Ook de absolute flops, zoals: Wat een Geluk. Tot mijn niet geringe verbazing kon ik ze vrijwel allemaal woord voor woord meezingen. Het zat dus ergens en het zal er nog steeds wel zitten.

Toen kwam de rock ’n roll en werd alles anders. Toch keken mij vrouw en ik nog wel eens naar het songfestival. Meestal alleen naar de puntentelling maar het bleef lang een gebeurtenis. Maar het werd wel steeds minder. Dat begon al toen de liedjes niet meer in de eigen taal gezongen hoefden te worden. En toen kwamen er opeens veel te veel landen in Europa. Daardoor werden voorrondes noodzakelijk en mocht een land soms niet meedoen, omdat ze het vorige jaar te laag waren geëindigd. Dat overkwam Nederland ook wel eens. Geen wonder. Niet omdat de liedjes zo slecht waren. Dat waren ze natuurlijk wel, maar dat waren de meeste andere liedjes ook. Nee, dat had te maken met regionaal bepaald stemgedrag. Dat was al zo toen er alleen maar punten werden gegeven door zogenoemde vakjury’s, maar het heeft een grote vlucht genomen door het verschijnsel van televoting. Het zou mij dan ook verbazen als er de komende tientallen jaren ooit nog een niet-Oost-Europees land wint. Als het songfestival tenminste nog zo lang bestaat. Nederland is al helemaal kansloos. We hebben niet zoveel buren en die stemden toch al nooit op ons.

Ik heb de laatste jaren dan ook wel plezier in de voorbeschouwingen. Altijd heeft Nederland “een goed liedje”, dat “een kans maakt”. En dan eindigt het weer in de laagste regionen. Om de één of andere reden zijn betrokkenen en commentatoren daar dan boos om, zoals vorig jaar. De ratio ontgaat me. De formule maakt verlies onvermijdelijk en het liedje was trouwens ook niet goed. Sindsdien is van de juffrouw die het zong ook niet veel meer vernomen. Net zoals dat ging met de meesten van haar voorgangers.

Dit jaar verliezen ‘we’ weer dik. De voorbeschouwingen zijn wel geestig. ‘We’ hebben gunstig geloot. ‘We’ zitten tussen twee nummers in, waarmee een leuk contrast mogelijk is, zodat het misschien opvalt. Vergeet het maar. ‘We’ eindigen weer in de onderste regionen. En niet alleen vanwege het regionaal bepaalde stemgedrag. Nu ook echt vanwege het liedje. Amambanda heet het, of zoiets. Gezongen en geschreven ook, geloof ik, door Treble. Twee blonde zussen en hun al even blonde muzieklerares. Het is geschreven in een zelf ontworpen taal met wat Engels er tussendoor. Het doet me denken aan mijn twee oudere zussen die onder de afwas Engelse liedjes fonetisch zongen. “Angels watching over me” werd dan : “Ezel schotsienodetsie”. Ja, wij waren christelijk thuis.

‘Amambanda’ is niet gewoon een slecht liedje zoals je bijna altijd hoort op het songfestival. Nee, het is irritant. En dat zou nog niet zo erg zijn, als het niet steeds op de radio hoorde. Niet dat het allemaal iets uitmaakt.
 
******************************************************
Wilt u geattendeerd worden op de nieuwe aflevering van De Leunstoel?
Laat ons dat weten door de reactieknop hieronder te gebruiken en als
onderwerp in te vullen: Nieuwsbrief.
© 2006 Henk Klaren
powered by CJ2