archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Luister! | ||||
Bella Ciao | Henk Klaren | |||
Na twee jaar heeft Tom Waits weer iets nieuws gedaan. Ik had het gemist, maar gelukkig hebben Leunstoelvrienden Cobi en Willem het op Facebook gezet. Bella Ciao heet het. En het is helemaal schitterend, helemaal Tom Waits. Het staat op het binnenkort te verschijnen album Songs of Resistance 1948-2018 van Gitarist Marc Ribot. Bella Ciao is alvast – op 12 september – met ons gedeeld. Als het een begroting was geweest, zouden we hebben gezegd: gelekt. Ribot heeft veel met Tom Waits samengewerkt. Hij schijnt veel stijlen te beheersen. Ik had hem zelf niet op mijn netvlies. Het album bevat – zoals de titel al doet vermoeden – veel revolutionaire liederen uit de aangegeven periode. Daarnaast ook enkele nieuwe composities. Behalve Tom Waits doen ook andere gasten mee op het album. Wat mij betreft is Steve Earle de enige bekende naam. Die hoort natuurlijk wel thuis op een plaat met een revolutionair thema. Ribot heeft Waits een aantal van de nummers laten horen, die hij op de plaat wilde zetten en Waits heeft Bella Ciao uitgekozen. Bella Ciao is een heel oud lied. De melodie dateert vermoedelijk uit de 19e eeuw. De precieze herkomst is onduidelijk. Er bestaan allerlei versies van. De eerste opname, een Jiddische versie, is uit 1919. Het nummer maakt de laatste tijd een soort wedergeboorte door omdat het gebruikt wordt in de populaire Netflix-serie La Casa de Papel. Nou ja, populair. Had ik nog nooit van gehoord. En het gaat niet over revolutie, maar over zoiets als bankovervallen, geloof ik. Er zit naar het schijnt overigens wel een haakje naar de revolutie in de geschiedenis van één van de hoofdpersonen. Dat is van horen zeggen. Zoals gezegd, ik ken de serie niet. Wellicht ga ik hem nog eens bekijken. Als ik klaar ben met Startrek. Het lied is veel gezongen als strijdlied. Waarschijnlijk voor het eerst in de strijd tegen barbaarse toestanden in de rijstoogst in het Italië van de laat negentiende eeuw. Na de val van Mussolini werd het een lied van de Italiaanse antifascisten tijdens het restant van de Tweede Wereldoorlog. In Spanje dook het op als anti-Franco lied. Ene Aldolfo Celdran had het in 1969 op zijn album gezet. Het hele album werd verboden. En tijdens de opstandige gebeurtenissen van 1968 werd het veel gehoord. Ook de aanslag op Charlie Hebdo was aanleiding het te zingen. Kortom: een antifascistisch en antiautoritair, revolutionair lied. Op zeker moment, voor de val van de Berlijnse muur, is het opgepikt door de officiële communistische jeugdbewegingen. Dan is het nog steeds antifascistisch, dat is waar. Maar het begrip antiautoritair wordt wat lastig toepasbaar. Verheerlijking van oude revoluties vindt nogal eens plaats in een inmiddels autoritaire omgeving. Sovjet-Unie, Oost Europese landen, Cuba. Nu ook Nicaragua. Zouden ze het daar ook zingen? Ik heb het al die jaren gemist. En hoe dat nou precies kan weet ik ook niet. Gut, er is mij wel eens toegezongen dat ik was blijven steken in de sixties. Ik heb nog steeds mijn Che Guevara T-shirt: 'Viva la victoria siempre' tenslotte. Strijdkoren ui de jaren zestig/zeventig van de vorige eeuw hadden het lied op het repertoire. Vrienden van me zongen in dat soort koren. Een enkeling nog steeds, in het nog altijd bijzonder actieve koor Jan en Alleman uit Den Haag. Er was ook een vrouwenstrijdkoor dat Sanseveria heette. Ik heb niet de indruk dat dàt koor nog bestaat. Er zijn diverse koren met - ongeveer - die naam maar die zijn volgens Google niet van de revolutionaire snit. Dat strijdkoor was dat wel. Ze hadden de tekst aangepast (en tegelijkertijd het lied geafficheerd als Italiaans feministenlied). Stevig hoor. Bella Ciao is ook opgenomen in het groot Keukenmeidenboek van Jaap van der Merwe. Ik weet niet met welke tekst. Het boek is nog te verkrijgen op het wereldwijde web. Maar zó nieuwsgierig ben ik nu ook weer niet. Op zichzelf heeft het lied overigens niet zo’n belligerente tekst. Er wordt een vrijheidsstrijder, een partizaan, gevraagd de dichter in geval van overlijden te begraven op een berg, onder een bloem. En dat de mensen die er langs komen dan zeggen: dag schoonheid, dit is de bloem van de partizaan, die stierf voor onze vrijheid. Bella Ciao wordt op allerlei manieren ten gehore gebracht. De communisten maken er een martiaal lied van zoals door het koor van het Rode Leger. Ik vond ook een versie van een dameskoor, de dames gekleed in rode T-shirts met hamer en sikkel. De meeste versies zijn nogal uptempo, sommige zelfs bepaald vrolijk. En voordat de Netflix serie opnieuw een hit maakte van het lied waren er al wel een stuk of zestig opnames van. Na de recente wedergeboorte zijn er weer heel wat artiesten opgesprongen. Zelfs de DJ’s. Er zijn zelfs ik weet niet hoeveel zogeheten remixes van gemaakt. Onder andere door Hardwell en Maddix. Slaan we over. André Rieu (!) doet het met al die roze geklede muzikanten. Zonder tekst. Zou hij zich bewust zijn van het revolutionaire karakter van het stuk? Bij Rieu speelt overigens een heel virtuoze accordeonist mee: Florian Silbereisen. Klinkt best goed. Je ziet ook nogal wat versies waarbij de muzikanten van die Guy Fawkes maskers dragen. Die brengen het dus wel als strijdlied. Eén zo’n versie is van Pater Moeskroen. Die ken ik nog van het Oerol festival. Ik heb daar meen ik wel eens over geschreven. Erg leuk en met een aangepaste tekst waar wat meer strijd in voorkomt. Het is onmogelijk om alles te beluisteren, maar volgens mij hoort het nummer gedràgen te worden gebracht. Zo gebeurt het in Casa de Papel, héél goed, en zo doen Tom Waits en Marc Ribot het. Nóg beter. Door de beelden bij de clip is duidelijk, dat ze hun protest met name richten op Donald Trump. Dat nieuwe album van Marc Ribot moest ik maar eens op mijn eeuwigdurende verlanglijst zetten. Marc Ribot ft. Tom Waits - Bella Ciao ------ De tekening is van Alex Verduijn den Boer http://www.verduijndenboer.nl/ |
||||
© 2018 Henk Klaren | ||||
powered by CJ2 |