archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Luister! | ||||
Eén kopje koffie | Henk Klaren | |||
Iedereen heeft wel zo'n nummer. Zo'n nummer waar je vrolijk van wordt al weet je niet waarom. Mijn geliefde huisgenoot heeft dat bijvoorbeeld met Spanish Stroll van Willy Deville en dan met name het moment dat-ie: 'Rosita!', roept. Ja, dat is leuk en het is ook een goed nummer.
Zelf word ik van veel muziek vrolijk, zelfs van de blues. Met Nederlandstalige muziek ligt dat wat moeilijker, hoewel ik Henk Westbroek's Iemand moet het doen vaak luidruchtig meezing. Maar dat is meer omdat ik dat vroeger gebruikte om mijn oudste kleindochter wakker te maken als ze bij ons sliep.
Één kopje koffie van VOF de Kunst; dat nummer maakt mij ook altijd heel vrolijk, al past het helemaal niet bij mij. Maar alleen al dat zinnetje: 'Al die lui in kantoren, je mag ze in principe niet storen', kan een stukje van mijn dag goedmaken. Helemaal goed, op iedere noot en lettergreep en alle klemtonen goed, geen enkele tongzóen. Denk hierbij aan het geweldige nummer Tongzóen van de Vliegende Panters over het misbruik van klemtonen in liedteksten.
VOF de Kunst is een wat merkwaardige groep. Ze begonnen als Nederlandstalige popgroep (grote hit: Suzanne) en hebben later ook Engelstalig werk gedaan als The Art Company met buitenlandse tournees en al. Het kopje koffie markeerde de terugkeer naar het Nederlandstalige repertoire. Dat was in 1997. Daarna kwamen de kinderliedjes, theatershows, Sesamstraat. Toch zeldzaam voor een popgroep.
De tekst van Één kopje koffie is geschreven door Erik van Muiswinkel. Heb ik nooit geweten.
De rest van de tekst, ach. Ik heb jarenlang gedacht dat er een inconsequentie in zat. In het begin zingt Nol Havens dat hij een gebruiker is van ‘het pure spul zonder de suiker’ en ik meende altijd aan het eind te horen: ‘met mellek en suiker’, een hardnekkig misverstand mijnerzijds. Ook dan zingt hij keurig: ‘zonder de suiker’.
De passage ná mijn favoriete stukkie heeft ook altijd twijfels opgeroepen. Dat gaat zo: ‘Maar als de koffiejuffrouw het wil, ligt alles stil’. Koffiejuffrouwen, dacht ik steeds, bestaan die dan nog. En natuurlijk, voor al die lui in kantoren bestaan die al lang niet meer. Maar terugdenkend aan 1997. Zou best kunnen. Het aantal koffierondes werd toen volgens mij al wel beperkt, maar de automaat was nog niet overal geïntroduceerd. U begrijpt waarom ‘Al die lui in kantoren’ mij zo aanspreekt.
Van Muiswinkel is niet mijn meest favoriete cabaretier, afgezien van het fantastische nummer over de Camel Trophy, maar dit heeft hij dus toch wel goed gedaan.
Kennissen die het weten kunnen beweren dat het lied heel populair is bij verstandelijk gehandicapten. Uit eigen ervaring kan ik melden dat het bij tijden massaal maar onvast wordt meegezongen in dranklokalen. Dat moet aan vooral de meeslepende muziek te danken zijn en minder aan de tekst, want het is niet de meest drankzuchtige tekst. 'Ik ben een gebruiker' slaat immers niet op alcohol- of drugsmisbruik, al geef ik onmiddellijk toe dat koffie best verslavend is.
Bij mij gaat een bakkie espresso er ook altijd wel in, wél met suiker trouwens.
**************************
De tekening is van Lucia Jonkhoff |
||||
© 2013 Henk Klaren | ||||
powered by CJ2 |