archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
Een man moet een hobby hebben Fokke Zwaan

1011VG Abbeyroadmok
Een man moet een hobby hebben, dat is bekend. Met een hobby ben je nooit alleen, en nog belangrijker: met een hobby kun je de deur uit, weg van moeder de vrouw.
(Martin Bril, Man uit de verte)
 
En dus reisde ik onlangs naar Londen. Deze maand openden de wereldberoemde Abbey Road Studios een paar keer hun deuren voor belangstellenden. Voor zover mij bekend is dat in hun ruim 80 jarig bestaan maar één of twee keer eerder gebeurd. Daar moest ik, als toch wel die hard Beatlesfan, bij zijn. Een vorige keer in 1983 had ik laten passeren, dat zou me niet nog eens gebeuren. Goedkoop was het bepaald niet, maar de twaalf gelegenheden die er waren raakten toch redelijk snel uitverkocht. Ik was er bij, op 9 maart.

Abbey Road ligt een eind buiten het centrum van Londen. Je reist er naar toe met de Underground Jubilee Line, naar station St. John’s Wood. Het is een wat chiquere wijk (Sir Paul McCartney heeft er nog steeds zijn Londense huis, aan Cavendish Road). Vanaf het tube station (waar de Beatles Coffee Shop gehuisvest is) is het een paar minuten lopen naar de studio’s, langs Grove End Road. Als je oplet, zie je het eigenlijk daar ook al. Voor een gewone buitenwijk lopen hier wel heel veel toeristen. Meest wat oudere mannen en vrouwen met rugzakjes, maar ook jongere back-packers. Hier is kennelijk wat te doen.

Aan het eind van de straat is het rechtsaf. Meteen om de hoek zie je het: de zebra. Sinds 8 augustus 1969, toen The Beatles de hoesfoto lieten maken voor de Abbey Road lp komen hier dagelijks honderden mensen om naar de zebra te kijken, er over te steken, te poseren, om zich te laten fotograferen. Alleen, met z’n vieren, verkleed, op blote voeten. Ook ik heb dat verschillende keren gedaan, voor het eerst in 1976, voor het laatst in 2010.

Dat rondhangen, oversteken en poseren voor foto’s geeft vaak overlast voor het verkeer. Een paar jaar geleden was er daarom een plan om de zebra te verplaatsen. Dat is verhinderd, ik geloof dat het nu zelfs een soort beschermd stadsgezicht is.

Dit keer heb ik alleen gekeken, want er waren belangrijker dingen te doen. 50 meter verder, aan de linkerkant, ligt de studio, een vrijstaand huis met een parkeerplaats ervoor. Je herkent het meteen, het witte muurtje tussen parkeerplaats en trottoir is totaal ondergekalkt met graffiti. Beatles this, Beatles that, Yoko boo!, Pink is not well, Greetings from Rio. Het wordt om de 3, 4 maanden opnieuw gewit, maar dat is alleen maar het startsein voor een nieuwe ronde boodschappen achterlaten.

Zo tegen drieën verzamelden zich steeds meer mensen bij het hek naar de parkeerplaats. De deur van de studio stond open, en een vriendelijke maar brede portier stuurde iedereen terug die eerder dan afgesproken probeerde naar binnen te komen.
Om drie uur precies werden we in groepjes van 10 naar binnen gelaten. De trap op, door de voordeur, rechtsaf langs de receptie, dan een lange gang in. Links ligt Studio One! Verder naar rechts is Studio Three. Maar wij gaan naar het Heilige der Heiligen: Studio Two.
Ik daal een trap af (en realiseer me dat dit is waar op een foto uit 1973 of zo David Gilmour een versterker naar boven probeert te sjouwen), rechtsaf en weer rechtsaf, door de klapdeuren.

Ik sta in Studio Two! Het is precies zoals op de foto’s. Parketvloer, witte muren met bruin-beige sound baffles, dit alles wordt sinds begin jaren ’30 in vrijwel dezelfde staat gehouden om maar niets aan de beroemde akoestiek te veranderen. Tijdens een opknapbeurt in de jaren ’80 werd de verffabrikant van 1932 gevraagd zijn oorspronkelijke recepten opnieuw te gebruiken voor de toen hoognodige verfbeurt. Aan de rechterkant de bekende 20-tredentrap naar de control room, die zich op de eerste verdieping bevindt. Bovenaan die trap kijk ik over de studio uit. Links achterin, daar zat Ringo. Bij de uitgang naar de Echo Chamber stond George, en daarvoor John en Paul.

Er is een kleine tentoonstelling gemaakt van vintage apparatuur en instrumenten. Ik kijk naar een studio mixer uit de jaren ‘40, mengtafels uit de jaren ’60 en ’70, waar The Beatles en Pink Floyd mee gewerkt hebben. Ik zie de Studer J37 4-sporen taperecorder waarmee Sgt. Pepper werd gemaakt.
Aan de andere kant staan 5 piano’s, die stuk voor stuk al tientallen jaren in gebruik zijn. Ik kan er net niet bij.

We gaan op de voor de die hard fans ook al bekende rode studiostoeltjes zitten en kijken en luisteren naar Kevin Ryan en Brian Kehew, die ruim 90 minuten vertellen over de geschiedenis van de studio, over de ontwikkelingen in de techniek, over Sir Edward Elgar, Yehudi Menuhin, Fats Waller, Peter Sellers en Sophia Loren, Spike Milligan, Cliff Richard and The Shadows, The Beatles, The Hollies, Pink Floyd, Kate Bush, Duran Duran, Adele, en vele, vele anderen. Ik hoor de soundtrack van mijn leven.

Ik luister naar Apache, Twist And Shout en Wish You Were Here, op de plek waar ze ooit opgenomen werden. Via een werkende REDD.17 mengtafel luisteren we naar de 4 tracks van Donovan’s Sunshine Superman. Donovan met slaggitaar, de bas en drums, Jimmy Page en nog een keer Donovan.

En dan staan er 3 piano’s: een honky tonk piano, bekend als Mrs. Mills’ Piano, een Steinway en standaard upright piano. Sommige toetsen hebben een groen stickertje. Drie gelukkigen mogen naar voren komen en na aftellen 3, 2, 1, Play! deze toetsen indrukken, net als op 22 februari 1967, op diezelfde piano’s, toen door John, Paul, Ringo en roadie Mal Evans. Het slotakkoord van A Day In The Life, E Majeur. BOOOOIIINGGGGGGGGG! Geweldig!

Het is afgelopen. Ik kijk nog wat rond, en sla stiekem wat toetsen aan op weer een ander instrument, een Schiedmayer Celeste. Pieng, pieng, pieng. Net als in Baby It’s You, en (Pink Floyd) het intro in Time.

Ik koop een koffiemok en een fotoboek en loop naar buiten. Het is donker geworden, en op de zebra staan weer 4 nieuwe fotokandidaten op de Abbey Road zebra, maar nu in de pose van de lp Help! Dat kan natuurlijk ook.
 
***************************
Plaatje uitgezocht door de schrijver


© 2013 Fokke Zwaan meer Fokke Zwaan - meer "Luister!" -
Vermaak en Genot > Luister!
Een man moet een hobby hebben Fokke Zwaan
1011VG Abbeyroadmok
Een man moet een hobby hebben, dat is bekend. Met een hobby ben je nooit alleen, en nog belangrijker: met een hobby kun je de deur uit, weg van moeder de vrouw.
(Martin Bril, Man uit de verte)
 
En dus reisde ik onlangs naar Londen. Deze maand openden de wereldberoemde Abbey Road Studios een paar keer hun deuren voor belangstellenden. Voor zover mij bekend is dat in hun ruim 80 jarig bestaan maar één of twee keer eerder gebeurd. Daar moest ik, als toch wel die hard Beatlesfan, bij zijn. Een vorige keer in 1983 had ik laten passeren, dat zou me niet nog eens gebeuren. Goedkoop was het bepaald niet, maar de twaalf gelegenheden die er waren raakten toch redelijk snel uitverkocht. Ik was er bij, op 9 maart.

Abbey Road ligt een eind buiten het centrum van Londen. Je reist er naar toe met de Underground Jubilee Line, naar station St. John’s Wood. Het is een wat chiquere wijk (Sir Paul McCartney heeft er nog steeds zijn Londense huis, aan Cavendish Road). Vanaf het tube station (waar de Beatles Coffee Shop gehuisvest is) is het een paar minuten lopen naar de studio’s, langs Grove End Road. Als je oplet, zie je het eigenlijk daar ook al. Voor een gewone buitenwijk lopen hier wel heel veel toeristen. Meest wat oudere mannen en vrouwen met rugzakjes, maar ook jongere back-packers. Hier is kennelijk wat te doen.

Aan het eind van de straat is het rechtsaf. Meteen om de hoek zie je het: de zebra. Sinds 8 augustus 1969, toen The Beatles de hoesfoto lieten maken voor de Abbey Road lp komen hier dagelijks honderden mensen om naar de zebra te kijken, er over te steken, te poseren, om zich te laten fotograferen. Alleen, met z’n vieren, verkleed, op blote voeten. Ook ik heb dat verschillende keren gedaan, voor het eerst in 1976, voor het laatst in 2010.

Dat rondhangen, oversteken en poseren voor foto’s geeft vaak overlast voor het verkeer. Een paar jaar geleden was er daarom een plan om de zebra te verplaatsen. Dat is verhinderd, ik geloof dat het nu zelfs een soort beschermd stadsgezicht is.

Dit keer heb ik alleen gekeken, want er waren belangrijker dingen te doen. 50 meter verder, aan de linkerkant, ligt de studio, een vrijstaand huis met een parkeerplaats ervoor. Je herkent het meteen, het witte muurtje tussen parkeerplaats en trottoir is totaal ondergekalkt met graffiti. Beatles this, Beatles that, Yoko boo!, Pink is not well, Greetings from Rio. Het wordt om de 3, 4 maanden opnieuw gewit, maar dat is alleen maar het startsein voor een nieuwe ronde boodschappen achterlaten.

Zo tegen drieën verzamelden zich steeds meer mensen bij het hek naar de parkeerplaats. De deur van de studio stond open, en een vriendelijke maar brede portier stuurde iedereen terug die eerder dan afgesproken probeerde naar binnen te komen.
Om drie uur precies werden we in groepjes van 10 naar binnen gelaten. De trap op, door de voordeur, rechtsaf langs de receptie, dan een lange gang in. Links ligt Studio One! Verder naar rechts is Studio Three. Maar wij gaan naar het Heilige der Heiligen: Studio Two.
Ik daal een trap af (en realiseer me dat dit is waar op een foto uit 1973 of zo David Gilmour een versterker naar boven probeert te sjouwen), rechtsaf en weer rechtsaf, door de klapdeuren.

Ik sta in Studio Two! Het is precies zoals op de foto’s. Parketvloer, witte muren met bruin-beige sound baffles, dit alles wordt sinds begin jaren ’30 in vrijwel dezelfde staat gehouden om maar niets aan de beroemde akoestiek te veranderen. Tijdens een opknapbeurt in de jaren ’80 werd de verffabrikant van 1932 gevraagd zijn oorspronkelijke recepten opnieuw te gebruiken voor de toen hoognodige verfbeurt. Aan de rechterkant de bekende 20-tredentrap naar de control room, die zich op de eerste verdieping bevindt. Bovenaan die trap kijk ik over de studio uit. Links achterin, daar zat Ringo. Bij de uitgang naar de Echo Chamber stond George, en daarvoor John en Paul.

Er is een kleine tentoonstelling gemaakt van vintage apparatuur en instrumenten. Ik kijk naar een studio mixer uit de jaren ‘40, mengtafels uit de jaren ’60 en ’70, waar The Beatles en Pink Floyd mee gewerkt hebben. Ik zie de Studer J37 4-sporen taperecorder waarmee Sgt. Pepper werd gemaakt.
Aan de andere kant staan 5 piano’s, die stuk voor stuk al tientallen jaren in gebruik zijn. Ik kan er net niet bij.

We gaan op de voor de die hard fans ook al bekende rode studiostoeltjes zitten en kijken en luisteren naar Kevin Ryan en Brian Kehew, die ruim 90 minuten vertellen over de geschiedenis van de studio, over de ontwikkelingen in de techniek, over Sir Edward Elgar, Yehudi Menuhin, Fats Waller, Peter Sellers en Sophia Loren, Spike Milligan, Cliff Richard and The Shadows, The Beatles, The Hollies, Pink Floyd, Kate Bush, Duran Duran, Adele, en vele, vele anderen. Ik hoor de soundtrack van mijn leven.

Ik luister naar Apache, Twist And Shout en Wish You Were Here, op de plek waar ze ooit opgenomen werden. Via een werkende REDD.17 mengtafel luisteren we naar de 4 tracks van Donovan’s Sunshine Superman. Donovan met slaggitaar, de bas en drums, Jimmy Page en nog een keer Donovan.

En dan staan er 3 piano’s: een honky tonk piano, bekend als Mrs. Mills’ Piano, een Steinway en standaard upright piano. Sommige toetsen hebben een groen stickertje. Drie gelukkigen mogen naar voren komen en na aftellen 3, 2, 1, Play! deze toetsen indrukken, net als op 22 februari 1967, op diezelfde piano’s, toen door John, Paul, Ringo en roadie Mal Evans. Het slotakkoord van A Day In The Life, E Majeur. BOOOOIIINGGGGGGGGG! Geweldig!

Het is afgelopen. Ik kijk nog wat rond, en sla stiekem wat toetsen aan op weer een ander instrument, een Schiedmayer Celeste. Pieng, pieng, pieng. Net als in Baby It’s You, en (Pink Floyd) het intro in Time.

Ik koop een koffiemok en een fotoboek en loop naar buiten. Het is donker geworden, en op de zebra staan weer 4 nieuwe fotokandidaten op de Abbey Road zebra, maar nu in de pose van de lp Help! Dat kan natuurlijk ook.
 
***************************
Plaatje uitgezocht door de schrijver
© 2013 Fokke Zwaan
powered by CJ2