archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
The King Henk Klaren

0909VG Elvis
Ik zat met een collega in de trein. We waren op weg naar een vergadering of misschien kwamen we er wel vandaan. Ik weet het niet meer. We kletsten wat over muziek en hoe ik er op kwam weet ik ook niet meer, maar ik had het over Elvis. Zijn op zich nogal serieuze hoofd brak open in een brede lach: ‘Aaaah, The King’, zuchtte hij met hoofdletters en al. En deze keurige ambtenaar, zoals altijd in pak en met stropdas, had natuurlijk gelijk. Er is maar één King en dat is Elvis. Volgens sommigen leeft hij nog, maar dat is niet waar. Hij is dood. En zelfs al zou hij destijds niet dood zijn gegaan, dan is de kans dat dat later tóch is gebeurd vrij groot. Hij zou nu 77 jaar oud zijn geweest. Je moet er niet aan denken: een Elvis van 77 jaar oud.

Er zijn mensen die denken dat ze zelf Elvis zijn, zoals de hoofdpersoon in Kirsty McColl’s There's a guy works down the chipshop swears he's Elvis. Leuk nummer. En er zijn geweldig veel Elvis-imitatoren, die uiteraard aan wedstrijden meedoen. Er bestaat een Elvis-impersonators skydiving team. Ze speelden in de film Honeymoon in Vegas met Nicholas Cage, die voor de gelegenheid ook in een Elvispak werd gehesen. Als ik het goed begrijp bestaat (of bestond) dat team gewoon en werden ze voor de film ingehuurd. Elvis-imitators zingen meestal niet of heel slecht, maar ze zien er alleen maar úit als Elvis. Niet als de oude rocker, maar als de Las Vegas- en Aloha-from-Hawaii-Elvis. Altijd in zo’n merkwaardig hansopje. Heel vaak lijken ze er helemaal niet op. Ze hebben alleen een Elvis-achtige kuif en bakkebaarden.

Tijdens Terschellings Oerol liepen ze ook wel rond bij de Elvis plek. Dat heet alleen zo tijdens het Oerol-festival. Dat komt door de briljante strandtent Heartbreak Hotel, geheel ingericht in vijftiger jaren rockstijl, natuurlijk met de juiste muziek in de Wurlitzer-jukebox. Die Terschellinger Elvissen hebben het zich makkelijk gemaakt. Naast de hansop dragen ze over hun eigen hoofd een kunsthoofd van papier-maché of zoiets met kuif en bakkebaarden. Er zijn natuurlijk nog veel en veel meer voorbeelden. Overal ter wereld tref je Elvis-gekkigheid aan. In die zin leeft Elvis nog steeds.

Het is gek allemaal, maar toch weer niet. Want hoe je het wendt of keert: hij ís The King. De enige echte en onvervalste. Waarom valt niet te beredeneren. Hij kon mooi zingen, dat is waar. Hij zag er goed uit, toen hij zich nog niet had volgestopt met hamburgers en pindakaas met banaan sandwiches en toen hij nog geen gekke pakken ging dragen. Maar hij schreef geen muziek. Al werd zijn naam soms door een Bredase crimineel, die zich Colonel Parker noemde, ten onrechte aan de credits toegevoegd. Zijn gitaar hing meestal op zijn rug. En toch: The King.

Hij speelde wel piano, zoals te horen is op The Million Dollar Quartet. Een bijzonder document. Elvis, Jerry Lee Lewis, Carl Perkins en Johnny Cash zingen wat, vooral gospels, in de studio. De recorder stond aan en er is later een plaat van uitgebracht. Hij bestaat ook op CD. Een aanrader voor de liefhebber. Just a little talk with Jesus is een aardig voorbeeld. Dat piano spelen heeft bij de legendevorming overigens nooit een rol gespeeld.

Er bestaat ook een musical The Million Dollar Quartet. Vier acteurs/muzikanten spelen en zingen hits van de vier heren. Niet de gospels, maar de rock’n roll. Heel goed gedaan, het swingt de pan uit en het is volkomen belachelijk.

The King is dood, maar gelukkig is er recorded music.Volgens Keith Richards in zijn autobiografie Life is dat een belangrijke voorwaarde voor of zelfs de oorzaak van de verspreiding van blues- en volksmuziek en daarmee het ontstaan van de popmuziek (of woorden van gelijke strekking). En dus komt Elvis nog regelmatig langs. Ik ben het meest gecharmeerd van het oudste werk uit de Sun-tijd, Maar ik krijg ook kippenvel van In the Ghetto.
 
************************************
Pepijn Lampe is product & grafisch ontwerper.
Informatie op: www.pepdesign.be


© 2012 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "Luister!" -
Vermaak en Genot > Luister!
The King Henk Klaren
0909VG Elvis
Ik zat met een collega in de trein. We waren op weg naar een vergadering of misschien kwamen we er wel vandaan. Ik weet het niet meer. We kletsten wat over muziek en hoe ik er op kwam weet ik ook niet meer, maar ik had het over Elvis. Zijn op zich nogal serieuze hoofd brak open in een brede lach: ‘Aaaah, The King’, zuchtte hij met hoofdletters en al. En deze keurige ambtenaar, zoals altijd in pak en met stropdas, had natuurlijk gelijk. Er is maar één King en dat is Elvis. Volgens sommigen leeft hij nog, maar dat is niet waar. Hij is dood. En zelfs al zou hij destijds niet dood zijn gegaan, dan is de kans dat dat later tóch is gebeurd vrij groot. Hij zou nu 77 jaar oud zijn geweest. Je moet er niet aan denken: een Elvis van 77 jaar oud.

Er zijn mensen die denken dat ze zelf Elvis zijn, zoals de hoofdpersoon in Kirsty McColl’s There's a guy works down the chipshop swears he's Elvis. Leuk nummer. En er zijn geweldig veel Elvis-imitatoren, die uiteraard aan wedstrijden meedoen. Er bestaat een Elvis-impersonators skydiving team. Ze speelden in de film Honeymoon in Vegas met Nicholas Cage, die voor de gelegenheid ook in een Elvispak werd gehesen. Als ik het goed begrijp bestaat (of bestond) dat team gewoon en werden ze voor de film ingehuurd. Elvis-imitators zingen meestal niet of heel slecht, maar ze zien er alleen maar úit als Elvis. Niet als de oude rocker, maar als de Las Vegas- en Aloha-from-Hawaii-Elvis. Altijd in zo’n merkwaardig hansopje. Heel vaak lijken ze er helemaal niet op. Ze hebben alleen een Elvis-achtige kuif en bakkebaarden.

Tijdens Terschellings Oerol liepen ze ook wel rond bij de Elvis plek. Dat heet alleen zo tijdens het Oerol-festival. Dat komt door de briljante strandtent Heartbreak Hotel, geheel ingericht in vijftiger jaren rockstijl, natuurlijk met de juiste muziek in de Wurlitzer-jukebox. Die Terschellinger Elvissen hebben het zich makkelijk gemaakt. Naast de hansop dragen ze over hun eigen hoofd een kunsthoofd van papier-maché of zoiets met kuif en bakkebaarden. Er zijn natuurlijk nog veel en veel meer voorbeelden. Overal ter wereld tref je Elvis-gekkigheid aan. In die zin leeft Elvis nog steeds.

Het is gek allemaal, maar toch weer niet. Want hoe je het wendt of keert: hij ís The King. De enige echte en onvervalste. Waarom valt niet te beredeneren. Hij kon mooi zingen, dat is waar. Hij zag er goed uit, toen hij zich nog niet had volgestopt met hamburgers en pindakaas met banaan sandwiches en toen hij nog geen gekke pakken ging dragen. Maar hij schreef geen muziek. Al werd zijn naam soms door een Bredase crimineel, die zich Colonel Parker noemde, ten onrechte aan de credits toegevoegd. Zijn gitaar hing meestal op zijn rug. En toch: The King.

Hij speelde wel piano, zoals te horen is op The Million Dollar Quartet. Een bijzonder document. Elvis, Jerry Lee Lewis, Carl Perkins en Johnny Cash zingen wat, vooral gospels, in de studio. De recorder stond aan en er is later een plaat van uitgebracht. Hij bestaat ook op CD. Een aanrader voor de liefhebber. Just a little talk with Jesus is een aardig voorbeeld. Dat piano spelen heeft bij de legendevorming overigens nooit een rol gespeeld.

Er bestaat ook een musical The Million Dollar Quartet. Vier acteurs/muzikanten spelen en zingen hits van de vier heren. Niet de gospels, maar de rock’n roll. Heel goed gedaan, het swingt de pan uit en het is volkomen belachelijk.

The King is dood, maar gelukkig is er recorded music.Volgens Keith Richards in zijn autobiografie Life is dat een belangrijke voorwaarde voor of zelfs de oorzaak van de verspreiding van blues- en volksmuziek en daarmee het ontstaan van de popmuziek (of woorden van gelijke strekking). En dus komt Elvis nog regelmatig langs. Ik ben het meest gecharmeerd van het oudste werk uit de Sun-tijd, Maar ik krijg ook kippenvel van In the Ghetto.
 
************************************
Pepijn Lampe is product & grafisch ontwerper.
Informatie op: www.pepdesign.be
© 2012 Henk Klaren
powered by CJ2