archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Luister! | ||||
Dylan live | Henk Klaren | |||
Over Bob Dylan is eigenlijk al veel te veel geschreven. Daar zijn allerlei zinnige verhalen bij maar ook een geweldige hoeveelheid onzin. Van tijd tot tijd bekruipt je het gevoel dat het woord hagiografie een nieuwe dimensie krijgt als je dat allemaal leest. De man zelf is daar zo te horen en te lezen niet echt vies van.
Luister bijvoorbeeld naar de snorkende aankondiging van het concert in de Heineken Music Hall, dat ik op 12 april jongstleden bijwoonde: 'The poet laureate of de sixties…' en nog meer van dat soort tekst. Het lijkt me toch dat hij daar zelf over gaat. Het is alleszins begrijpelijk. Hoe ga je anders met zo’n megasterstatus om en met al die hielenlikkers en bewonderaars om je heen. En begrijp me niet verkeerd. Zijn megasterstatus is verdiend. Weinig (nee: geen!) muzikanten hebben zoveel geweldige liedjes gemaakt en zo’n invloed gehad op de betere popmuziek als Dylan. En zijn vertolkingen van eigen liedjes én liedjes van anderen zijn zonder meer uniek en meestal geweldig, ondanks zijn overduidelijke beperkingen als vocalist en instrumentalist. ‘He plays good guitar,’ zei Alan Price tegen Dylan over Donovan (in de film Don’t look back), ‘better than you’. En zo is het maar net. Toch kon Donovan natuurlijk niet in Dylans schaduw staan.
De overbodigheid van al dat geschrijf over Dylan werd aardig geïllustreerd in Vrij Nederland van 11 april. Naar aanleiding van de drie concerten rond die tijd had VN een aantal types gevraagd een stukje te schrijven over ‘hun Bob Dylan’. Leuk dacht ik, lezen! Ter voorbereiding van het concert, waar ik echt zin in had. Ik raakte al snel de weg kwijt. It’s only rock ’n roll dacht ik, en natuurlijk I like it, maar al dat geïnterpreteer! Het ergst maakte Thomèse het. You’re invisible now, you got no secrets to conceal was aan hém gericht! It’s me Bob you’re looking for had hij begrepen. Het deed me weer eens denken aan Boudewijn Büch die schreef dat hij de Friend I’ve never seen van Neil Young was. Kom op jongens!
Dat Michaël Zeeman niet wist dat Robert Alan Zimmerman zijn naam officieel heeft laten veranderen in Bob Dylan, valt hem misschien niet kwalijk te nemen. Maar houd dan ook je mond. Overigens maar goed dat Dylan niet beroemd is geworden onder zijn oorspronkelijke naam. Je moet er toch niet aan denken dat er nu allerlei kinderen van babyboomers rondlopen met Zimmerman als voornaam. Brusselmans was eigenlijk de enige die een verhaal met twee poten op de grond schreef en hij houdt nog van Dylan ook. Volgens een fan in een ingezonden brief had ie weliswaar van alles uit zijn duim gezogen, maar het was toch een leuk stukje.
Martin Bril was kennelijk niet uitgenodigd om een bijdrage te leveren. Dat is een beetje een misser natuurlijk. Bij zijn overlijden bleek dat hij ook een soort megaster is geworden. Het kan ook zijn dat hij niet wilde meewerken.
Bril mag ik graag lezen over Dylan. Maar om nou vanwege zijn boekje de 10 CD-box van Dylan te kopen gaat me toch te ver. Zoals iedere liefhebber heb ik minstens driekwart van de opnames al. Een beetje een raar product naar mijn idee, die box. Liefhebbers hebben hem niet nodig. Niet-liefhebbers hebben er niks aan.
Over het concert kan ik kort zijn. Het was natuurlijk geweldig om Dylan na decennia weer eens in levende lijve te zien. De Kuip in de regen was lang geleden. Maar ik was niet weg van de muziek. In de trein terug zaten twee Brabanders erover te praten:
‘Die Dylan zong toch vroeger veel hoger?’
‘Ja, maar hij wordt ouder, dat trekt-ie niet meer’
‘Klonk toch goed bescheten!’
Was ik het niet mee eens. De stem was het probleem niet. Maar de eerste drie kwartier ging in een soort márstempo. Met staccato zang van de meester, die alleen keyboard en - soms – mondharmonica speelde, geen gitaar. Volgens mij speelt-ie een stuk beter gitaar dan keyboard.
De liedjes zijn geen marsen en ze werden vanouds ook nooit staccato gezongen. Sommige oude liedjes – zoals Most likely you go you’re way – herkende ik aan de intro, maar in eerste instantie nauwelijks aan de rest van de melodie. De tekst hielp. Als anderen Dylan’s nummers zo zouden interpreteren zouden ze niet veel handen op elkaar krijgen. Ik weet wel dat Dylan’s liedjes nooit definitief zijn en steeds andere uitvoeringen kennen. En ik begrijp ook wel dat het dodelijk saai moet zijn om Blowin’ in the Wind of Don’t think twice it’s allright al decennia op dezelfde manier te moeten zingen. Maar op zeker moment worden de variaties voor mijn oor wat te gekunsteld.
Nieuwere nummers bleven dichter bij de bekende versie, zoals Tweedle Dee & Tweedle Dum en Ain’t Talkin’. Dat beviel me beter, hoewel ik op mijn leeftijd toch meer heb met de oudere nummers.
De toegiften waren voorgeprogrammeerd. Dat gebeurt natuurlijk wel vaker, maar het heeft wel eens wat potsierlijks. Het moet toch op zijn minst lijken alsof ze worden afgedwongen door applaus, maar dat kwam pas toen de man en zijn band alweer terug op het podium verschenen. Routine zou niet zo overduidelijk moeten blijken.
Maar wat zeur ik. Bob Dylan is één van de grootsten en ik heb hem live gezien. En wat de muziek betreft: ik heb al mijn platen en CD’s nog.
**********************************
Abonneer u op de Nieuwsbrief.
Ga naar: www.deleunstoel.nl/nieuwsbrief.php |
||||
© 2009 Henk Klaren | ||||
powered by CJ2 |