archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Schierstins Dik Kruithof

1909VG Schierstins1

De Schierstins is de laatst overgebleven versterkte woontoren van Friesland en zelfs van Noord-Nederland. In de dertiende eeuw werd het mogelijk om een stenen woonhuis te bouwen: Stins is Fries voor stenen (fries: stiennen) huis. In Oost-Friesland kennen we nog het Steinhaus in Bunderhee.

De vroegst bekende bewoners van de Schierstins, de familie Idszenga, waren boeren die waarschijnlijk invloed in de streek wilden uitoefenen. Zij lieten bij hun boerderij een toren bouwen van kloostermoppen, de grote bakstenen van die tijd. De toren bood bescherming tegen agressieve buren met dezelfde ambities. Stinzen werden meestal gebouwd op een terp, een kunstmatige verhoging in het landschap die de bewoners droog hield bij overstromingen en het belegeraars moeilijk maakte. De Schierstins is gebouwd op een zandrug maar tegen de benedenverdieping werd aarde opgeworpen zodat toch een heuveltje ontstond. Een gracht eromheen, schietgaten, een ophijsbare ladder naar de eerste verdieping en muren van ruim een meter dik maakten de verdediging compleet.

De oudst schriftelijke vermelding is uit 1439 toen geschreven werd over de Stins als ‘een schiramonnikahuse’ en dat zal verwijzen naar de Schiere Monniken – Cisterciënzers naar de kleur van hun pij - van het klooster Claerkamp bij Rinsumageest, in die tijd een van de rijkste kloosters van het Noorden en onder meer ook eigenaar van het eiland Schiermonnikoog.

De Stins kan ook een rol gespeeld hebben in de langdurige strijd tussen Friese adellijke families die bekend staat als de strijd tussen de Schieringers en de Vetkopers maar waarbij de herkomst van die namen nog niet duidelijk is. Het ergst was het in de Grote Friese oorlog die eindigde met de vrede van Groningen in februari 1422. Die oorlog speelde zich niet alleen af in wat nu onze provincie Friesland is maar was vooral een strijd tussen Oost-Friese graven en de Friese adel en rijke boeren wat de ‘Groningse’ Friezen – die tussen Lauwers en Eems woonden – ertoe bracht om zich onder bescherming van de stad Groningen te stellen. En zo werd het Groningen en Ommelanden en ging de Friese invloed (en taal) daar verloren.

In die grote strijd1909VG Schierstins2 zijn heel veel adellijke stenen huizen verwoest en toen in de eeuw daarna de vuurkracht van het geschut steeds groter werd was een versterkte toren geen goede investering meer. De adel zocht het meer in grotere huizen rond de torens, states, en later landhuizen.

De Schierstins had na de oorlogsperiode die omstreeks 1500 eindigde een lange rij eigenaren. In de zeventiende eeuw werd de stins voor bewoning geschikt gemaakt: er kwamen vensters in en er werd een aanbouw tegenaan geplaatst maar hij werd nooit ingekapseld zoals dat met een aantal stedelijke stinsen gebeurd is. Een jonkheer, een hoge officier en een oud-burgemeester van Leeuwarden hebben in het middeleeuwse pand gewoond. In 1814 waren er twee aanbouwen tegen de toren, een zomerhuis, een paardenstalling, een boomgaard en een park. De Schierstins was een waar landgoed geworden.

Aan het eind van de negentiende eeuw was de stins volledig overwoekerd door klimop en vielen de kozijnen en soms stenen uit de muren. Het Fries Genootschap heeft toen genoeg geld bijeengebracht voor een restauratie naar de toestand van omstreeks 1500, waarbij de aanbouwen uit de 18e en de 19e eeuw zijn gehandhaafd maar bijvoorbeeld de vensters weer vervangen werden door schietgaten.

De Schierstins is nu eigendom van de gemeente Dantumadeel en een cultureel centrum voor Veenwouden, met een vaste tentoonstelling over de geschiedenis van de Stins en de stinsentijd, maar ook van latere bewoners zoals de legendarische postkantoorhouder Musch. De vroegere bestuurskamer is door een dochter van de in Veenwouden geboren schrijver dr. Theun de Vries omgedoopt in de naar hem genoemde 'keamer'. In dit vertrek wordt aandacht aan zijn werk besteed.

In de bijgebouwen is een zaal waarin nu een mooie tentoonstelling is over (vooral) Märklin-speelgoedtreinen maar ook Meccano en zelfs het legendarische ADO-speelgoed.

-----------

De fraaie plaatjes zijn van de schrijver zelf




© 2022 Dik Kruithof meer Dik Kruithof - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Schierstins Dik Kruithof
1909VG Schierstins1

De Schierstins is de laatst overgebleven versterkte woontoren van Friesland en zelfs van Noord-Nederland. In de dertiende eeuw werd het mogelijk om een stenen woonhuis te bouwen: Stins is Fries voor stenen (fries: stiennen) huis. In Oost-Friesland kennen we nog het Steinhaus in Bunderhee.

De vroegst bekende bewoners van de Schierstins, de familie Idszenga, waren boeren die waarschijnlijk invloed in de streek wilden uitoefenen. Zij lieten bij hun boerderij een toren bouwen van kloostermoppen, de grote bakstenen van die tijd. De toren bood bescherming tegen agressieve buren met dezelfde ambities. Stinzen werden meestal gebouwd op een terp, een kunstmatige verhoging in het landschap die de bewoners droog hield bij overstromingen en het belegeraars moeilijk maakte. De Schierstins is gebouwd op een zandrug maar tegen de benedenverdieping werd aarde opgeworpen zodat toch een heuveltje ontstond. Een gracht eromheen, schietgaten, een ophijsbare ladder naar de eerste verdieping en muren van ruim een meter dik maakten de verdediging compleet.

De oudst schriftelijke vermelding is uit 1439 toen geschreven werd over de Stins als ‘een schiramonnikahuse’ en dat zal verwijzen naar de Schiere Monniken – Cisterciënzers naar de kleur van hun pij - van het klooster Claerkamp bij Rinsumageest, in die tijd een van de rijkste kloosters van het Noorden en onder meer ook eigenaar van het eiland Schiermonnikoog.

De Stins kan ook een rol gespeeld hebben in de langdurige strijd tussen Friese adellijke families die bekend staat als de strijd tussen de Schieringers en de Vetkopers maar waarbij de herkomst van die namen nog niet duidelijk is. Het ergst was het in de Grote Friese oorlog die eindigde met de vrede van Groningen in februari 1422. Die oorlog speelde zich niet alleen af in wat nu onze provincie Friesland is maar was vooral een strijd tussen Oost-Friese graven en de Friese adel en rijke boeren wat de ‘Groningse’ Friezen – die tussen Lauwers en Eems woonden – ertoe bracht om zich onder bescherming van de stad Groningen te stellen. En zo werd het Groningen en Ommelanden en ging de Friese invloed (en taal) daar verloren.

In die grote strijd1909VG Schierstins2 zijn heel veel adellijke stenen huizen verwoest en toen in de eeuw daarna de vuurkracht van het geschut steeds groter werd was een versterkte toren geen goede investering meer. De adel zocht het meer in grotere huizen rond de torens, states, en later landhuizen.

De Schierstins had na de oorlogsperiode die omstreeks 1500 eindigde een lange rij eigenaren. In de zeventiende eeuw werd de stins voor bewoning geschikt gemaakt: er kwamen vensters in en er werd een aanbouw tegenaan geplaatst maar hij werd nooit ingekapseld zoals dat met een aantal stedelijke stinsen gebeurd is. Een jonkheer, een hoge officier en een oud-burgemeester van Leeuwarden hebben in het middeleeuwse pand gewoond. In 1814 waren er twee aanbouwen tegen de toren, een zomerhuis, een paardenstalling, een boomgaard en een park. De Schierstins was een waar landgoed geworden.

Aan het eind van de negentiende eeuw was de stins volledig overwoekerd door klimop en vielen de kozijnen en soms stenen uit de muren. Het Fries Genootschap heeft toen genoeg geld bijeengebracht voor een restauratie naar de toestand van omstreeks 1500, waarbij de aanbouwen uit de 18e en de 19e eeuw zijn gehandhaafd maar bijvoorbeeld de vensters weer vervangen werden door schietgaten.

De Schierstins is nu eigendom van de gemeente Dantumadeel en een cultureel centrum voor Veenwouden, met een vaste tentoonstelling over de geschiedenis van de Stins en de stinsentijd, maar ook van latere bewoners zoals de legendarische postkantoorhouder Musch. De vroegere bestuurskamer is door een dochter van de in Veenwouden geboren schrijver dr. Theun de Vries omgedoopt in de naar hem genoemde 'keamer'. In dit vertrek wordt aandacht aan zijn werk besteed.

In de bijgebouwen is een zaal waarin nu een mooie tentoonstelling is over (vooral) Märklin-speelgoedtreinen maar ook Meccano en zelfs het legendarische ADO-speelgoed.

-----------

De fraaie plaatjes zijn van de schrijver zelf


© 2022 Dik Kruithof
powered by CJ2