![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() ![]() ![]() ![]() |
![]() |
|
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
![]() |
|||||||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
Vermaak en Genot > Een omweg waard | ||||
'Tee' zonder 'h' | Dik Kruithof | |||
![]() Volgens ‘Tee in Ostfriesland’ van Karl Wassenberg speelde het een belangrijke rol in de ‘Drogenstreit’, die er eeuwen gewoed heeft. Daarbij ging het om de vraag of het geloof het gebruik van bier als dagelijkse drank kon toestaan. Het ging daarbij vooral om de opvattingen van Calvijn (uitgedragen door voor de 80-jarige oorlog gevluchte Nederlanders, die van Emden een calvinistisch bolwerk gemaakt hadden) en de lutherse graven van Cirksena. Later was er onder Frederik de Grote weer sprake van een thee-oorlog, omdat de koning er niet in geslaagd was de handel in thee onder controle te krijgen en vond dat er veel te veel werd uitgegeven aan de ingevoerde theeblaadjes. Het bestuur van Ostfriesland schreef in 1779 een brief waarin ze verklaarden: ‘Der Gebrauch des Thee und Caffe ist hierzulande so allgemein und so tief eingewurtzelt, dass die Natur des Menschen schon durch eine schöpferische Kraft müßte umgekehrt werden, wenn sie diesen Getränken auf einmal gute Nacht sagen sollte.‘ In 1806 maakte Johan Bünting in Leer de eerste Ostfriesentee, een mengsel van zwarte theesoorten dat het best paste bij de plaatselijke gewoonten. Bünting had een kleine winkel voor koloniale waren ![]() In Norden staat het mooiste theemuseum, gevestigd in het oude stadhuis, met een ruime collectie over alles wat nodig is voor het Oostfriese theedrinken: zwarte thee, room en kandijsuiker. Deze kleine uithoek van Duitsland neemt 40% van het landelijke gebruik van kandijsuiker voor haar rekening. Theedrinken wordt vergeleken met een volledige maaltijd: de room is het voorafje, de thee de hoofdmaaltijd en het klontje is het toetje. En dat alles natuurlijk alleen uit porseleinen kopjes, liefst versierd met de speciale Oostfriese rode roos, de Dresmer Rose. Naast alles voor het theedrinken geeft het museum een mooi beeld van de ontwikkeling van koloniale waren tot fabrieksmatige productie van theemengsels. De thee-productie in India wordt in beeld gebracht, waarbij voor de zwarte Ostfriesentee de nadruk ligt op thee uit Assam en Darjeeling, aangevuld met thee uit Java en Sumatra. Op de zolderverdieping is nog een overzicht van het theetransport, met prachtige scheepsmodellen. Bünting heeft een eigen kleiner theemuseum in Leer met het beeld 'Teelke' van Karl-Ludwig Böke (1927–1996). En ja, de Ostfriesentee is aanmerkelijk sterker dan wat je in Nederland op de markt koopt. Ze kiezen hun soorten dus goed uit. ------- De plaatjes zijn van de schrijver |
||||
© 2021 Dik Kruithof | ||||
![]() |
![]() |
![]() |
||
![]() |
powered by CJ2 |