archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
Koele Wateren in het Hannemahuis Dik Kruithof

1718VG Water1Vanaf begin juli laat het Hannemahuis (Harlingen), in de reeks tentoonstellingen met schatten uit het Rijksmuseum, de schilderijen zien die onder de naam Koele Wateren een rondreis maken door Nederland.  Het is een mooie verzameling die laat zien hoe het (West-)Nederlandse landschap bepaald wordt door het water (in het Drents museum in Assen was een mooie tentoonstelling die liet zien dat het Drentse landschap niet door het water bepaald wordt). Uiteraard spelen schepen een grote rol in het landschapsbeeld: op de helft van alle schilderijen zijn ze te zien, op volle zee, in havens en op het strand getrokken. De rijk vertegenwoordigde zeventiende-eeuwse schilders houden het dan meestal op ruime vergezichten met gedetailleerd geschilderde schepen en indrukwekkende luchten. Die zijn er, onder anderen, te zien van Jan van Goyen en Ludof Bakhuysen.

Er zijn ook prachtige riviergezichten uit de Gouden eeuw. Van Salomon van Ruysdael, neef van  de bekender geworden Jacob, een geweldig Riviergezicht bij Deventer uit 1645. Met een herkenbare Lebuïniskerk op de achtergrond aan de linkerkant en een door de zon beschenen dorpskerk aan de rechterkant. Bootjes die reizigers overzetten en een boom die zo ongelooflijk precies geschilderd is dat je de blaadjes bijna kunt tellen op een uitvergrote foto. Een anoniem schilderij uit 1660, van een landschap met overtoom, heeft bijna dezelfde nauwkeurigheid in alle details en toont aan hoe breed de collectie van het Rijksmuseum is.

Er zijn ook drie strandschilderijen van Jacob Maris waar echte onderwerpen de hoofdrol spelen: een bomschuit op het Scheveningse strand of het strand bij avond met een schelpenvisser die zijn vak uitoefent: ‘Met krachtige1718VG Water2 halen vist de man de schelpen uit de branding om ze daarna in zijn gereedstaande kar te gooien.’ Ook van Hendrik Willem Mesdag zijn er twee schilderijen, met vissersschepen op het Scheveningse strand te zien, wat drukker, wat meer vissers maar samen geven ze een mooi beeld van een vissersdorp dat tegenwoordig vaak op een andere manier de aandacht trekt.

De jong gestorven Wijnand Nuijen, die op het titelbordje ‘een van de meest zuivere Romantische schilders uit de 19e eeuw’ wordt genoemd, maakte van vissersschepen op het strand met vissers en vrouwen die de vangst sorteren een prachtig geheel, met Rembrandteske verlichting van alle kanten. Een dorpsgebeuren waarop zelfs een groot wit paard met ruiter en een kind staan te wachten tot het werk gedaan is. Voor mij een verrassing deze schilder, die in zijn tijd al veel bewonderaars had. Zo kocht Koning Willem II zes schilderijen van hem waarvan vijf bij zijn leven.

Het landschap, al of niet met waterplas, komt vooral van negentiende-eeuwse schilders als Willem Roelofsz, Paul Gabriel en Anton Mauve. Roelofs schilderde ’t Gein bij Abcoude met een houten watermolen en een plas bij Loosdrecht. Van Gabriel hangt er een molen aan de plas en van Mauve de Trekvaart met houten trekschip.
Zelfs de combinatie van mens en zee wordt gelegd in de Jonge vrouw, uitkijkend over de zee, van Isaac Israëls (waarbij het duidelijk meer om het elegante schildersmodel gaat dan om het gevaar dat de zee kan betekenen) en in een mooi 'ten voeten uit' portret van een schelpenvisser, van Jan Toorop.

Een mooie tentoonstelling, te zien in het Hannemahuis in Harlingen tot 26 oktober.

------
De plaatjes zijn van de schrijver zelf


© 2020 Dik Kruithof meer Dik Kruithof - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
Koele Wateren in het Hannemahuis Dik Kruithof
1718VG Water1Vanaf begin juli laat het Hannemahuis (Harlingen), in de reeks tentoonstellingen met schatten uit het Rijksmuseum, de schilderijen zien die onder de naam Koele Wateren een rondreis maken door Nederland.  Het is een mooie verzameling die laat zien hoe het (West-)Nederlandse landschap bepaald wordt door het water (in het Drents museum in Assen was een mooie tentoonstelling die liet zien dat het Drentse landschap niet door het water bepaald wordt). Uiteraard spelen schepen een grote rol in het landschapsbeeld: op de helft van alle schilderijen zijn ze te zien, op volle zee, in havens en op het strand getrokken. De rijk vertegenwoordigde zeventiende-eeuwse schilders houden het dan meestal op ruime vergezichten met gedetailleerd geschilderde schepen en indrukwekkende luchten. Die zijn er, onder anderen, te zien van Jan van Goyen en Ludof Bakhuysen.

Er zijn ook prachtige riviergezichten uit de Gouden eeuw. Van Salomon van Ruysdael, neef van  de bekender geworden Jacob, een geweldig Riviergezicht bij Deventer uit 1645. Met een herkenbare Lebuïniskerk op de achtergrond aan de linkerkant en een door de zon beschenen dorpskerk aan de rechterkant. Bootjes die reizigers overzetten en een boom die zo ongelooflijk precies geschilderd is dat je de blaadjes bijna kunt tellen op een uitvergrote foto. Een anoniem schilderij uit 1660, van een landschap met overtoom, heeft bijna dezelfde nauwkeurigheid in alle details en toont aan hoe breed de collectie van het Rijksmuseum is.

Er zijn ook drie strandschilderijen van Jacob Maris waar echte onderwerpen de hoofdrol spelen: een bomschuit op het Scheveningse strand of het strand bij avond met een schelpenvisser die zijn vak uitoefent: ‘Met krachtige1718VG Water2 halen vist de man de schelpen uit de branding om ze daarna in zijn gereedstaande kar te gooien.’ Ook van Hendrik Willem Mesdag zijn er twee schilderijen, met vissersschepen op het Scheveningse strand te zien, wat drukker, wat meer vissers maar samen geven ze een mooi beeld van een vissersdorp dat tegenwoordig vaak op een andere manier de aandacht trekt.

De jong gestorven Wijnand Nuijen, die op het titelbordje ‘een van de meest zuivere Romantische schilders uit de 19e eeuw’ wordt genoemd, maakte van vissersschepen op het strand met vissers en vrouwen die de vangst sorteren een prachtig geheel, met Rembrandteske verlichting van alle kanten. Een dorpsgebeuren waarop zelfs een groot wit paard met ruiter en een kind staan te wachten tot het werk gedaan is. Voor mij een verrassing deze schilder, die in zijn tijd al veel bewonderaars had. Zo kocht Koning Willem II zes schilderijen van hem waarvan vijf bij zijn leven.

Het landschap, al of niet met waterplas, komt vooral van negentiende-eeuwse schilders als Willem Roelofsz, Paul Gabriel en Anton Mauve. Roelofs schilderde ’t Gein bij Abcoude met een houten watermolen en een plas bij Loosdrecht. Van Gabriel hangt er een molen aan de plas en van Mauve de Trekvaart met houten trekschip.
Zelfs de combinatie van mens en zee wordt gelegd in de Jonge vrouw, uitkijkend over de zee, van Isaac Israëls (waarbij het duidelijk meer om het elegante schildersmodel gaat dan om het gevaar dat de zee kan betekenen) en in een mooi 'ten voeten uit' portret van een schelpenvisser, van Jan Toorop.

Een mooie tentoonstelling, te zien in het Hannemahuis in Harlingen tot 26 oktober.

------
De plaatjes zijn van de schrijver zelf
© 2020 Dik Kruithof
powered by CJ2