archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
De mooiste plek van Hilversum Thomas van der Steen

1611VG HilversumDat ik Hilversummer ben zal inmiddels genoegzaam bekend zijn. Veel van de door mij gemaakte en beschreven fietstochten beginnen en eindigen in mijn dorp. Met recht, want niet alleen de omgeving is groen, het dorp zelf ook. Dat bleek toen ik het ooit van boven zag, groen, zover het oog reikte.
Toen Historische Kring Eigen Perk de verkiezing van de mooiste plek van Hilversum aankondigde stond ik direct op scherp. Ben er geboren, getogen en zal er vast ook sterven. Ik had wel een paar plekjes op het oog. Kon kiezen uit meerdere maar houd het bij deze drie.

De vijver in de Laan van Vogelenzang
‘En nu?’, prevelde ze zachtjes. We stonden in de stalling bij onze fietsen. De hele avond hadden we gedanst en onbeschaamd geflirt. Het schoolfeest liep op zijn eind en voordat hard TL-licht de magie zou verbreken verlieten we de aula. Het was voorjaar 1974 en ik worstelde op school met bijna alle vakken, Latijn in het bijzonder. Ik had bijles van onze leraar klassieke talen bij hem thuis. Zijn huis stond in een slingerende, boomrijke laan met een vijvertje als bonus. Daar zouden we heen fietsen, het was vlakbij. In het donker bleek het er zo mogelijk nog charmanter dan overdag. We voelden ons als een Amerikaans stelletje onderweg naar lover’s lane. Alleen reden wij op onze wrakkige fietsen en niet in mijn vaders Buick Riviera.
We lieten ons vallen op dat ene bankje daar. Onze omhelzing was onstuimig, de kus vurig. Naar adem happend fluisterde ze zachtjes in mijn oor, ‘Oh Thomas, wat is dit een mooie plek.’

Raadhuis
Marcel Proust, de Franse schrijver en denker, heeft een zogenaamde questionnaire opgesteld. Dat is een lijst met 61 vragen om jezelf beter te leren kennen. Een van die vragen luidt: wanneer was u het gelukkigst? Als ik ‘m mezelf stel, geef ik subiet antwoord.
In het najaar van 1995 fietste ik met mijn zoon Timothy door Hilversum. Hij was drie jaar oud en zat als een prins in het kinderzitje voor me. Ik liet ‘m de plekken zien waar zijn vader had gewoond, gespeeld1611VG Hilversum2 en op school had gezeten. Dus door de Vingboonsstraat, de Leemkuilen, langs de kleuterschool die er niet meer bleek te staan, en het viaduct over. De Multatulischool van Dudok was nog even mooi als vroeger, enkel leken de raampjes kleiner. Omdat opa decennialang bij de Wereldomroep had gewerkt stopten we daar ook even. Opa’s kleinzoon zei toen: ‘Groot, papa!’
Voordat we huiswaarts keerden, fietsten we nog even langs het Raadhuis. De herfstlucht ritselde, de hemel was wolkenloos, typisch ‘klokblauw’ weer. Zo zal Dudok het ooit bedoeld hebben. Timothy legde zijn hoofd in zijn nek om de top van de toren te kunnen zien. ‘Mooi pap’.

Nieuwe Algemene Begraafplaats
Het is inmiddels 2019, de tijd dendert ongeremd voort. Net als ieder ander heb ik af en toe behoefte aan rust, goddelijke rust. Als ik thuis kom van werk, de krant heb gelezen, ben uitgefacebookt, mijn laatste o zo noodzakelijke tweet heb gepost en het nog geen tijd is voor koken, eten, DWDD en Journaal, dan fiets of loop ik even naar die begraafplaats op de Bosdrift.
Het kerkhof schurkt tegen ons drukke centrum maar hier heerst serene stilte. Meestal ben ik de enige bezoeker, zalig, want wanneer zijn we nog alleen tegenwoordig? Nou alleen, uit mijn ooghoek zie ik een poes in tijgergang tussen de graven sluipen. Jagend op een muis natuurlijk, we zijn alweer met zijn drieën.
Een wandeling over een dodenakker zullen de meesten eigenaardig en morbide vinden. Ik geniet van de namen en jaartallen. En eindelijk kan ik dan ongestoord denken over de zin, of juist zinloosheid van het leven. Een kwartiertje maar, op zijn hoogst. Zouden meer mensen moeten doen.
Voor de engel houd ik altijd even stil en buig bescheiden het hoofd. De engel moet ons beschermen tegen onheil. Maar de afgebroken handen bewijzen haar kwetsbaarheid en dus ook de onze, ik schuw kitsch noch cliché. Gelouterd loop ik naar de uitgang, ik kan het jachtige leven weer aan. Heel even.

------
De foto's zijn van de schrijver


© 2019 Thomas van der Steen meer Thomas van der Steen - meer "Een omweg waard" -
Vermaak en Genot > Een omweg waard
De mooiste plek van Hilversum Thomas van der Steen
1611VG HilversumDat ik Hilversummer ben zal inmiddels genoegzaam bekend zijn. Veel van de door mij gemaakte en beschreven fietstochten beginnen en eindigen in mijn dorp. Met recht, want niet alleen de omgeving is groen, het dorp zelf ook. Dat bleek toen ik het ooit van boven zag, groen, zover het oog reikte.
Toen Historische Kring Eigen Perk de verkiezing van de mooiste plek van Hilversum aankondigde stond ik direct op scherp. Ben er geboren, getogen en zal er vast ook sterven. Ik had wel een paar plekjes op het oog. Kon kiezen uit meerdere maar houd het bij deze drie.

De vijver in de Laan van Vogelenzang
‘En nu?’, prevelde ze zachtjes. We stonden in de stalling bij onze fietsen. De hele avond hadden we gedanst en onbeschaamd geflirt. Het schoolfeest liep op zijn eind en voordat hard TL-licht de magie zou verbreken verlieten we de aula. Het was voorjaar 1974 en ik worstelde op school met bijna alle vakken, Latijn in het bijzonder. Ik had bijles van onze leraar klassieke talen bij hem thuis. Zijn huis stond in een slingerende, boomrijke laan met een vijvertje als bonus. Daar zouden we heen fietsen, het was vlakbij. In het donker bleek het er zo mogelijk nog charmanter dan overdag. We voelden ons als een Amerikaans stelletje onderweg naar lover’s lane. Alleen reden wij op onze wrakkige fietsen en niet in mijn vaders Buick Riviera.
We lieten ons vallen op dat ene bankje daar. Onze omhelzing was onstuimig, de kus vurig. Naar adem happend fluisterde ze zachtjes in mijn oor, ‘Oh Thomas, wat is dit een mooie plek.’

Raadhuis
Marcel Proust, de Franse schrijver en denker, heeft een zogenaamde questionnaire opgesteld. Dat is een lijst met 61 vragen om jezelf beter te leren kennen. Een van die vragen luidt: wanneer was u het gelukkigst? Als ik ‘m mezelf stel, geef ik subiet antwoord.
In het najaar van 1995 fietste ik met mijn zoon Timothy door Hilversum. Hij was drie jaar oud en zat als een prins in het kinderzitje voor me. Ik liet ‘m de plekken zien waar zijn vader had gewoond, gespeeld1611VG Hilversum2 en op school had gezeten. Dus door de Vingboonsstraat, de Leemkuilen, langs de kleuterschool die er niet meer bleek te staan, en het viaduct over. De Multatulischool van Dudok was nog even mooi als vroeger, enkel leken de raampjes kleiner. Omdat opa decennialang bij de Wereldomroep had gewerkt stopten we daar ook even. Opa’s kleinzoon zei toen: ‘Groot, papa!’
Voordat we huiswaarts keerden, fietsten we nog even langs het Raadhuis. De herfstlucht ritselde, de hemel was wolkenloos, typisch ‘klokblauw’ weer. Zo zal Dudok het ooit bedoeld hebben. Timothy legde zijn hoofd in zijn nek om de top van de toren te kunnen zien. ‘Mooi pap’.

Nieuwe Algemene Begraafplaats
Het is inmiddels 2019, de tijd dendert ongeremd voort. Net als ieder ander heb ik af en toe behoefte aan rust, goddelijke rust. Als ik thuis kom van werk, de krant heb gelezen, ben uitgefacebookt, mijn laatste o zo noodzakelijke tweet heb gepost en het nog geen tijd is voor koken, eten, DWDD en Journaal, dan fiets of loop ik even naar die begraafplaats op de Bosdrift.
Het kerkhof schurkt tegen ons drukke centrum maar hier heerst serene stilte. Meestal ben ik de enige bezoeker, zalig, want wanneer zijn we nog alleen tegenwoordig? Nou alleen, uit mijn ooghoek zie ik een poes in tijgergang tussen de graven sluipen. Jagend op een muis natuurlijk, we zijn alweer met zijn drieën.
Een wandeling over een dodenakker zullen de meesten eigenaardig en morbide vinden. Ik geniet van de namen en jaartallen. En eindelijk kan ik dan ongestoord denken over de zin, of juist zinloosheid van het leven. Een kwartiertje maar, op zijn hoogst. Zouden meer mensen moeten doen.
Voor de engel houd ik altijd even stil en buig bescheiden het hoofd. De engel moet ons beschermen tegen onheil. Maar de afgebroken handen bewijzen haar kwetsbaarheid en dus ook de onze, ik schuw kitsch noch cliché. Gelouterd loop ik naar de uitgang, ik kan het jachtige leven weer aan. Heel even.

------
De foto's zijn van de schrijver
© 2019 Thomas van der Steen
powered by CJ2