archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Een omweg waard | ||||
De Russen zijn overal, zelfs in Eindhoven | Dik Kruithof | |||
Het Van Abbe museum in Eindhoven heeft het Russische kunstenaarsechtpaar Ilja en Emilia Kabakov gevraagd om zijn grote collectie werk van Lissitzky tegenover hun eigen hedendaagse Russische kunst te zetten. Het is een prachtige tentoonstelling geworden waarin onder de titel Lissitzky – Kabakov, Utopie en werkelijkheid, twee kanten van de Russische kunst duidelijk naar voren komen.
Enerzijds de idealistische bouwer Lissitzky en anderzijds de naoorlogse kunstenaars Kabakov, die moesten omgaan met wat er van de idealen van voor de oorlog was overgebleven. De tegenstellingen zijn soms schril, bijvoorbeeld in de zaal waarin één van de meest ambitieuze ontwerpen van Lissitzky, zijn toegangspoorten voor de stad Moskou door de Kabakovs wordt geneutraliseerd met een houten kist vol rommeltjes en brokstukken die als archeologische vondsten worden gedocumenteerd met kleine beschrijvingen op aan waslijnen opgehangen papiertjes.
Lissitzky (1890-1941) was een van de toonaangevende kunstenaars in de Russische avant-garde van het begin van de 20e eeuw. Samen met zijn vriend en mentor Malevitsj ontwikkelde hij het suprematisme, vooral bekend van de schilderijen van Malevitsj in het Stedelijk Museum Amsterdam. In 1921 werd hij cultureel attaché in Berlijn waar hij bevriend raakte met onder meer Kurt Schwitters, Mart Stam en Theo van Doesburg. Met Schwitters en Van Doesburg werkte hij aan het idee van een internationale kunstenaarsbeweging volgens de richtlijnen van het constructivisme en kwam de brug tot stand met het Bauhaus en De Stijl.
Kabakov maakte in de zeventiger jaren deel uit van de invloedrijke kunstenaarsgroep The Moscow Conceptualist Movement. In 1987 emigreerde hij naar het Westen, allereerst naar Graz in Oostenrijk en later naar de Verenigde Staten. Zijn werk behoort tot de beste voorbeelden van installatie-kunst en conceptuele kunst.
De eigen collectie van het werk van Lissitsky is aangevuld met bruiklenen van de grote Russische musea en zelfs los van de confronterende tentoonstellingsopzet is het hier verzamelde werk zeer de moeite waard en geeft het een indrukwekkend beeld van het idealisme en het utopisch denken uit die tijd. Zo kreeg hij in 1928 de opdracht om voor de internationale perstentoonstelling in Keulen de sovjetexpositie te ontwerpen. Zijn ontwerp had veel succes en een gedeelte daarvan is nu in Eindhoven te zien.
Van Abbe heeft nog twee mooie voorbeelden van installatiekunst en conceptuele kunst in huis gehaald, namelijk de Indiase Sheela Gowda en de Koreaanse Jewyo Rhii. Maar hoe verschillend kan die kunst dan zijn: zo groots als het gebaar van Gowda is, zo gedetailleerd is het werk van Rhii. Gowda gebruikt alledaagse materialen, vaak bouwmateriaal of grote onderdelen om ze, in een andere opstelling en plaats, hier dus binnen de muren van het museum, indruk te laten maken. En dat werkt geweldig. Je kunt er van alles bij bedenken: over hoe onze economie werkt, hoe lelijk kan omslaan in mooi, hoe iemand dit allemaal bij elkaar kan brengen en er dan iets mee kan zeggen. Bij Rhii kom je in omgevingen die gemaakt zijn voor steden waar ze werkte en die nu voor het eerst opnieuw en bij elkaar een plaats kregen, in de voor haar vreemde zalen van het museum. Ze werkt met veel kleinere onderdelen, vaak uit de dagelijkse leefomgeving van mensen, van piepschuim tot planten. Veel van haar ideeën voor andere plaatsen zijn opnieuw of vernieuwd uitgewerkt. Walls to talk to is een fascinerend en soms verbijsterend geheel geworden, waarvan je je de ene keer afvraagt wat de bedoeling is en de andere keer die bedoeling zomaar begrijpt.
Zie ook www.vanabbe.nl of de speciale website Lissitzky-Kabakov op
************************
De foto's zijn van Dik Kruithof |
||||
© 2013 Dik Kruithof | ||||
powered by CJ2 |