archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Een omweg waard delen printen terug
De eerste computer was een schoolmeester Theo van Oeffelt

05 De eerste computer was ...
 
‘Niets is zo veranderlijk als een monument’, houdt Fons Asselbergs zijn toehoorders met regelmaat voor. Fons Asselbergs is directeur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en rijksadviseur voor het cultureel erfgoed. Met veranderlijke monumenten doelt hij op de gebouwen die dankzij een nieuwe functie behouden kunnen blijven voor de samenleving. De Van Nellefabriek in Rotterdam is daarvan een prachtig voorbeeld. Als fabrieksgebouw voor de theeproducent was het, eind vorige eeuw, niet meer van deze tijd en de sloperhamer dreigde. Maar een kans op overleving gloorde, in de vorm van een ‘ontwerpfabriek’, mits met de nodige bouwkundige ingrepen. Die kwamen er, zorgvuldig van aard, met deskundige begeleiding en met respect voor het oorspronkelijke karakter van het gebouw. Dat is de veranderlijkheid van het gebouw, zoals Asselbergs bedoelt, want de kracht van het oorspronkelijke ontwerp laat een dergelijke ingreep toe. Het gebouw glorieert; het lijf is vrijwel onaangetast gebleven en heeft een nieuwe ziel gekregen.
Monumenten zijn, zoals geformuleerd in de Monumentenwet, ‘alle vóór tenminste vijftig jaar vervaardigde zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde’. Wie dit leest denkt doorgaans in alfabetische volgorde aan boerderijen, kastelen, kerken, molens, paleizen en stadhuizen, en minder aan auto’s, bankjes en computers. Computers? Ja, computers, die machines waar u dit verhaal op leest en ik op enig moment eerder deze tekst heb getypt.
 
Willem Bartjens was een Zwolse schoolmeester en de auteur van ‘Cyfferinge’, waarvan de eerste editie verscheen in 1637 en die tot 1839 regelmatig werd herdrukt. De rekenmeester is bij veel Nederlanders bekend van de uitdrukking ‘volgens Bartjens is twee maal twee vier’, wat betekent dat een berekening klopt. Het origineel van het boek was lang zoek, maar is onlangs in de Stadsbibliotheek van Antwerpen teruggevonden.
Over Bartjens zelf is betrekkelijk weinig bekend. Hij gaf lange tijd les in Amsterdam en werd later stadsschoolmeester in Zwolle, waar hij ook is overleden. Zijn ‘Cyfferinge’ is eind 2004 herdrukt, in de serie Rekenmeesters, een reeks van belangrijke oude lesboeken.
Bartjens was een computer, in de oorspronkelijke betekenis van het woord. Hij voerde berekeningen uit en bedacht het eerste ‘computerspelletje’, als toevoeging aan zijn boek:
 
 11
   6 
   7
  4
   8
 12
  9
 10
   5
 
Verticaal, diagonaal of horizontaal levert de som van de drie getallen altijd 24 op.
 
Vier eeuwen later is Bartjens, de computer, niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Terwijl in de jaren zestig nog de gedachte leefde dat de huidige computers zo groot zouden zijn als de hele planeet, wordt het apparaat nu overal gebruikt, in kantoren, op scholen, in restaurants, op schoot in de trein en natuurlijk thuis.
Ondanks dat voor velen de computer nog immer iets ‘nieuwerwets’ heeft, hebben diverse computers inmiddels de monumentale status bereikt – vijftig jaar of ouder. Verzamelaars van oude modellen verenigen zich, er bestaat bijvoorbeeld een club van Commodore 64 liefhebbers en in 1992 werd het Computermuseum opgericht.
Het Centrum voor Industrieel en Mobiel Erfgoed [CIME] streeft ernaar om alle organisaties die zich het lot aantrekken van, ondermeer, historische computers, of van treinen, schepen, vliegtuigen en auto’s, inhoudelijk en organisatorisch onderdak te bieden. De grote heterogene groep particulieren en vrijwilligers organisaties maken het werkveld interessant maar ook versnipperd. Het CIME wil de samenhang en professionaliteit van het industriële en mobiele werkveld versterken en uitbouwen. Ontwikkelingen, zoals die van de computer, zijn van belang om de sociale en economische geschiedenis van het geïndustrialiseerde Nederland goed te begrijpen. Wanneer het CIME voldoende [financiële] steun krijgt van de overheid, kan het bijdragen aan het behoud van het erfgoed zelf, maar ook aan het behoud van de geschiedenis van dat erfgoed.
Voor meer informatie: www.cime.nl
 
 
 
 
 
 

 
  


© 2004 Theo van Oeffelt meer Theo van Oeffelt - meer "Een omweg waard"
Vermaak en Genot > Een omweg waard
De eerste computer was een schoolmeester Theo van Oeffelt
05 De eerste computer was ...
 
‘Niets is zo veranderlijk als een monument’, houdt Fons Asselbergs zijn toehoorders met regelmaat voor. Fons Asselbergs is directeur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en rijksadviseur voor het cultureel erfgoed. Met veranderlijke monumenten doelt hij op de gebouwen die dankzij een nieuwe functie behouden kunnen blijven voor de samenleving. De Van Nellefabriek in Rotterdam is daarvan een prachtig voorbeeld. Als fabrieksgebouw voor de theeproducent was het, eind vorige eeuw, niet meer van deze tijd en de sloperhamer dreigde. Maar een kans op overleving gloorde, in de vorm van een ‘ontwerpfabriek’, mits met de nodige bouwkundige ingrepen. Die kwamen er, zorgvuldig van aard, met deskundige begeleiding en met respect voor het oorspronkelijke karakter van het gebouw. Dat is de veranderlijkheid van het gebouw, zoals Asselbergs bedoelt, want de kracht van het oorspronkelijke ontwerp laat een dergelijke ingreep toe. Het gebouw glorieert; het lijf is vrijwel onaangetast gebleven en heeft een nieuwe ziel gekregen.
Monumenten zijn, zoals geformuleerd in de Monumentenwet, ‘alle vóór tenminste vijftig jaar vervaardigde zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde’. Wie dit leest denkt doorgaans in alfabetische volgorde aan boerderijen, kastelen, kerken, molens, paleizen en stadhuizen, en minder aan auto’s, bankjes en computers. Computers? Ja, computers, die machines waar u dit verhaal op leest en ik op enig moment eerder deze tekst heb getypt.
 
Willem Bartjens was een Zwolse schoolmeester en de auteur van ‘Cyfferinge’, waarvan de eerste editie verscheen in 1637 en die tot 1839 regelmatig werd herdrukt. De rekenmeester is bij veel Nederlanders bekend van de uitdrukking ‘volgens Bartjens is twee maal twee vier’, wat betekent dat een berekening klopt. Het origineel van het boek was lang zoek, maar is onlangs in de Stadsbibliotheek van Antwerpen teruggevonden.
Over Bartjens zelf is betrekkelijk weinig bekend. Hij gaf lange tijd les in Amsterdam en werd later stadsschoolmeester in Zwolle, waar hij ook is overleden. Zijn ‘Cyfferinge’ is eind 2004 herdrukt, in de serie Rekenmeesters, een reeks van belangrijke oude lesboeken.
Bartjens was een computer, in de oorspronkelijke betekenis van het woord. Hij voerde berekeningen uit en bedacht het eerste ‘computerspelletje’, als toevoeging aan zijn boek:
 
 11
   6 
   7
  4
   8
 12
  9
 10
   5
 
Verticaal, diagonaal of horizontaal levert de som van de drie getallen altijd 24 op.
 
Vier eeuwen later is Bartjens, de computer, niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Terwijl in de jaren zestig nog de gedachte leefde dat de huidige computers zo groot zouden zijn als de hele planeet, wordt het apparaat nu overal gebruikt, in kantoren, op scholen, in restaurants, op schoot in de trein en natuurlijk thuis.
Ondanks dat voor velen de computer nog immer iets ‘nieuwerwets’ heeft, hebben diverse computers inmiddels de monumentale status bereikt – vijftig jaar of ouder. Verzamelaars van oude modellen verenigen zich, er bestaat bijvoorbeeld een club van Commodore 64 liefhebbers en in 1992 werd het Computermuseum opgericht.
Het Centrum voor Industrieel en Mobiel Erfgoed [CIME] streeft ernaar om alle organisaties die zich het lot aantrekken van, ondermeer, historische computers, of van treinen, schepen, vliegtuigen en auto’s, inhoudelijk en organisatorisch onderdak te bieden. De grote heterogene groep particulieren en vrijwilligers organisaties maken het werkveld interessant maar ook versnipperd. Het CIME wil de samenhang en professionaliteit van het industriële en mobiele werkveld versterken en uitbouwen. Ontwikkelingen, zoals die van de computer, zijn van belang om de sociale en economische geschiedenis van het geïndustrialiseerde Nederland goed te begrijpen. Wanneer het CIME voldoende [financiële] steun krijgt van de overheid, kan het bijdragen aan het behoud van het erfgoed zelf, maar ook aan het behoud van de geschiedenis van dat erfgoed.
Voor meer informatie: www.cime.nl
 
 
 
 
 
 

 
  
© 2004 Theo van Oeffelt
powered by CJ2